ReadScapes


Kwaliteitscriteria en Aandachtspunten
voor een Muziekruimte Thuis

door ThingMan - eerste publicatie: juni 2006
herziene versie: ©2018 - 31 januari - ThingMan




Berusting en het Luistergenoegen

Nagenoeg iedere gepassioneerde muziekliefhebber die zich enkele jaren met zijn hobby heeft beziggehouden is tot de ontdekking gekomen dat op verschillende momenten en op verschillende gebieden compromissen moesten worden gesloten. Dat bleek in elk geval zo te zijn in veruit de meeste luistersituaties waar ik zelf eerstehands ervaring mee had, en dat zijn er veel.

Om die reden durf ik wel te stellen dat "het compromis"
een integraal deel uitmaakt van de audio- en muziekhobby.


Het zou heel verstandig zijn wanneer je je in elk geval
bewust bent van compromissen die gesloten moeten worden, maar ook dat je je er rekenschap van geeft dat ze echt wel onvermijdelijk zijn! Het zou zo jammer zijn als een compromis met enige inventiviteit en creativiteit omzeild had kunnen worden.

In dit kernartikel op de Read
Scapes-site worden een aantal voorwaarden besproken waaraan een goede -- lees: een zoveel mogelijk compromisloze --
kleinschalige muziekruimte thuis zou moeten voldoen, wil deze zichzelf sonisch voldoende kunnen wegcijferen als daar muziek wordt beluisterd. Ik wil graag zelf de eerste zijn om te erkennen dat het compromis ook bij mij thuis altijd wel een onvermijdelijk en integraal onderdeel heeft uitgemaakt van om het even welke opstelling die ooit voorbijkwam, inclusief de opstelling die me nu de oren streelt!

Tekortkomingen, onderdeel van zo ongeveer elke luistersituatie, zijn simpelweg niet allemaal zomaar te omzeilen of te neutraliseren. Een compromis is daardoor automatisch en onvermijdelijk.
Maar als ik mij
niet zou kunnen neerleggen bij zo'n compromis, dan zou ik mezelf daardoor ook het luistergenoegen kunnen ontzeggen dat dankzij een meer berustende houding de boventoon had kunnen voeren.

Nu komt zulke berusting ook zomaar uit de lucht vallen...:
Ze is in feite alleen mogelijk als het niveau van
de muzikale presentatie --
ik heb het dus niet over de geluidskwaliteit! --
meeslepend genoeg is om je concentratie op het geluid te laten
'vergeten'.


Eigenlijk betekent zoiets altijd wel dat "De Grote Drie", hieronder verder uitgelegd,
in een gezonde samenhang hun aandeel leveren aan de complete en overtuigende muzikale presentatie,
die daardoor uit kan stijgen boven uitsluitend "
een goed geluid".






Het Compromis en "De Grote Drie" van Audio

Alle soorten van compromissen die door muziekliefhebbers gesloten worden,
hebben altijd te maken met
één of meer van de grote drie" van audio.
Het zijn de peilers waar elke presentatie van gereproduceerde muziek altijd op rust:

hardware

akoestiek

opstelling


Geen van de compromissen die in dit artikel voorbij zullen komen hebben
ook maar iets te maken met het persoonlijke budget dat voor het hardware-deel van je hobby ter beschikking staat. Met enige mate van zekerheid en in alle redelijkheid kan natuurlijk verwacht worden dat een audioset van 75 mille betere muzikale prestaties kan leveren dan een audioset van 2 mille, maar dat is dan niet het automatische gevolg van het spenderen van geld aan hardware, maar van vriendschappelijke betrekkingen tussen de grote drie van audio.

Het genoegen dat je ontleent aan je muzikale beleving thuis zal strikt genomen ook niet hoeven te worden bepaald door de prijs van de hardware. Er zijn er genoeg die het kleine eren en daar genoeg aan hebben en genoeg genoegen aan beleven.
Hoewel een betere (en duurdere) geluidsinstallatie best wel begerenswaardig kan zijn, zal het zomaar niet de oorzaak hoeven te zijn om ontevreden te zijn met je huidige bescheiden hardware --
alsof het bezit van bescheiden hardware op zichzelf een compromis zou zijn! Als alleen het duurste muzikale bevrediging kon schenken, dan zou het in deze hobby voor de meeste mensen snel afgelopen zijn met de pret.

In dit artikel gaat het vooral om het streven en de uitdaging om -- binnen de budgettaire ruimte --
het maximaal haalbare resultaat te realiseren, vooral door het mijden van compromissen die niet persé gesloten hoeven te worden!

Het beste voorbeeld op dit gebied is natuurlijk
de opstelling van je luidsprekers. Die trekt zich werkelijk niets aan van de prijs... Het is vaak wel zo dat kwalitatief goede luidsprekers en hardware genadelozer laten horen
hoe het precies is gesteld met die opstelling! Al het goede in muziek kan ermee worden versterkt, maar de bagger van een foute opstelling kan er ook genadeloos mee worden versterkt.


In bovengenoemd voorbeeld is
de opstelling zelf het te sluiten compromis -- meestal betaal je hiervoor met een hoge prijs. Als er echt geen mogelijkheden zijn om daar iets aan te verbeteren, dan is zo'n soort compromis inderdaad echt
een noodzakelijk kwaad dat je moet accepteren.
Maar als een slechte opstelling door laksheid, door gebrek aan interesse, kennis of experimenteerdrift wordt veroorzaakt, dan blijft verbetering in principe mogelijk. Het kan dus zomaar zijn dat het compromis
ten onrechte werd gesloten.































wanneer hardware, akoestiek en opstelling elkaar vinden
en vriendjes kunnen worden,
dan zal muziekbeleving meer zijn dan de simpele som der delen

De Rol van de Ruimte


De invloed van de ruimte waarin je je muziek beluistert speelt een doorslaggevende rol in de uiteindelijke kwaliteit van de muzikale presentatie.
Alle voor muziekweergave belangrijke aspecten worden - in elk geval voor een deel - beïnvloed door factoren die samenhangen met de ruimte zelf.

In feite is die samenhang even krachtig en bepalend, als de factoren die
door de hardware zelf en door de gekozen opstelling worden ingebracht!

Daarmee bedoel ik te zeggen dat bepaalde tekortkomingen die expliciet door de ruimte zelf worden veroorzaakt, exact hetzelfde kunnen "klinken" als tekortkomingen die door je hardware of een gebrekkige opstelling worden veroorzaakt.


Navolgende praktijkvoorbeelden zullen die fenomenen kunnen illustreren:

  • Precies zoals een gebrekkig met de luidsprekers matchende eindversterker een gebrekkige controle uitoefent over de woofers van dat luidsprekersysteem, hetgeen resulteert in ongedefinieerde, trage en onduidelijke basweergave, zo kan een ruimte last ondervinden van een ontoereikend vermogen om de daarin opgewekte laagfrequente akoestische energie te verwerken. Dit zal gehoormatig resulteren in eenzelfde ongedefinieerde, trage en onduidelijke basweergave.
    In de onbehandelde ruimte, hier rechts, is elke vorm van
    "natuurlijk absorptievermogen" nog totaal afwezig. Dat betekent dat het door externe hulpmiddelen zal moeten worden toegevoegd, anders zal het nooit lukken om daar een gecontroleerde gedefinieerde basweergave te horen.

  • Een elektronische mismatch tussen de voor- en eindversterker kan resulteren in een beperking van de dynamiekomvang en de slam (= slagkracht) van het systeem. Een lange nagalmtijd van de ruimte kan eenzelfde fenomeen laten horen. Dynamiek komt en gaat in een oogwenk. De ruimte zelf zal zulke dynamische energie-uitbarstingen in hetzelfde 'oogwenk' moeten kunnen afvoeren. Daarvoor is voldoende breedbandig akoestisch absorptievermogen nodig en als dat er niet is, zoals in de ruimte rechts, zullen dynamische contrasten ten onder gaan (afvlakken) in het nagalmkarakter.

  • Gebrekkige elektrische verbindingen in het scheidingsfilter van een luidspreker op leeftijd of in vintage geluidsapparatuur kunnen lange tijd een (onvindbare) oorzaak zijn van verschuivingen in de balans van het geluidsbeeld. Een asymmetrische indeling van de ruimte en grove asymmetrie in de opstelling kunnen exact eenzelfde onbalans in het geluidsbeeld veroorzaken. Een balansregelaar helpt hier niet, omdat de asymmetrie veelal frequentie-afhankelijk zal zijn, terwijl en balansregelaar het volledige frequentiespectrum regelt. In de rechtse ruimte zal fysieke symmetrie tot in detail worden doorgevoerd om elke vorm van akoestische onbalans te vermijden.

  • Een misaanpassing in het front-end -- analoog of digitaal -- kan ervoor zorgen dat het geluidsbeeld vlak en tweedimensionaal wordt neergezet. Een gecompromitteerde opstelling kan hetzelfde fenomeen teweegbrengen. Ook de ongetemde reflecties van grote, harde wandoppervlakken in de ruimte kunnen alle ruimte-informatie uit de opname wegnemen en een plat plaatje veroorzaken, evenaals een te lange nagalmtijd dat zal doen. In de ruimte rechts overschrijdt de gemeten nagalmtijd tussen 100 en 4000Hz zomaar de drie seconden -- een factor 6 langer dan gewenst...

  • Een foutieve koppeling van luidsprekers of geluidsbronnen met de ondergrond (vloer of audiorack) kan de oorzaak zijn voor een ontoereikende laagweergave. Een tekort aan laagfrequent absorptievermogen in de ruimte veroorzaakt eenzelfde fenomeen. Ook een foute opstelling van luidsprekers kan gehoormatig identieke afwijkingen teweegbrengen.

Het is, kortom, goed om je te realiseren dat duidelijk hoorbare problemen evengoed door gebreken in de hardware, in de opstelling, of in de ruimte zelf kunnen worden veroorzaakt. En om zaken nog gecompliceerder te maken dan ze als zijn: dergelijke problemen kunnen uiteraard ook best veroorzaakt worden door een samenvoeging van 2 van de grote drie of door alle drie van de grote drie.

Tenzij je over het benodigde
diagnostische luistervermogen kunt beschikken is niet altijd gemakkelijk hoorbaar of zo'n gebrekkig laag nu te wijten is aan je foute opstelling, een naar adem happende eindversterker, een muziekruimte die verzadigd raakt met akoestische energie of een beetje van alle drie!

