Aan
de streamer, draaitafel CD-speler of digitale
processor zijn twee interlinks
(verbindingskabels)
aangesloten. Meestal gaan die naar een voorversterker
of geïntegreerde versterker en soms ook direct naar
een eindversterker. Het betreft hier de
signaalgeleiders voor het linker- en rechterkanaal.
Interlinks zijn, vaak op meer dan één manier, zelf
ook 'symmetrisch'. Ze zijn natuurlijk even lang en
van gelijk fabrikaat. Ook zijn ze op identieke wijze
afgemonteerd met identieke, niet al te vuil geworden
(RCA-)connectoren.
Inwendig (qua fysieke opbouw) kunnen interlinks ook
symmetrisch of asymmetrisch zijn opgebouwd.
Bij symmetrie is
de geleider voor elk kanaal identiek en is er (meestal)
nog een derde, gevlochten en niet-signaaldragende
ommanteling aanwezig ter afscherming van hoogfrequent
instraling.
Bij asymmetrie (coaxiale
opbouw) is deze ommanteling wel drager
van het signaal van één kanaal, terwijl de centrale
geleider het andere kanaal verbindt. De gevlochten
afscherming dient zowel voor afscherming als
signaalvoering.
De twee interlinks zullen op hun weg van geluidsbron
naar (voor)versterker niet
in aanraking komen met
netsnoeren. Sommige willen zelfs niet dat ze andere
signaal- of luidsprekerbekabeling tegenkomen! De
gedachte erachter is het voorkomen van onderlinge
beïnvloeding, ongeacht hoe klein de kans daarop ook
is. Zo ver gaan als in het laatste voorbeeld hoeft
waarschijnlijk ook weer niet, maar het mag wel omdat
zulke scheidingsmaatregelen nooit verkeerd kunnen
uitpakken.
Ook de ontwerpers van high-end audiocomponenten gaan
soms heel ver in hun mogelijkheden om de
audiosignalen van het linker en rechter kanaal
identiek, maar zeer strikt gescheiden te bewerken of
te transporteren. Dat moet ook wel, want een
kanaalongelijkheid groter dan 1 of 1,5dB is meteen
hoorbaar. De meeste fabrikanten nemen daarom geen
genoegen met meer dan 0,5dB kanaalongelijkheid in hun
product, of dat nu een elektronisch of een
elektromechanisch component is.
Voor
jou als eindgebruiker -- de muziekliefhebber --
is het niet zo moeilijk om ergens
in de fysieke opstelling of aansluitwijze van de
geluidsinstallatie één of
een aantal onachtzaamheden tegelijk toe te laten,
die uiteindelijk de moeizaam door de fabrikant
verkregen 0,5 of zelfs 0,1dB kanaalongelijkheid (samen
met een aantal andere belangrijke criteria)
tenietdoen.
Deze houding van de eindgebruiker is er een die
meestal vanuit onwetendheid ontstaat,
en soms vanuit een zekere desinteresse
(bagatellisering van dit aspect),
of een combinatie van de twee. Welke factoren een rol
spelen weet je zelf het best, maar het bovenstaande
zal er dus toe leiden dat hoogwaardige
geluidsapparatuur simpelweg niet tot de bedoelde
hoogwaardige prestaties in staat is, ondanks alle
goede zorgen van de ontwerper.
In een ander artikel, "Wat is High-End Audio"),
werd gesteld dat de vele kleine aandachtspunten,
voorzorgsmaatregelen, voorschriften en vuistregels
die in het leesvoer op deze site naar voren zouden
komen alléén dan werkelijk resultaat kunnen
opleveren, als ze zoveel
mogelijk samen en tegelijkertijd
worden gerespecteerd. De door
mijzelf nogal eens herhaalde nadruk op nauwgezetheid,
aandacht en een synergetische aanpak bij het proces
van optimalisatie van je (huiskamer)weergave mag op
zeuren lijken, het zal uiteindelijk
toch wel vanzelf duidelijk worden hoezeer kleine
onachtzaamheden 'hier'
grote gevolgen 'daar'
kunnen hebben ....