Het feit dat een duidelijk probleem met geluidskwaliteit door meer dan één deelgebied tegelijk kan worden veroorzaakt verklaart soms ook waarom mensen jarenlang kunnen hannesen met zo'n hardnekkig geluidsprobleem, ondanks diverse upgrades van hun hardware.
Er wordt dan uitgegaan, waarschijnlijk onterecht gezien het jarenlange hannesen, van een aan de hardware gerelateerd probleem, terwijl de oorzaak ook, in elk geval voor een deel bij één of twee van de andere peilers voor kwaliteitsweergave gezocht moeten worden. Als er inderdaad alleen van een hardwareprobleem sprake zou zijn, dan had de eigenaar beslist al een oplossing kunnen vinden, aangezien gedegen kennis over hardware tegenwoordig op veel plekken te vinden is. Mogelijk is de oplossing ook wat dichterbij gekomen door al die apparaatwissels, maar een structurele oplossing kan het niet zijn als de oorzaak elders ligt en het probleem blijft bestaan.

Wanneer je (iets van) dit beeld herkent heb je je misschien al afgevraagd wat je dan aan je ruimte zou kunnen doen. Je bent er dan waarschijnlijk achter gekomen dat stoeien met de hardware niet afdoende is om de sonische problemen uit je muzikale wereld te bannen.

In dit artikel zullen 11 criteria voorbijkomen die in een muziekruimte
een kwaliteitsbepalend stempel kunnen drukken
- ten goede of ten kwade -
op de uiteindelijke muzikale beleving.


Aan de hand hiervan kun je voor jezelf goeddeels bepalen of en waar je de compromissen sluit ten aanzien van akoestiek en opstelling, en ook of het in je vermogen ligt om ze te omzeilen of te neutraliseren tot 'onhoorbare', dan wel 'niet-storende' proporties.
Onder een muziekruimte mag overigens elke ruimte worden verstaan waarin specifieke, bovengemiddelde kwaliteitseisen worden gesteld aan de weergave van muziek . Hoewel zulke eisen marginaal van elkaar kunnen verschillen, zijn ze in essentie gelijk voor alle soorten van muziekruimtes, van een repetitieruimte voor piano, tot een editruimte voor een kleine thuisstudio en van een meerkanaals thuisbioscoop tot een tweekanaals luisterruimte.

Daarom dan nu de hamvraag:

waaraan voldoet een compromisloze muziekruimte thuis?


naar boven






























het is de bedoeling om bovenstaande ruimte geschikt te maken voor hoogwaardige muziekbeleving;
in dit stadium zullen alle factoren, links benoemd, dit echter geheel en al onmogelijk maken...








De Criteria

Er zijn, voorzover ik het zo kan 'verzinnen', 11 duidelijke criteria
in samenhang verantwoordelijk
voor het predikaat "compromisloze muziekruimte thuis".

Hieronder worden ze, in min of meer willekeurige volgorde, toegelicht.
Allereerst in een kort overzicht, en daarna wordt elk kenmerk verder uitgediept:

  1. Een proportioneel juiste verhouding tussen de grootte van het luidsprekersysteem en de grootte van de ruimte waarin ze moeten spelen.
    Dit aspect staat niet toevallig bovenaan de lijst, want het is in belangrijke mate verantwoordelijk voor de mogelijkheid om een correcte schaalafbeelding van de muzikale presentatie neer te zetten. Zo bezien is deze verhouding goeddeels verantwoordelijk voor het realisme en de overtuigingskracht die de geluidsinstallatie kan presenteren, indien hardware en opstelling eveneens in orde zijn.

  2. Een functionele 'Footprint'.
    Het
    vloeroppervlak (de footprint) van de ruimte sluit zo goed mogelijk aan
    op het gebruiks
    doel van die ruimte.

  3. Voldoende Hoogte.
    Over bruto en netto hoogte van een ruimte, grote en kleine systemen daarin
    en het nut van een meer dan gemiddelde kamerhoogte.

  4. Symmetrie en mogelijkheden voor een symmetrische opstelling.
    Symmetrie had net zo goed bovenaan de lijst kunnen staan, zo belangrijk is het.

  5. Voldoende vrijheid bij het verfijnen van de Opstelling.
    Dit lijkt zo'n simpel punt.....

  6. Correcte plaatsing van ramen, deuren en andere "vaste elementen" van de ruimte.
    Want in de praktijk zitten die bijna altijd net verkeerd .....

  7. Vrije hoekruimte ten behoeve van Bass-Management.
    Er zijn verticale (staande) en horizontale (hangende) hoeken zodat er, indien nodig,
    meer vrije hoekruimte kan zijn dan op het eerste gezicht lijkt.

  8. Een spaarzame, dedicated inrichting.
    Objecten die voor muziekweergave niet-essentieel zijn horen
    in elk geval niet thuis
    binnen de luisterdriehoek. Wie verder wil gaan neemt ook psychologische factoren mee,
    maar dit alles wordt zoveel gemakkelijker in een dedicated ruimte...

  9. Goede afmetingsverhoudingen of ratios.
    Er hoeft niet altijd een nieuwe ruimte te worden neergezet om een goede ratio te realiseren. Het kan natuurlijk één van de kenmerken zijn die je niet zomaar kunt wijzigen en het kan een te sluiten compromis zijn, wanneer blijkt dat juist deze verhoudingen erg ongunstig zouden uitpakken.

  10. Akoestische neutraliteit van de ruimte-constructie en een correct nagalmkarakter.
    Het belang van een correcte nagalmtijd is veelomvattend en gerelateerd aan de inhoud van de ruimte. Het nagalmkarakter van de ruimte heeft een directe uitwerking
    op
    alle voor muziekweergave essentiële aspecten!

  11. Beheerste Reflecties, met name rond de eerste (vroege) reflectiezones.
    Dit omvat een strategische behandeling van wand- en plafonddelen
    rondom diverse eerste reflectiezones.

Het zal wel duidelijk zijn dat niet alle 11 criteria uitsluitend akoestische overwegingen aangaande de ruimte betreffen. Maar akoestiek is wel degelijk indirect aan de orde bij alle criteria. Dat komt vanwege de onlosmakelijke wisselwerking die zich altijd afspeelt tussen de grote drie.
Bij de punten 7, 10 en 11 en in principe ook wel bij punt 9 is er evenwel een direct verband met akoestiek en akoestische aanpassingen.
De overige criteria beschrijven fundamentele keuzes omtrent het basisontwerp en de functionele inrichting van de ruimte zelf of - indien die ruimte reeds bestaat - omtrent hoe om te gaan met de reeds aanwezige constructieve elementen. Je kunt of wilt bijvoorbeeld niet de hinderlijke, mogelijk zelfs niet in gebruik zijnde schoorsteenmantel weghalen, maar je kunt misschien wel je opstelling zodanig aanpassen dat hierdoor niet langer een storende asymmetrie wordt veroorzaakt. Na de verdere toelichting van de 11 aandachtspunten kun je voor jezelf hopelijk een en ander op een rijtje gaan zetten.


naar boven





















... maar ook als het iets minder ambitieus en groots is zal het ook best goed uitpakken...

1. Proportioneel juiste verhouding van Luidsprekersysteem en Ruimte

Dit aspect is, ondanks dat er geen
"akoestisch behandeling" aan te pas komt, toch het akoestische fundament voor een geslaagd huwelijk tussen de grote drie -- hardware, opstelling en akoestiek.
Veel aandacht gaat in dit artikel uit naar deze parameter.
Het belang ervan kan eenvoudig worden samengevat:

Er bestaat een proportioneel correcte verhouding tussen het gebruikte luidsprekersysteem enerzijds en de voor opstelling daarvan beschikbare ruimte anderzijds.
Een veel te grote luidspreker in een veel te kleine ruimte levert een absolute mismatch op, die veel grotere consequenties heeft dan bijvoorbeeld zoiets als een wat krap bemeten eindversterker of de net-niet perfecte driedimensionale weergave van een budget voorversterker tov een referentiemodel.

De consequenties van een proportionele mismatch tussen het luidsprekersysteem en de ruimte omvatten altijd
de totale muzikale presentatie en zijn achteraf niet te corrigeren, behalve door een beter evenwicht van die verhouding. Dat betekent in de praktijk een keuze uit drie mogelijkheden: verhuizen, verbouwen, of een luidsprekersysteem neerzetten dat wel in de juiste verhouding staat tot de muziekruimte.


Een praktijkvoorbeeld maakt je duidelijk dat het bovenstaande soms heel ver kan reiken en minder zwartwit is als je nu misschien tijdens het lezen zou denken.
Rechts zie je twee foto's van muziekruimtes waarin compromissen gesloten moesten worden ten aanzien van de beschikbare ruimte en de "vorm" van de ruimte (beide driehoekige zolderruimtes).
In
foto 1 klopt de verhouding van luidsprekers en ruimte echter.
In
foto 2 is de verhouding volledig zoek.

Bij
foto 2 (onderste foto) is het onoverkomelijke probleem dat van een veel te groot luidsprekersysteem in een veel te kleine ruimte. Vanwege het toepassen van een meer dan manshoog dynamisch luidsprekersysteem is er bovendien sprake van een voor muziekweergave zeer ongelukkige driehoekige ruimtevorm. De onmiddellijke nabijheid van de schuine wanden verhindert een realistische ruimtelijke schaalafbeelding. Daarnaast is ook de prijs van deze geluidsinstallatie zodanig hoog, dat dit aspect de onmogelijkheid van het accepteren van deze situatie nog verder heeft vergroot.

Bij
foto 1 (bovenste foto) is de vorm van de ruimte een aanvaardbaar compromis te noemen, en wel dankzij het dipolaire afstraalpatroon van de luidsprekers dat invloed van zijwanden nagenoeg elimineert. Het grondoppervlak en de inhoud van deze ruimte is meer dan toereikend voor een lijnbron van forse afmetingen. Dankzij adequate akoestische aanpassingen in de vorm van diffusie en breedbandige beheersing van de nagalmtijd valt er prima te leven met dit compromis.

De vorm van de ruimte in
foto 2 maakt het voor deze zeer grote dynamische luidsprekers onmogelijk om de correcte schaalafbeelding van een muzikale presentatie goed neer te zetten. De zijwanden benemen de luidsprekers letterlijk de adem. De grootsheid van het ruimtelijk beeld, dat door deze unieke luidsprekers in aanleg zou kunnen worden neergezet, komt simpelweg niet uit de verf. Ook is de ruimte niet bij machte om de laagfrequente akoestische energie van dit systeem adequaat af tevoeren. Dit zadelt de eigenaar in feite op met een (bij nader inzien) onaanvaardbaar compromis, want wie zich een dergelijke financiële investering in hardware permitteert, wil die investering natuurlijk ook kunnen benutten. Hoe treurig het ook is, de eigenaar is tot de erkenning gekomen dat hij zich heeft vergist in de mogelijkheden van zijn ruimte. Dat gebeurde toen ik zijn verzoek om een diagnose te komen stellen had gehonoreerd.

De ironie wil bovendien dat een beduidend kleiner luidsprekersysteem hier prima in staat zou zijn
om een prachtige, correcte schaalafbeelding neer te zetten.


Foto 1 laat een acceptabele verhouding zien, maar foto 2 toont een onacceptabele luistersituatie.
Niemand wil 2 ton investeren, om vervolgens te moeten luisteren naar een niveau van weergave dat je, bij een blinde test, onmiddellijk zou verwerpen en kwalificeren als 'volkomen ontoereikend'.
De ruimte legt in deze, inderdaad erg extreme situatie, aan het systeem zodanige beperkingen op dat het
onmogelijk als een groot systeem kan klinken, zoals dat natuurlijk wel is bedoeld.
Het goede nieuws is dat de eigenaar van deze hardware, als gevolg van mijn bezoek, diagnose en geboden toekomstperspecief een volledig compromisloze ruimte voor dit systeem is gaan bouwen.

Klik HIER om het complete fotoverhaal van dit ambitieuze project te bekijken.
Hieronder is te zien hoe deze hardware uiteindelijk de fysieke luisteromgeving kreeg die het verdient!




















foto 1 (boven)
--- een acceptabele verhouding:
het dipolaire principe van de luidsprekers maakt, samen met adequate akoestische maatregelen,
een overtuigende en grens-overschrijdende ruimtelijke afbeelding mogelijk






foto 2 (onder) --- een volledig onacceptabele verhouding:
het werkingsprincipe van de luidsprekers maakt, ook met akoestische maatregelen,
een overtuigend klank- en ruimtebeeld onmogelijk;
het gebruikte luidsprekersysteem is VEEL te groot (en kostbaar) voor zo'n ruimte...

Meer proportionele voorbeelden: signaturen

Met sommige akoestische kunstgrepen, vooral met
diffusers, is het -- binnen zekere grenzen -- goed mogelijk om het ambiënte geluidsveld in een muziekruimte ogenschijnlijk (of eigenlijk, orenschijnlijk) groter te laten lijken dan de fysieke afmetingen van die ruimte suggereren. Dat is overigens ook één van de bedoelde functies die diffusers hebben.

Het is echter niet mogelijk om een akoestische signatuur, zoals die in het voorbeeld van foto 2 hierboven door de al te nabije begrenzingen van een driehoekig ruimteprofiel wordt opgelegd aan de schaalafbeelding, volledig uit te bannen. De crux schuilt hier in het gebruik van de term, "signatuur".

Een signatuur is een door hardware, akoestiek op opstelling geïntroduceerd geluidskenmerk
waarvoor niet met kunstgrepen of akoestische hulpmiddelen kan worden gecompenseerd,
of die niet kan worden geneutraliseerd.


De oorzaak voor de akoestische signatuur in het zojuist hierboven beschreven voorbeeld van de twee muziekruimtes is expliciet
de driehoekige ruimtevorm in combinatie met de onjuiste verhouding van ruimte en luidsprekers.
Het is de combinatie van die twee die de doorslag geeft: met de driehoekige grondvorm van een ruimte valt wel te leven als het toegepaste luidsprekersysteem tenminste niet te groot is!



In de tamelijk basale tekening rechts is sprake van een situatie die proportioneel correct is. Er is geen sprake van een door de ruimte zelf aan het geluidsveld opgelegde signatuur.
Het ruimtelijke afstraalpatroon van deze luidspreker, dat een schaalafbeelding bevat van de volledige muzikale presentatie uit de geluidsopname - past zogezegd uitstekend binnen de fysieke ruimtegrenzen, dus met inbegrip van het ambiënte geluidsveld.

Zo kan een klein luidsprekersysteem in een relatief kleine ruimte heel goed een
schaalcorrecte en complete afbeelding neerzetten, zelfs van een groot orkest.
Dit gegeven is niet nieuw en algemeen bekend.
Hoewel de schaal van de muzikale afbeelding natuurlijk veel kleiner is dan een echt concertpodium, is de afbeelding zelf (voorgesteld door de cirkel) wel degelijk compleet en voorzien van correcte onderlinge schaalverhoudingen!



N.B.: eigenlijk moet je je hier niet zozeer een platte cirkel,
maar een driedimensionale bolvorm voorstellen
voor het correcte mentale beeld van de bedoelde werkelijkheid...




In een soortgelijke basale tekening rechts is er nu wel sprake van een proportioneel incorrecte situatie. De ruimte zelf legt een onvermijdbare signatuur op aan het geluidsveld.
Een veel te groot luidsprekersysteem in een veel te kleine ruimte wil een grotere ruimtelijke schaalvoorstelling projecteren. Met name het ambiënte deel van het geluidsveld komt fysieke ruimte tekort, waardoor de schaalcorrectheid van de afbeelding niet meer realistisch is.
De in de opname aanwezige ambiënte geluidsinformatie wil in feite buiten de fysieke grenzen van de ruimte treden, maar dat is bij zo'n scheve verhouding zelfs met akoestische diffusers niet meer overtuigend te realiseren.


In de praktijk wordt het lichtgrijze deel van de cirkel, dat
ogenschijnlijk buiten de (driehoekige) ruimte wil vallen, natuurlijk door de fysieke wanden van de ruimte gereflecteerd. Klankmatig hoeft er hier om die reden geen probleem op te treden. Helaas is het op deze manier niet goed mogelijk om het podium met de bijbehorende ambiënte geluidsinformatie realistisch neer te zetten.
Het zal dan hoorbaar zijn dat het systeem eigenlijk een grotere ruimte wil om correct open te kunnen klinken. De schaal van het ambiënte geluidsveld is veel groter dan de ruimte kan neerzetten.

Overigens zou je een beperking van de weergave van het ambiënte geluidsveld ook om heel andere reden kunnen tegenkomen. Want ook in een voldoende grote ruimte of bij een uitstekende verhouding tussen luidsprekers en ruimte kan het voorkomen dat er geen ruimtelijk overtuigend beeld kan worden neergezet. In deze context zullen we echter niet naar de hiervoor verantwoordelijke akoestische of aan de opstelling gerelateerde oorzaken kijken.



Mechanische convergentie en overspraak
In ruimtes met schuine zijwanden kan in de tot nu toe besproken oriëntatie met schuine wanden links en rechts van de luisteraar ook een tweede, specifiek aan de grondvorm gerelateerde signatuur in beeld komen. Die zal dan eveneens de correcte schaalafbeelding en de ruimtelijke afbeeldingskwaliteit aantasten.
Het driehoekige profiel van de ruimte heeft
enerzijds de neiging om het afgestraalde geluid naar beneden te drukken, vooral bij toepassing van relatief hoge luidsprekers, waardoor het geluidsveld in het centrale deel van de ruimte zal convergeren. Anderzijds zorgt deze grondvorm ervoor -- meer dan bij rechthoekige ruimtes -- dat er meer geluidsinformatie vanuit het linkerkanaal terechtkomt in het geluidsveld van het rechterkanaal en omgekeerd. Deze vorm van mechanische overspraak, als gevolg van de vorm van de ruimte, voegt zich dan bij de eventueel proportionele mismatch.



De tekening rechts laat voor twee willekeurige reflecties zien hoe mechanische overspraak er uitziet. Hoewel deze verschijnselen dus ook in een rechthoekige ruimte zullen optreden, zijn ze daar veel minder "identiek" dan in een ruimte met schuine wanden. Bovendien zijn ze minder talrijk en meer gevarieerd.
De signatuur die dit fenomeen met zich meebrengt is hoorbaar als een beperking waar weliswaar op ingespeeld kan worden, maar die nooit helemaal weg zal gaan.





De praktijkvoorbeelden tot nu toe maken een aantal zaken duidelijk,
die samengevat luiden:

  • De vorm en het profiel van een ruimte heeft, deels ook onafhankelijk van de grootte van het luidsprekersysteem en de grootte van de ruimte zelf, een bepaalde invloed op de presentatie van de ruimtelijke afbeelding. Sommige vormen zijn inherent vijandiger dan andere: een rechthoek, vierkant of een 'uitgerekte' rechthoek zijn gunstiger en leveren geen hoorbare signatuur op, terwijl een ruimte met een driehoekig profiel dat gemakkelijk wel kan doen.
    Ruimtes waarin veel vaker dan gemiddeld een slechte basweergave te realiseren is zijn L- en Z-vormige ruimtes. Zulke vormen zijn van zichzelf minder geschikt om een goede opstelling in te realiseren en er zal ook duidelijk akoestisch meer uit de kast moeten worden getrokken om zulke signaturen te behandelen.

  • Akoestische hulpmiddelen kunnen een sterke signatuur, die door de vorm van de ruimte wordt opgelegd, meestal hoogstens gedeeltelijk neutraliseren. De grondvorm van een ruimte is daarnaast een gegeven dat in de meeste gevallen geaccepteerd moet worden, en daarmee ook de eventuele nadelen voor het ruimte- of klankbeeld dat er neergezet kan worden.

  • De grootteverhouding tussen het opgestelde luidsprekersysteem en de ruimte speelt een doorslaggevende rol bij het succesvol kunnen neerzetten van een schaalcorrect podium in een schaalcorrecte ambiance. Een te grote luidspreker in een te kleine ruimte is zelden of nooit succesvol, omdat de prestatie in ruimtelijke zin ondermaats zal blijven, ongeacht de financiële investering die je ervoor over hebt (gehad).
    Omgekeerd wil een kleine luidspreker ook niet graag de muzikale vulling verzorgen in een heel grote ruimte, alhoewel de redenen dat het dan misgaat eerder aan de hardware zijn gerelateerd. In akoestische zin kan de kleine luidspreker vaak ook niet goed de ruimte overtuigend vullen met geluid, zoals een groot systeem dat dan tamelijk moeiteloos wel zou kunnen.

Het is zodoende nooit een kwestie van "hoe groter hoe beter", waar het je luidsprekers betreft. Dat weten veel liefhebbers op grond van hun zelf opgedane ervaringen meestal al.
De grootte van het systeem behoort verband te houden met die van de ruimte zelf waarin ze worden opgesteld. Helaas kan akoestische optimalisatie niet
elke fout van de ruimte compenseren of elimineren.
Er bestaat dus geen oplossing voor een veel te grote luidspreker in een te kleine ruimte.


Middels een serie foto's van diverse muziekruimtes wordt het principe van juiste proporties
meer inzichtelijk gemaakt in de rechtse kolom.


naar boven


proportioneel correcte verhouding tussen luidsprekers en ruimte




als luidsprekers hard moeten werken om een grote ruimte te vullen is dat soms een compromis




proportioneel riskant: de ruimte is erg smal en de driehoek erg uitgerekt




kritisch: vrij korte luisterafstand, waarbij diffusie een grote ambiance realiseert




proportioneel uitstekende verhouding




proportioneel onjuist, plus een gebrekkige opstelling van zowel hardware als luidsprekers






2. Functionele Footprint

De
grondvorm of footprint van een ruimte waarin geluidskwaliteit belangrijk is, speelt een rol in relatie tot het gebruiksdoel. Die grondvorm zou zoveel mogelijk moeten aansluiten bij het gebruiksdoel van de ruimte.

Voor een thuisbioscoop is de ideale footprint eerder een zo vierkant mogelijke footprint, zoals in het schema hieronder te zien is. Het is overigens ook prima mogelijk om een bijna vierkante footprint samen te laten gaan met zeer goede afmetingsverhoudingen, ondanks het hardnekkige geloof dat ook
een bijna vierkant vloeroppervlak funest zou zijn... Dat is niet het geval, al helemaal niet wanneer er sprake is van goed doorgerekende afmetingsverhoudingen.

Een luisterruimte voor stereoweergave (tweekanaals weergave) lijkt wat meer mogelijkheden te bieden op het gebied van geschikte footprints, maar de meest ideale grondvorm blijft toch die van een rechthoek, waarvan de lengte iets meer dan anderhalf maal de breedte bedraagt.

In zowel een thuisbioscoop als een tweekanaals luisterruimte maakt een passende footprin het mogelijk om de ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten voor het specifieke doel. Het is gelukkig ook niet zo dat bij een wat minder ideale footprint de geluidskwaliteit of de muzikale prestaties meteen in gevaar komen. Het is eerder zo dat een passende vorm een
ondersteunende factor is bij het verder correct uitwerken van de andere vereisten die ook nog aan dezelfde ruimte worden gesteld. Je zou kunnen zeggen dat dit tweede criterium van de 11 in essentie een van de minst zwaarwegende is, hoewel het in een thuistheater toch wel belangrijk kan zijn om onderstaande basisopstelling zo goed mogelijk te kunnen doorvoeren.



globale en ideale footprints voor thuisbiscopen




De ideale footprint van de thuisbiocoop
Het ideale vloeroppervlak van de thuisbioscoop is enigszins overvierkant. Die grondvorm maakt het mogelijk om er een cirkel met een bepaalde diameter in uit te zetten, om dan buitenom die cirkel de luidsprekers voor het meerkanaalssysteem te plaatsen. Zo zullen ze allemaal op gelijke fysieke afstand van het centrum worden opgesteld. Tegelijkertijd zal er door die configuratie geen loze ruimte verloren gaan. Dit is de ideaalsituatie, die zoveel mogelijk benaderd zou moeten worden.
Bij een rechthoekige bioscoopruimte is een cirkelvormige opstelling met gelijke afstanden tot het centrum natuurlijk ook mogelijk, maar dan zal de ruimte erg groot worden, als de cirkel dat ook moet zijn. Tevens blijft er dan veel onbenutte ruimte
in de lengterichting over, wat geen probleem hoeft te zijn als de ruimte ook andere functies kan hebben.
Het is bij een thuisbioscoop in elk geval beter om 30 vierkante meter overwegend vierkant vloeroppervlak te hebben, dan 30 vierkante meter rechthoek, zoveel zal duidelijk zijn...



De ideale footprint van de tweekanaals muziekruimte
Bij een meer klassieke tweekanaalssituatie - stereo dus - is een rechthoekig vloeroppervlak in het voordeel. Achter de luidsprekers
en achter de luisterplaats kan dan voldoende vrije "ademruimte" worden gereserveerd om de voordelen van een goede stereo-opstelling uit te buiten.
Het is zinvol om aan beide uiteinden voldoende ademruimte te hebben voor het herscheppen van een ambiance, die de luisteraar -- ook bij toepassing van slechts twee speakers -- volledig kan omhullen.

Voor
kleine opname- en editruimtes kunnen ook nog andere dan bovenstaande overwegingen voorrang krijgen bij het kiezen van een geschikt vloeroppervlak. Bij zulke ruimtes is de footprint vaak een minder kritische factor, om men er doorgaans in het "near-field" luistert en opneemt.

Als de footprint van een muziekruimte sterk contrasteert met het doel waarvoor die ruimte dient te worden gebruikt kan er uiteindelijk een situatie ontstaan waarin men stevige compromissen moet sluiten. Zo komt het nogal eens voor dat de beschikbare footprint voor een thuisbioscoop in feite te klein is -- niet voldoende vierkant kan worden gemaakt. Zulke ruimtes zijn soms ook aan de lage kant, omdat men er een kelder of zolderverdieping voor wil inrichten. Om nu niet meteen
de visuele prestaties (de kwaliteit van de beeldprojectie zelf) in gevaar te brengen, is men vaak gedwongen om de surroundluidsprekers zodanig op te stellen dat er een stuk minder terechtkomt van het doel waarvoor ze bestaan, namelijk om een duidelijke achter- en rondom-ambiance in het leven te roepen.
Hiervoor is bij alle luidsprekers een zoveel mogelijk gelijke afstand tot het centrum nodig. Dat blijft ook van kracht als de hardware zogezegd in staat is elektronisch te compenseren voor looptijdverschillen door verschillende afstanden. Het is wel elektronisch, maar niet
fysiek en natuurkundig realiseerbaar, om een overtuigende achterambiance te creëren wanneer de surround luidsprekers opzij van, of pal achter de luisterplaats staan, ook niet met de ingenieuze elektronische ondersteuning.

In de meeste gevallen lukt het niettemin aardig om in te spelen op de eventuele tekortkomingen van het vloeroppervlak van een ruimte. In situaties waarin gestreefd wordt naar een compromisloos resultaat is een correcte footprint echter een belangrijke parameter.













een zeer adequate footprint











een ontoereikende footprint, PLUS een proportionele mismatch van luidsprekers en ruimte











opnieuw een zeer adequate footprint, waarin vorm en functie van de ruimte samenkomen

3. Voldoende hoogte van de Ruimte

De huidige kamerhoogtes in de meeste nieuwbouwwoningen liggen tussen 240 en 270cm. Dat is, behalve voor de allergrootste luidsprekersystemen, gelukkig voldoende om kwaliteitsweergave te realiseren.
Toch zou het voor de muzikale presentatie heel goed zijn als de ruimte een halve of een hele meter hoger zou zijn.
Als een dedicated muziekruimte of een woonkamer met muzikale ambities akoestische geoptimaliseerd moet worden is het voor de hand liggend om onder het bestaande plafond een volledig of gedeeltelijk verlaagd plafond te installeren dat een akoestisch actieve functie vervult bij breedbandige nagalmbeheersing.

Dit betreft een van de vele beschikbare akoestische plafondsystemen, die verlaagd worden afgehangen, om zo voldoende holle ruimte (plenum) te kunnen realiseren. Zo'n plenum maakt het mogelijk om krachtige laag- en midlaagabsorptie in de ruimte te realiseren, zodat er minder of geen dedicated bass-management hoeft te worden toegepast op andere plekken in die ruimte. Er kunnen eventueel ook akoestische diffuserpanelen in de plafondconstructie worden geïntegreerd in de eerste reflectiezone(s).

Een en ander zal natuurlijk de optische hoogte van de ruimte verminderen!

Bij een plafond dat van zichzelf al laag is, zoals vaak het geval is in kelderruimtes of slaapkamers, is het niet echt zinvol om de hoogte nog verder te verlagen met een akoestisch actieve constructie.
Het gevolg hiervan is dan dat het benodigde absorptievermogen voor lage frequenties op een andere manier moet worden gerealiseerd dan via het verlaagde plafond!

Daarentegen is in ruimtes met voldoende kamerhoogte het plafond juist wel
het meest voor de hand liggende oppervlak om de nagalmtijd in de hele ruimte breedbandig onder controle te krijgen.
Natuurkundig gezien is de holle ruimte of het plenum vereist om ook in het laag en midlaag voldoende akoestische energie te absorberen.
Indien zo'n verlaagde plafondconstructie niet toe te passen is, zal dat absorptievermogen langs een andere weg moeten worden gerealiseerd. Zoiets blijkt in de praktijk vaak nog een hele uitdaging te zijn, vooral als er een groter luidsprekersysteem of een systeem met forse subwoofer wordt gebruikt.
Soms kan blijken dat het niet haalbaar is om voldoende absorptievermogen
in het laag te genereren zonder gebruik te maken van het plafond, tenzij je de aanschaf van tamelijk kostbare dedicated basstraps accepteert. Anders zul je dus een onvermijdelijk compromis gaan sluiten op het punt van het toe te passen luidsprekersysteem. Dat zou dan het beste wat bescheidener van formaat moeten worden dan eigenlijk gewenst, omdat je anders gegarandeerd met een laagprobleem wordt opgezadeld!

Een wat hoger plafond dan gemiddeld (270cm of hoger) zal er ook voor zorgen dat de plafondreflectie, ook bij grotere luidsprekersystemen, een kleinere rol speelt of geen rol van betekenis meer kan spelen.
De invloed van plafondreflecties is meestal niet de grootste lastpost op reflectiegebied en deze is bovendien redelijk goed te temmen of te neutraliseren. Het wordt alleen steeds lastiger naarmate een relatief hoog luidsprekersysteem moet worden geplaatst in een relatief lage ruimte. Zoals onder punt-1 over de proportionele verhouding al is opgemerkt, kunnen de fysieke grenzen van de ruimte - in dit geval de kamerhoogte - de oorzaak zijn dat een groot systeem geen realistisch en compleet geluidsbeeld kan neerzetten, terwijl een kleiner systeem dat dan juist voorbeeldig zou kunnen.

Een ander, minder voor de hand liggend aspect betreft de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de ruimte.
In een groot aantal thuissituaties is
de breedtemaat ongeveer tweemaal de kamerhoogte. Dit levert in principe een cluster of samenscholing van gelijksoortige resonantiemodi op in een relatief klein frequentiegebied, dat zich binnen één tertsband bevindt, ergens tussen 125 en 200Hz.
Dit fenomeen
kan een oorzaak zijn voor
sterke kleuring van het midlaag, in de vorm van nasale kleuring op de lagere menselijke stemmen en de body en het timbre van instrumenten. Zulke kleuring is niet altijd goed te neutraliseren door alleen de opstelling te optimaliseren. Er zullen dan aanvullende akoestische maatregelen moeten worden genomen om het specifieke frequentiegebied aan te pakken.

Wanneer een kamerhoogte zoiets als 3m of meer kan zijn zal -- bij gelijkblijvende breedte -- meestentijds
een betere verdeling van resonantiemodi kunnen optreden in de lage frequentieband onder 300Hz, en dat levert op zijn beurt een duidelijk betere laag- en midlaagweergave op. Dat zal zelfs in een verder nog onbehandelde ruimte al goed merkbaar zijn. Dit fenomeen raakt natuurlijk het terrein van de afmetingsverhoudingen van de ruimte.

Wanneer de keuze kan vallen op een ruimte met een grotere hoogte dan normaal, dan is dat eigenlijk in alle gevallen een voordeel. Het maakt een meer correcte en complete ruimtelijke schaalafbeelding gemakkelijker, zowel voor grote als voor kleine luidsprekersystemen.
Doordat het plafond wat verder weg komt te liggen van de luisteraar, zal ook de rol van de eerste reflectie via het plafond evenredig afnemen, en daarmee ook de kleuring op het lage middengebied die hiermee vaak samenhangt.













meer kamerhoogte zou in deze context beslist nuttig zijn,
maar gelukkig heeft een lijnbron ook relatief weinig verticale afstraling...








de kamerhoogte is hier welbewust in het ontwerp meegenomen,
want ondanks het akoestisch actieve plafond (met holle ruimte erachter)
blijft een meer dan realistische kamerhoogte over...

4. Symmetrie en de mogelijkheden
voor een Symmetrische Opstelling

Symmetrie had met evenveel recht ook als eerste punt genoemd kunnen worden, zo belangrijk is het voor de totale muzikale presentatie.
Het is met name belangrijk voor het links / rechts evenwicht in de ruimtelijke component van de muzikale afbeelding.

Aan symmetrie werd ook niet voor niets een heel artikel gewijd.
Klik
HIER om het te lezen.



Symmetrie in de opstelling van luidsprekers wil zeggen: links en rechts identieke afstanden tot vloer, plafond, zijmuur en achterwand; identieke hoeken waarmee de luidsprekers worden ingedraaid en eventueel ook achter- of voorover hellen; alles op basis van een identieke waterpas-opstelling van de luidsprekers en de ondergrond.

Symmetrie zorgt ervoor dat de verschillen tussen het geluidsaandeel van de linker en de rechter luidspreker minimaal zijn en in elk geval geen nadelig hoorbare uitwerking hebben. Elke goed geïnformeerde muziekliefhebber weet dat zijn hardware en luidsprekers werden gebouwd om minimale elektronische en mechanische toleranties mogelijk te maken tussen links en rechts. Soms werden componenten zelfs
gematcht als een paar. Ook dit heeft tot doel om verschillen tussen de twee (of meer) kanalen zo klein mogelijk te maken, in elk geval
binnen 0,3dB.

De meetbare 'gebreken' die zich door een asymmetrische luidsprekeropstelling manifesteren kunnen zomaar links / rechts verschillen in het leven roepen die selectief 10dB of meer omvatten!

Het belang van symmetrie in de opstelling is dus
objectief essentieel om de technische specificaties van hardware en luidsprekers zoveel mogelijk te kunnen realiseren. Je zou je kunnen realiseren dat het effect van de scherpe fabricage- en ontwerptoleranties van je apparatuur -- waarvoor je in zekere zin ook hebt betaald -- behoorlijk tenietgedaan wordt door een gebrekkige luidsprekeropstelling, juist als er asymmetrische componenten in het spel zijn.

Samen met een onbeheerste nagalmtijd is asymmetrie in een muziekruimte en/of opstelling het meest voorkomende akoestische euvel geweest, dat ik op locatie heb aangetroffen.
Ik trof één of beide fenomenen aan in bijna elke luisteromgeving, zowel bij de allerduurste alsook bij bescheiden audiosets. Het tegendeel -- evidente aandacht voor opstelling en symmetrie -- werd gelukkig ook in alle "lagen" van audioland aangetroffen! Door het beginsel van symmetrie nauwgezet te respecteren bij alle aspecten rond de opbouw en opstelling van de geluidsinstallatie, alsmede bij de eventuele akoestische aankleding van de luisterruimte, wordt stap voor stap elke onbalans die als gevolg van asymmetrie zou kunnen ontstaan zoveel mogelijk uitgesloten van deelname aan de muzikale presentatie. Iedereen die zich serieus wil bezighouden met zaken als optimale opstelling en opbouw van een geluidsinstallatie kent wel het belang om met het linkerkanaal precies hetzelfde te doen als met het rechterkanaal.
Het maakt hierbij vanzelfsprekend niets uit of het om elektronische
of om mechanische ingrepen gaat!


Naast deze asymmetrie die als gevolg van onachtzaamheid van jou, als gebruiker, de opstelling en weergaveketen weet binnen te sluipen bestaat er ook asymmetrie van de ruimte zelf.
Een schoorsteenmantel die zich duidelijk veel meer achter de linker dan achter de rechter luidspreker bevindt kan de oorzaak zijn voor een hardnekkige onbalans in de ruimtelijke afbeelding van je muziekweergave. Soms is die onbalans dan ook frequentie-afhankelijk, en kan daarom niet met een eventuele balansregelaar worden opgeheven.

Er zijn best veel kleine en grote praktijkvoorbeelden van door de ruimte geïntroduceerde asymmetrie te bedenken. Sommige zijn (relatief) onschadelijk, maar andere werken zeer ontregelend uit.
De asymmetrie die in bovenstaande tekening te zien is zal zich op een evidente en storende manier manifesteren.

Een opsomming van enkele van de meest voorkomende vormen van asymmetrie in een ruimte thuis; je zult ze misschien herkennen:

  • Schoorsteenmantel of inspringende muur, min of meer gesitueerd achter één van de twee luidsprekers, of ook wel opzij langs één van de twee zijwanden.

  • Glaswand of grote raamoppervlakken op één zijwand, terwijl de andere zijwand een normale stenen muur is.

  • Een zijwand op 70cm afstand van de linker luidspreker, terwijl de rechter luidspreker helemaal vrij is opgesteld (wat je soms tegenkomt in de L- of Z-kamers uit bovenstaande tekening.

  • De wand achter de luisterplaats (de achterwand) loopt niet over de volle breedte van de ruimte. Ook dat kom je tegen in L- of Z-kamers, en is afhankelijk van de gekozen oriëntatie van opstelling en inrichting.
    Zo kan het 180° keren van de opstelling uit bovenstaande tekening maken dat de asymmetrie nu aan de kant van de luisteraar komt te liggen, en niet langer aan luidsprekerzijde. En dat kan er dan voor zorgen dat de asymmetrie ineens
    veel minder uitgesproken tot uiting komt in het geluids- en ruimtebeeld. Dat is dan goed nieuws voor je muziekbeleving, want je zult door deze maatregel het te sluiten compromis ineens sterk verkleinen!

  • Zware, gestoffeerde meubels langs één zijwand, en een lange, ononderbroken en ongebruikte (glas)wand aan de tegenoverliggende zijkant van de ruimte.



Asymmetrie kent natuurlijk nog meer gezichten.
Misschien druist het geheel tegen je verwachting in, maar de uitwerking van asymmetrie op de ruimtelijke afbeelding van muziek is bijna altijd
minder funest indien de ruimte nog niet akoestisch werd geoptimaliseerd! Onbeheerste reflecties zullen zich immers voegen bij de aanwezige fysieke asymmetrie, en zulke reflecties zullen op zichzelf al sterk afbreuk doen aan ruimtelijke afbeeldingskwaliteiten.
Maar wanneer het nagalm- en reflectiekarakter in een ruimte
wel onder beheersing is gebracht, dan zullen de wat meer subtiel uitwerkende ontwrichtingen als gevolg van asymmetrie navenant veel duidelijker hoorbaar worden.

Alleen al om deze reden is het belangrijk om, bij een serieus ontwerp voor een muziekruimte, het behoud van symmetrie bovenaan de prioriteitenlijst te plaatsen.

Vanzelfsprekend zul je, vooal in een dedicated ruimte die van de grond af aan kan worden gebouwd, geen asymmetrie
hoeven toe te laten als je dat tenminste niet zelf introduceert!
Dat lukt natuurlijk uitstekend als je de locatie van de toegangsdeur en de eventuele ramen nog even
'flexibel' kunt houden tijdens de ontwerpfase van de ruimte. In de rechter kolom zie je een eindje naar boven het grondplan van een dedicated muziekruimte die voor dit doel werd ontworpen. Het vermijden van asymmetrie was daarbij een doorslaggevend criterium, waar andere overwegingen voor moesten wijken.
Het respecteren van symmetrie loont de moeite, en is zonder enige twijfel het belangrijkste of op één na belangrijkste kwaliteitscriterium voor een ruimte, waaraan de eigenaar
hoge muzikale eisen stelt..


naar boven








welbewust doorgevoerde symmetrie





welbewust ontworpen symmetrie





welbewust uitgevoerde symmetrie (nr.13 uit het ontwerp hierboven) in de vorm van fractale QRD-diffusie





asymmetrie door objecten en de positie van de hardware; (raam en gordijn asymmetrisch geplaatst)
en vlak ook de destructieve rol van de salontafel niet uit!!!





relatief onschadelijke asymmetrie, deels door de gebruiker veroorzaakt, deels inherent aan de ruimte






5. Vrijheid bij het verfijnen van de Opstelling


Het lijkt een nogal simpel aandachtspunt te zijn, maar
schijn bedriegt sterk in dit geval...

"De grote drie" van de audiofiele hobby -- de drie onafscheidelijke peilers, waarop het succes van een overtuigende muzikale weergave leunt -- zijn hardware, opstelling en akoestiek.

Door één van deze drie te verwaarlozen of te negeren zal nooit het volledige potentieel van overtuigende muziekweergave kunnen worden gerealiseerd, ongeacht de gemaakte investeringen op om het even welk gebied.

Het verfijnen van de opstelling is bovendien ook het enige
kostenloze aspect van deze hobby, terwijl het zeker even doorslaggevend zal uitwerken als de aanschaf van kostbare hardware!

En dat is eigenlijk goed nieuws.....

Voor wat praktisch leesvoer over de basisbeginselen van het opstellen van luidsprekers en een luisterplaats kun je
HIER klikken.

Een goede opstelling maakt deel uit van de drie essentiële peilers van deze hobby.
Er moeten wel heel zwaarwegende redenen zijn om zoiets fundamenteels te willen compromitteren.
De keerzijde en prijs ervan zullen altijd
te hoog zijn...


Natuurlijk gebeurt het soms dat je gewoon geen andere keus hebt dan die ene, minder gunstige opstelling. Dat komt het meest voor als de luisteromgeving tevens een woonomgeving is. Als woon- en luistergenot botsen dan doen ze dat vaak in verband met de opstellingsmogelijkheden.

Niettemin komt het ook wel regelmatig voor dat een zekere onwetendheid, onzorgvuldigheid of zelfs desinteresse de werkelijke reden is voor een ongunstige opstelling, en niet een woontechnische noodzaak.

Bij het inrichten van een ideale luisterruimte, waar deze zich ook in huis bevindt, zou je je rekenschap moeten geven van
alle mogelijkheden om het gekozen luidsprekersysteem optimaal op te stellen in die ruimte. Terwijl je vaak zomaar tien- twintig of dertigduizend euro zonder blikken of blozen zou kunnen spenderen aan hardware, kun je dat allemaal door een
nodeloos gecompromitteerde opstelling weer uit het raam kieperen.

Een bescheidener audioset zou in zo'n situatie weleens evengoed kunnen presteren en evenveel muziek laten horen, maar achteraf veel minder financiële frustratie opleveren...




JUIST in akoestisch geoptimaliseerde ruimtes is het verfijnen van de opstelling onontbeerlijk


6. Een 'correcte' plaatsing van ramen en deuren

Geheel in overeenstemming met de Wet van Murphy
zitten ramen, deuren, schoorsteenmantels, erkers, uitbouwtjes
en andere woontechnische uitbundigheden in je muziekruimte
altijd precies op een foute plek,
vanuit muzikaal oogpunt bezien...

Als je in staat bent om zelf de locaties van zulke elementen in de ruimte naar je hand te zetten of in je voordeel toe te passen, dan verdient het aanbeveling om de beslissing waar ze moeten komen zo lang mogelijk voor je uit te schuiven - in elk geval zolang als nodig is om het volledige akoestische plan voor die ruimte uit te werken.
Tegen het einde van die uitwerkingen wordt dan wel definitief duidelijk welke locaties daarvoor geschikt zijn binnen het gekozen ontwerp. Uiteraard is zoiets ook van toepassing op de plaatsing van andere
"onontbeerlijke elementen", zoals verwarmingsradiatoren, een airco, mediaracks en aanverwante zaken waarvan je beslist wil dat ze een plaats krijgen in de muziekruimte.

In alle andere gevallen zul je creatieve oplossingen moeten verzinnen op de locaties waar deze elementen van huis uit werden aangebracht. Met de nodige vindingrijkheid is er veel mogelijk!

Je kunt bijvoorbeeld tijdens kritische luistersessies of het bekijken van films de ramen
in de eerste reflectiezone behandelen
met mobiele hulpmiddelen, zoals diffusermodules op wieltjes of hangend aan een rail (als schuifdeuren of gordijnen). Salontafels kunnen misschien ook van zwenkwielen worden voorzien, zodat je ze voor dat moment buiten de luisterdriehoek kunt rijden.

Desondanks kan de plaats van elementen in een reeds bestaande ruimte vaak de reden zijn om een bruikbaar compromis te sluiten. Als er bijvoorbeeld links op de zijwand een flink venster zit, precies ter hoogte van je eerste reflectiezone, dan is het niet zinvol om alleen aan de rechtse kant, waar dit dus gemakkelijk kan, een diffuserconfiguratie toe te passen.
De impact van diffusers is dermate groot, dat eenzijdige toepassing ervan akoestische asymmetrie zou veroorzaken. Daardoor zou het middel erger zijn dan de kwaal.

Beter zou het in zo'n geval zijn om
op de rechtermuur eenzelfde gordijn te hangen als voor het raam op de tegenoverliggende wand, opdat beide wanddelen in de zo belangrijke eerste reflectiezone tenminste akoestisch symmetrisch lijken voor het geluid! Een andere oplossing zou kunnen zijn om middels een railsysteem tijdens de luistersessies een diffuserconfiguratie voor het raam te schuiven, terwijl op de tegenoverliggende wand eenzelfde configuratie permanent aan de muur werd gemonteerd.
Dat soort creativiteit dus...






7. Vrije Hoekruimte

Eén akoestische parameter die in veel gevallen niet afdoende door de ruimte zelf kan worden verzorgd betreft het genereren van voldoende absorptievermogen om lage frequenties in het gareel te krijgen.

Tegelijkertijd zal het wel zo zijn dat het inrichten van een woonruimte met louter huiselijke elementen nogal veel midden- en hoogabsorptie zal genereren. In de praktijk brengt dit dan een situatie met zich mee, waarin absorptie van midden en hoog redelijk of helemaal in orde kan zijn, terwijl de absorptie van frequenties onder 300Hz, en in het bijzonder frequenties onder 150Hz, nog ernstig tekort kan schieten.

Om aan deze
onbalans in breedbandig nagalmkarakter tegemoet te komen is het in veel gevallen nodig om voldoende absorberende elementen (= absorptievermogen) in de ruimte te integreren waardoor ook het nagalmkarakter voor de lage frequenties voldoende kan worden verkort.

Bij punt-3 (kamerhoogte) werd gesteld dat het plafond in principe HET aangewezen en grootste ongebruikte oppervlak is om in een gegeven ruimte de nagalmtijd breedbandig (en wel voor 80%) mee onder controle te krijgen. Wanneer, op grond van kamerhoogte of andere woontechnische overwegingen, een verlaagde plafondconstructie niet uitvoerbaar is, zal het gemiste absorptievermogen zeker op een andere manier tot stand moeten worden gebracht, want er is immers voornoemde onbalans aanwezig tussen laagabsorptie enerzijds en midhoog-absorptie anderzijds.

Precies zo'n situatie zie je hier rechts op de foto: het plafond van deze kelderruimte is tamelijk laag. Het werd voor alle frequenties van 350Hz en hoger succesvol akoestisch behandeld met cellulose-spuitpleister. Een plafondverlaging zou hier simpelweg niet mogelijk zijn, omdat de ruimte dan optisch te laag zou worden en bovendien ongeschikt zou worden voor het grote luidsprekersysteem dat hier moet worden opgesteld.
Aan de beide uiteinden van ruimte, die meer dan lang genoeg is voor dit doel, wordt de volledige wand gebruikt voor het integreren van diepe en minder diepe basstraps, die in hun samenhang het absorptievermogen voor het volledige frequentiespectrum onder 300Hz voor hun rekening nemen.


Voor elke vorm van bass-management (basstraps dus) zijn
de hoeken van de ruimte altijd bij uitstek geschikt.
De hoeken zijn de locaties waar je met succes afgestemde basstraps kunt plaatsen of inbouwen (integreren). Dankzij een doordachte plaatsing van de vaste elementen in de ruimte, zoals ramen en deuren, is het in principe wel mogelijk om minstens twee, maar liever nog vier kamerhoeken vrij te houden voor het verzorgen van de voor die ruimte benodigde aanvullende laagabsorptie. In nevenstaande kelderruimte is dit van nature al het geval: er zijn simpelweg van huis uit geen ramen en deuren aangebracht op de lange uiteinden.

De noodzaak voor speciale maatregelen voor lage frequenties onder 300Hz is op voorhand meestal ook zonder metingen wel goed in te schatten:

Geen verlaagd plafond mogelijk? Dan moet er zeker basstraps en eventuele andere maatregelen voor laagabsorptie worden toegepast, tenzij er slechts een klein luidsprekersysteem zal worden gebruikt.

Wel een (tenminste 20cm) verlaagd plafond mogelijk? Dan zijn er waarschijnlijk veel minder of mogelijk helemaal geen aanvullende maatregelen nodig voor laagabsorptie.

De vrije ruimte die voor basstraps dient te worden gereserveerd beloopt in de decimeters, tot maximaal 1 meter aan toe.
Zie het rechter voorbeeld van de in aanbouw zijnde muziekruimte.

Een en ander komt in de loop van een akoestisch ontwerp voor een ruimte duidelijk naar voren. Het kan ook achteraf nog naar voren komen, bij het verrichten van metingen van het nagalmkarakter in een reeds bestaande situatie. In zulke gevallen kan het soms nogal lastig zijn om nog voldoende absorptievermogen te genereren, zonder direct ingrijpend te gaan doen in de ruimte of zonder direct flink te moeten investeren in dedicated basstraps.

Er is in in zekere zin ook goed nieuws: er zijn zowel verticale (staande) als horizontale (hangende) hoeken, zodat er doorgaans veel meer vrije hoekruimte beschikbaar is dan op het eerste gezicht mag lijken.
In de rechter foto wordt alle hoekruimte ingericht als basstrap, terwijl het centrale middendeel gereserveerd wordt voor diffusers.

De hoek waar wand en plafond of wand en vloer samenkomen is ook een geschikte locatie voor het installeren van hangende of liggende basstraps. Het is zeker niet nodig dat basstraps
rechtop staan....

Het absorberen van hogere resonantiemodi (tussen 125 en 300Hz) kan meestal ook vanaf andere locaties dan de echte kamerhoeken plaatsvinden. De basstraps die verder uit de hoek liggen, hier rechts, zijn daar een voorbeeld van. Zulke basstraps mogen ook willekeurig langs de lengte van de kamer worden toegepast. Ook daar geldt: een hoek die gevormd wordt door het plafond en een zijwand is ook een hoek! Er is dus vaak voldoende vrije hoekruimte voorhanden.


naar boven








boven: optimaal benutten van vrije hoekruimte middels een eenvoudige basstrap

onder: de bouw van een voorwand met een volledig bass-management en centrale ruimte voor diffusie



voorwand met bass-management in aanbouw (boven) en na voltooiing (onder)...

8. Een spaarzame, dedicated Inrichting


In een normale woonsituatie zul je deze aanbeveling onmiddellijk naast je neer kunnen leggen! Niet iedereen wenst immers in een minimalistische omgeving te
wonen.

Niettemin is het zo dat het, voor compromisloze kwaliteitsweergave, zinvol en nodig zal zijn om alle objecten die niet-essentieel zijn voor de muziekbeleving
buiten de luisterdriehoek te houden.

Zo heeft louter het weghalen van een salontafel uit een overigens uitstekend ingerichte luisterdriehoek soms dramatische gevolgen ten goede voor de ruimtelijke afbeelding en stabiliteit van het stereobeeld.
Met een beetje goede wil is het soms ook mogelijk om deze salontafel van zwenkwieltjes te voorzien, zodat deze tenminste tijdens kritische luistersessies uit de driehoek kan verdwijnen, om één open deur te noemen waar bijna niemand achter kijkt...


Het is een feit dat ook
kleine objecten of constructie-elementen dichtbij één of beide luidsprekers een grote akoestische schaduw kunnen werpen, heel wat groter dan het object zelf.

Hier staat tegelijk ook tegenover dat zelfs grote objecten in een ruimte geheel onschadelijk kunnen zijn, mits ze ver genoeg van de luidsprekers en/of de luisterplaats verwijderd zijn, of zich in elk geval
buiten het directe geluidsveld bevinden.

Je kunt je daarnaast realiseren dat ook kleine, losstaande objecten
onmiddellijk rondom de luidsprekers grote oorzaken van asymmetrie kunnen zijn -- zie ook punt-4.
Vanzelfsprekend is één van de grootste voordelen van een dedicated luisterruimte of thuisbioscoop de mogelijkheid om alleen de voor die ruimte essentiële objecten toe te laten en hiervoor bovendien een akoestisch onschadelijke plaats voor uit te kiezen.
Als je er onverhoopt toch niet aan zou ontkomen om een object ietwat ongunstig op te stellen, dan zou je dit misschien zelfs beter nog
symmetrisch kunnen doen.
Het belangrijkste gereedschap dat je in een dedicated ruimte helemaal in de hand kunt houden is de inrichting ervan en daarmee ben je in staat om op zijn minst de essentiële symmetrie in die ruimte te behouden, en ook om de benodigde neutraliteit te garanderen voor wat betreft zaken die je er zelf los in aanbrengt of neerzet.

Als je nog een stapje verder gaat, blijken er soms ook psychologische factoren een rol te spelen in de dedicated muziekruimte.

Het lijdt natuurlijk geen twijfel dat het buitensluiten van allerlei buitengeluiden de rust tijdens muziek luisteren positief zal beïnvloeden. Elke vorm van zintuiglijke afleiding is in de context van muziekbeleving nooit gunstig, vandaar dat het ook altijd ontbreekt op locaties die speciaal voor dit doel voor het grote publiek worden gebouwd (concertruimtes).

Visuele rust in de luisteromgeving is, in elk geval voor veel mensen, een factor die behoorlijk ongemerkt kan doorwerken in het luistergemak en de beleving. Natuurlijk is het allemaal ook een zaak van smaak en voorkeur, maar zintuiglijke rust behoort normaal gesproken wel tot het totale pakket dat een goede muziekruimte kenmerkt. In de akoestisch verantwoorde grote muziekruimtes die je ongetwijfeld kent - het theater, de bioscoop en de concertzaal - speelt het weglaten van zinloze zintuiglijke afleidingen een belangrijke rol. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat dit in je eigen huiselijke omgeving niet precies zo zou zijn, vaak sterker waarneembaar bovendien.












beperking tot de (kleurloze) essentie: de enige afleiding is de muziek zelf...








ook dit is een dedicated inrichting,
hoewel het ontbreken van visuele rustpunten niet iedereen zal plezieren...

9. Goede Afmetingsverhoudingen of Ratios


Van alle besproken criteria is het afstemmen of aanpassen van de ratios van een muziekruimte in principe wel het lastigst in de praktijk te brengen, samen met het elimineren van door de ruimte veroorzaakte elementen van asymmetrie.

Een zo leesbaar mogelijk artikel tracht het belang en nut van goede ratios begrijpelijk uiteen te zetten.
Klik
HIER om naar dit artikel te gaan.

Heeft het wel zin om je met ratios bezig te houden?

Het antwoord is
JA omdat het, ook bij bestaande ratios, nuttig is om te weten hoe goed of slecht ze eigenlijk zijn. Ongunstige ratios spelen een belangrijke rol bij
hardnekkige problemen met de laagweergave.
Ongunstige ratios werken echter niet meer nadelig uit voor frequenties boven 300Hz.
Een probleem met de ratios komt dus altijd tot uiting in het gebied van de lage tonen (<300Hz).


Voor een succesvolle aanpak van akoestische problemen is het nodig om de oorzaken van de akoestische problemen te kennen. Die diagnose is belangrijk om niet in de verkeerde richting te gaan zoeken naar de oplossing van problemen.
Lengte, breedte en hoogte van een gegeven ruimte zijn onvermijdelijke parameters, en ze zijn bepalend voor
welke staande golven waar in de ruimte zullen optreden. Het patroon van staande golven of ruimteresonanties is op zijn beurt -- in combinatie met de opstelling -- een bepalende factor voor de pieken en dalen in de weergave van lage tonen onder 300Hz.

De resonantiemodi van een ruimte kunnen met behulp van eenvoudige berekeningen in kaart worden gebracht, zoals rechts en hieronder te zien is.

Met zulke berekeningen kunnen uiteraard ook de resonantiepatronen in
nog niet bestaande ruimtes gemakkelijk op voorhand in kaart worden gebracht.


Goed nieuws is, dat ook een bestaande ruimte die niet over gunstige ratios beschikt, daar in principe wel over kan gaan beschikken, op voorwaarde dat de ruimte groot genoeg is om enige verkleining tot zulke ideale ratios mogelijk te maken.
Het is soms mogelijk om door het verminderen van de lengte en/of de breedte uit te komen op een weliswaar iets kleinere ruimte, maar dat zal er dan wel een zijn die over gunstige ratios kan beschikken. Verkleinen betekent in de praktijk het plaatsen van een harde binnenmuur bijvoorbeeld van gasbeton.
Het kostenaspect hoeft hier niet bepaald de doorslag te geven.

Het verschil tussen goede en slechte ratios kan zoiets als een decimeter zijn!
Daarom is het niet direct absurd om te stellen dat ideale ratios haalbaar kunnen zijn
binnen een reeds bestaande ruimte en daarom is het niet meteen al vergezocht
om ratios serieus te nemen, en zo mogelijk te onderzoeken...

Het wijzigen van de ratios kan uiteraard bij jezelf op weerstand stuiten, omdat het om een enigszins ingrijpende aanpassing kan gaan. Daarom wordt het ook niet zomaar gedaan, maar hoogstens als op grond van berekeningen vaststaat dat juist door aanpassing van dit aspect grote winst te boeken zou zijn.
Bestaande ratios zijn dus vaak een compromis. In het ongunstigste geval kan het betekenen dat je moet leren leven met een permanente signatuur in de basweergave, die ook met een optimale opstelling, de inzet van afgestemde basstraps en de juiste hardware nooit volledig te neutraliseren zal zijn.






 

10. Akoestische Neutraliteit van de Constructie
plus een Correct Nagalmkarakter


Het belang van een correct nagalmkarakter voor een muziekruimte is tamelijk veelomvattend. Daarom heeft dit criterium er eigenlijk ook alle recht op om als eerste te worden genoemd. Wanneer je alles over de praktijk van nagalmbeheersing wilt weten, klik dan
HIER voor een uitgebreid artikel.

De invloed van een te lange nagalmtijd omvat een aantal hoorbare aantastingen van het oorspronkelijke muzieksignaal. Een korte opsomming laat zien dat die aantastingen eenzelfde klanksignatuur kunnen hebben als problemen die door hardware of een gebrekkige opstelling kunnen worden ingebracht. Je zult zien dat het zelfs niet denkbeeldig hoeft te zijn dat je de schuld voor zulke problemen onterecht legt bij de hardware of de opstelling, terwijl die er voor de verandering nu eens niets mee van doen hebben!

  • Aantasting van de klankbalans (kleuring).
    Afhankelijk van de in de onbehandelde ruimte aan- en afwezige
    natuurlijke absorptie kan de weergave nadrukkelijk donkerbruin van kleur lijken te zijn, maar evengoed uitgebleekt wit, om maar de meest beeldende omschrijvingen voor zulke ongewenste klankextremiteiten te gebruiken.
    Kleuring door akoestische gebreken kan in essentie hetzelfde klinken en waargenomen worden als kleuring door slechte hardware of een foute opstelling. In de praktijk kan het lastig zijn om dit onderscheid daadwerkelijk te duiden. Toch is het kennen van de oorzaak of oorzaken altijd een grondvoorwaarde voor het bedenken van correcte en passende tegenmaatregelen!

  • Aantasting van de totaalindruk van de dynamiekomvang.
    (Macro-)dynamiek is het contrast tussen de stille of uitstervende passages en de transiënten of 'uitbarstingen' van geluid in een muziekstuk. Als de ruimte het directe geluidsveld te lang laat naijlen, dan kan
    de stilte van uitgestorven dynamiek in de ruimte niet intreden, voordat er alweer een nieuwe transiënt komt. Wanneer die transiënt vanuit de bedoelde stilte zou ontstaan lijkt deze subjectief beduidend krachtiger te zijn, dan wanneer die piek temidden van een nog altijd in de ruimte wegstervende galm plaatsvindt.
    Dynamiekomvang berust op dit contrast, en wanneer het nagalmkarakter van een ruimte voldoende kort is, zullen geluiden nooit langer kunnen naijlen dan vanuit de opname wordt bedoeld.

  • Aantasting van de ruimtelijke afbeelding.
    Een gemiddeld vloerstaand luidsprekersysteem, geplaatst op minder dan 1 meter voor een harde en vlakke wand, zal een vaak voorkomend verschijnsel laten horen:
    versmering. Het achterwaarts door luidsprekers afgestraalde en via die voorwand gereflecteerde geluidsveld mengt zich met het direct door de luidsprekers afgestraalde geluidsveld, terwijl het eerstgenoemde minimaal achterloopt in tijd bij het laatstgenoemde. Het tijdsverschil is dermate kort (door de minimale afstand tot de wand) dat direct en gereflecteerd door de waarnemer als één geluidsveld worden waargenomen. Niettemin is dat ene geluidsveld versmeerd over een heel kort tijdsvenster, en dat levert hoorbare problemen in de ruimtelijke afbeelding op. Dit verschijnsel heet versmering, en de aanpak hiervan maakt deel uit van het pakket maatregelen voor reflectiebeheersing.

  • Aantasting van de rust en stabiliteit in het stereobeeld.
    Door een groot overschot aan gereflecteerd geluid in een onbehandelde muziekruimte raken de focus en de stabiliteit van het directe geluidsveld enigszins overstemd en ondergesneeuwd. Dit eveneens frequentie-afhankelijke verschijnsel wordt navenant sterker bij stijgend volume, totdat er zogezegd een duidelijk punt van
    verzadiging van de ruimte optreedt. Dat is wanneer het geluidsbeeld helemaal dichtloopt en wanneer je daar even naar luistert ontstaat vanzelf de neiging om het volume zachter te zetten of helemaal met luisteren te stoppen (luistermoeheid).
    Onbeheerste reflecties brengen een sterke vorm van
    onrust met zich mee, die vooral in het stereobeeld tot uiting komt en de plaatsing van instrumenten en stemmen frequentie-afhankelijk laat zijn. Een teveel aan reflecties versterkt ook de schreeuwerigheid van het middengebied, ongeveer zoals een slecht ontworpen middentoonsectie in een luidspreker kan klinken. Vroege reflecties bereiken als een bundel van min of meer incompleet (gekleurd) geluid het oor en strijden dan om voorrang met het direct afgestraalde geluid. Er hangt ook bijna altijd een minder goed gedefinieerde basweergave samen met een onbehandelde ruimte, waarin natuurlijke laagabsorptie deels of grotendeels ontbreekt, met nadrukkelijke problemen rond kleuring in het lage middengebied.

  • Aantasting van de in de opname besloten ruimte-informatie.
    De grove ruimtelijke effecten die een onbehandelde luisterruimte onbedoeld veroorzaakt dankzij reflecties en galmkarakteristieken zijn
    veel sterker in amplitude en uitwerking dan de subtiele ruimtelijke effecten die in een goede muziekopname zelf besloten liggen. Naarmate de ruimte waarin muziek weergegeven wordt zelf stapjes terug kan doen - doordat het nagalmkarakter breedbandig onder beheersing komt en de reflecties kunnen worden getemd - kan de echte ruimte uit de opname zich navenant beter manifesteren.

  • Aantasting van de ambiance; dit aspect overlapt met het voorgaande.
    Dit bestaat eruit dat het voornaamste muzikale gebeuren zich uitsluitend nog voor de luisteraar en tussen de luidsprekers lijkt af te spelen,
    in een plat of nagenoeg plat vlak of, als het echt tegenzit, uit twee luidsprekers lijkt te komen (beaming).
    Ambiënte muzikale informatie is afwezig of wordt geheel gesmoord in de grotere problemen die inherent aan de ruimte zelf zijn.
    De sensatie dat de ruimte als geheel muziek maakt en de muziek 'ruimte laat innemen', zoals bij akoestisch levende muziek het geval is, ontbreekt hier geheel of gedeeltelijk.


Met name dit laatste aspect - het terugwinnen van de ambiënte informatie - is een van de
"final frontiers" van akoestische optimalisatie. Dit aspect komt pas echt goed tot uiting als reflectiebeheersing in beeld komt.

De enige ruimte die zichzelf akoestisch kan wegcijferen is een dode ruimte.
Een dode ruimte is dus een ideale akoestische ruimte om muziek in te beluisteren.

De eerste zin is helemaal correct.
De tweede is helemaal onjuist.


We willen namelijk geen ruimte bezitten die zichzelf volledig wegcijfert!

Wat je wel zou willen is
een voldoende levende en 'dragende' akoestiek, die een optimale afspiegeling is van een akoestische muzikale realiteit, en die realiteit omvat altijd reflecties -- een indirect geluidsveld dat ons omgeeft, samen met een direct geluidsveld.

In de kunstmatig gereproduceerde muziek thuis hebben we dit ondersteunende aspect van akoestiek nodig, om de overdracht mogelijk te maken van ruimtelijke en ambiënte informatie die in een goede opname besloten kan liggen. Zodat je tijdens het luisteren de ervaring kan hebben dat
de ruimte als geheel muziek transporteert en een ambiance draagt, waarin informatie niet alleen uit een plat vlak voor de luisteraar komt, maar zich ook opzij van, boven en achter de luisteraar kan bevinden.

Het is zeker nodig om de akoestiek voldoende levend te houden.
Een dode ruimte kan haast niet verder verwijderd zijn van dit streven!


Het hoog boven 5kHz is door een gangbare huis- tuin- en keukeninrichting al redelijk gemakkelijk weg te absorberen. Door goedbedoeld maar ondoordacht gebruik van minerale wol en andere poreuze isolatiematerialen zul je je bruikbare hoogweergave zelfs veel teveel dempen en daarmee een stuk ambiënte informatie om zeep helpen.

Juist het behoud van dat onbelemmerde hoog is vereist om de omhullende ambiance te kunnen herscheppen in je ruimte. Audiofielen maken soms melding van het feit dat, als gevolg van een belangrijke upgrade, zaken in de muziek naar voren komen die eerst niet werden neergezet, of in elk geval heel wat minder overtuigend. Welnu, in bijna alle opnames zit simpelweg heel wat meer informatie verscholen dan er daadwerkelijk kan worden neergezet. Het betreft dan met name ambiënte aspecten van de in een opname zelf besloten ruimte-informatie.

Omdat het om een van de echte final frontiers van muziekweergave thuis gaat, namelijk om deze latent aanwezige kwaliteiten te kunnen onttrekken aan je geluidsinstallatie en neer te kunnen zetten in je ruimte, is het ook geen echte verrassing dat het om een akoestisch aandachtspunt gaat.
Als het een zuiver hardware-gerelateerd aspect zou zijn, dan had de audiofiele gemeenschap het allang en breed ontdekt en ten nutte gemaakt. Maar akoestiek is natuurlijk niet zo glamoureus...


naar boven






 

11. Beheerste Reflecties,
met name rond Eerste Reflectiezones


De kernactiviteit van akoestiek is de
veelzijdige manipulatie van de balans tussen het directe geluidsveld en het indirecte of gereflecteerde geluidsveld.

Over het directe geluidsveld weten de meeste liefhebbers, en audiofielen, heel veel. Dat is immers het geluid dat direct via de hardware uit de luidsprekers zelf komt, en onze oren bereikt zonder enige omweg. Daarmee komt het directe geluidsaandeel in feite voor rekening van de hardware, de kwaliteit daarvan plus het succes van de opstelling van dit alles.

Aangezien het op de luisterplaats waargenomen geluid echter altijd een samenspel is van direct en door de ruimte gereflecteerd geluid, is het negeren van de kwaliteit van het gereflecteerde of indirecte geluidsveld in feite hetzelfde als het negeren van de helft van de muziek.

Zo bezien is het wel wat absurd als je je realiseert dat dit toch op vrij grote schaal plaatsvindt...

Een artikel op deze site,
"Het Dualisme van Geluid" gaat speciaal en uitgebreid in op de rollen die het directe en het indirecte geluidsveld spelen.

Het komt daarom niet als een echte verrassing dat juist het indirecte geluidsveld in de meeste luistersituaties het audiofiele muziekfeestje bederft en de prestaties van hele mooie apparatuur reduceert tot een weinig opwindend geluidswandje, dat nauwelijks echte betrokkenheid en overtuigingskracht kan oproepen en te weinig muzikaal realisme brengt om je erg lang te blijven boeien.

Maar ook het indirecte geluidsveld laat zich gelukkig prima manipuleren!
Het beheersen van de nagalmtijd is eigenlijk niets anders dan het reduceren van de
hoeveelheid via wanden, vloer en plafond gereflecteerde geluidsenergie. Daarnaast omvat dit tegelijk ook het reguleren van de tijdsduur waarin dat gereflecteerde geluid
actief mag zijn, voordat het moet zijn uitgestorven in de ruimte. Hoewel indirecte geluidsenergie levendigheid, ruimte, brille en kracht toevoegt aan de muzikale presentatie, zorgt een overdaad aan gereflecteerd geluid voor precies het tegenovergestelde!

De balans tussen deze twee componenten is een akoestische ontwerptarget die op veel verschillende manieren gerealiseerd kan worden, met name omdat er zoveel verschillende manieren zijn om geluid te absorberen of te verstrooien.

Het kenmerk van indirect geluid is dat het, voordat het onze oren heeft bereikt, op zijn minst één keer een oppervlak heeft geraakt, maar misschien ook wel twee of tien keer!
De meest schadelijke reflecties zijn in eerste instantie die welke ons bereiken na slechts één oppervlak te hebben geraakt - de eerste of vroege reflecties.

De locaties van waaruit ze ontstaan zijn gemakkelijk met een spiegel vast te stellen. Die locaties verdienen in de meeste gevallen speciale aandacht.
Indien het doel is om de akoestische energie die in die reflecties besloten ligt te
behouden (opdat ambiënte informatie niet teveel verloren gaat) dienen ze verstrooid te worden - in ruimte en tijd - door diffuserpanelen. Door behandeling van de eerste reflectiezones valt direct een aanzienlijk deel van de signatuur weg die een ruimte zelf kan opleggen aan het geluid en dat is precies wat we willen.
Kleuring, frequentie-afhankelijke problemen met het stereobeeld, gebrek aan ruimtelijkheid en een rommelig geluidsbeeld worden vaak veroorzaakt door het ongecontroleerde gedrag van de vroege reflecties. Door strategische toepassing van diffuseroppervlakken kan relatief eenvoudig de rol van de ruimte naar de achtergrond verdwijnen, terwijl de rol van de opnameruimte dan vanzelf naar voren lijkt te komen. Diffusie is immers geen absorptie; het voegt zelf geen absorptie van betekenis toe aan een ruimte die qua nagalmtijd in orde is.

Wat diffusie eventueel wel kan zijn valt onder andere HIER na te lezen.











boven:
manipulatie van het indirecte geluidsveld door afwisseling van harde en zachte vlakke wanddelen en diffusers


onder:
diffusie achter een dipolaire luidspreker kan de dieptesensatie van het ruimtebeeld enorm doen toenemen

Conclusie

De voorwaarden waaraan een goede muziekruimte moet voldoen zijn natuurlijk geen absolute grootheden. Afgezien van de te sluiten compromissen -- en bijna niemand ontkomt eraan -- zijn ze ook niet allemaal meetbaar.
Daardoor is ook de zwaarte van hun uitwerking niet altijd goed te voorspellen.
En bovendien tilt niet iedereen even zwaar aan dezelfde voorwaarden, of legt de audiofiele lat even hoog.

Anderzijds is het wel erg vanzelfsprekend dat symmetrie in de uitvoering en inrichting van een ruimte, alsmede in de opstelling,
altijd goed zal uitwerken en strevenswaardig is, terwijl asymmetrie dit eigenlijk nooit kan zijn.

Het blijkt zelden mogelijk te zijn om aan alle criteria tegelijkertijd te voldoen, tenzij de ruimte vanuit het niets en volledig compromisloos kan worden gebouwd. In mijn 15-jarige carrière maakte ik zoiets een keer of vijf mee.

Het is echter wel mogelijk om, vanuit het besef van de hierboven genoemde voorwaarden en het gewicht dat ze hebben, een
meer verantwoorde keuze te maken voor de mogelijkheden die een bepaalde ruimte voor geluidsweergave kan bieden. Het gelijkelijk identificeren en kennen van tekortkomingen en sterke punten -- een correcte diagnose dus -- zal wel degelijk kunnen leiden tot het verbeteren of volledig elimineren ervan.
Vaak brengen vindingrijkheid en gezond verstand veel uitkomst!

En als er er dan toch een compromis gesloten moet worden, laat het er dan een zijn waarmee te leven valt.
Eén dat niet gelijk de totale muziekweergave benadeelt of verminkt.

In een doordacht totaalontwerp voor een muziekruimte is bewust aandacht geschonken aan alle genoemde criteria en die aandacht wordt dan doorgevoerd voor zover dat mogelijk en wenselijk is. Iedereen bepaalt voor zichzelf hoe ver een ruimteontwerp moet en kan gaan, en daarmee ook hoeveel compromis hij of zij moet toestaan.

Dwars door alles heen gaat het erom
het hoorbaar nadelige aandeel van de afspeelruimte te reduceren, ten gunste van het in de opname besloten aandeel van klank en ruimte.

De rol van een goede muziekruimte is ondersteunend, maar niet overheersend. Elk van de in dit artikel besproken criteria richt zich in essentie op het realiseren van juist dat doel.



Toine Dingemans, 31 januari 2018.



naar boven