Gradaties van Grofheid
Het plaatsen van een fors meubelstuk in de
onmiddellijke nabijheid van één van je twee
luidsprekers zal tot een onmogelijk
te corrigeren onbalans in het
geluidsbeeld leiden. De enige manier om het toch te
corrigeren is door het meubelstuk te verwijderen.
Er zijn zeker gradaties
in de grofheid waarmee
symmetrie ergens in de keten kan worden verstoord.
Dit zeker niet heel vergezochte voorbeeld van een
groot meubelstuk bij de luidsprekers werd aangehaald
om te laten zien dat een echt grove verstoring van de
symmetrie, als direct gevolg van fysieke
onachtzaamheid of onnadenkendheid van de
eindgebruiker, achteraf niet meer ongedaan kan worden
gemaakt door wat voor soort correcties dan ook. Er
kan nog wel worden gepoogd om de situatie te compenseren
met een lapmiddel, zoals de balansregelaar in
dit geval zou zijn, of met een
paardenmiddel, wat dan hier zou betekenen dat je de
pal voor de andere luidspreker ook een soortgelijke
obstructie plaatst.
In dat geval is de symmetrie immers wel weer terug...
De balansregelaar, bedoeld om intensiteitsverschillen
tussen het linker en rechter
kanaal op te heffen, kan weliswaar zinvol compenseren
voor de zwakker klinkende
luidspreker, maar het eindresultaat zal in dit geval
onbevredigend blijven. Het is immers niet alleen het
lagere volume waarvoor hier moet worden gecompenseerd!
Het meubelstuk, dat tevens fysieke obstructie is, zal
de ruimtelijke afbeelding aantasten en ook de
weergave van micro-details uit één "hoek"
van 'het podium'.
Dat kun je niet met een
balansregelaar, of met enig ander electronisch
hulpmiddel compenseren, omdat het probleem helemaal
niet electronisch van aard is, en dus geen
electronische compensatie nodig heeft voor een goede
oplossing!
In dit geval is voorkomen veruit te prefereren boven
achteraf (vruchteloos) proberen te genezen wat niet
meer te genezen valt.
Door de hele weergeefketen heen worden de twee
audiokanalen in mindere of meerdere mate gescheiden
bewerkt en getransporteerd door symmetrisch ontworpen
producten, die links en rechts het signaal op precies
dezelfde wijze bewerken, via symmetrische geleiders
doorgesluisd naar het volgende apparaat of de
luidsprekers. Daarna moet het elektrisch signaal nog
worden omgezet in de mechanische trillingen van
conussen of membranen in de twee luidsprekers (die op
zijn beurt ook zoveel mogelijk identiek zijn gebouwd
en afgeregeld).
Achterop de (eind)versterker worden links en rechts
luidsprekerkabels van (dat zal toch zeker wel)
gelijke lengte en fabrikaat aangesloten, die in elk
geval niet parallel lopen aan
bijvoorbeeld een netsnoer! Als een kabel al een
netsnoer moet ontmoeten, dan kan dat wel door ze te
kruisen. Zo passeren ze elkaar dus haaks.
De mogelijke onbalans als
gevolg van een netsnoer dat een eind parallel met
één van de twee luidsprekerkabels loopt, is
mogelijk heel subtiel, maar
doet zich dan voor in één kanaal! Bij
een systeem dat inmiddels op alle kwaliteitspunten
werd geoptimaliseerd, kan dat gewoon hoorbaar zijn
als een vorm van ruimtelijke disbalans tussen links
en rechts. Op een bepaald moment in het proces van
optimalisatie is aandacht voor de kleinste,
vooralsnog vaak over het hoofd geziene details, heel
zinvol! Dat is ook zo bij de speurtocht naar een
vooralsnog ongeïdentificeerd 'probleem'. Zoiets als
die subiele onbalans van hierboven is soms nog niet
zo 1,2,3 gevonden....
Dat die onbalans er wel
degelijk is zal hoorbaar zijn. Waardoor deze wordt
veroorzaakt is dan weer een ander verhaal... Iets
in de keten veroorzaakt het,
zoveel is zeker, en daarom mag geen enkele
omstandigheid, tweak of upgrade, ook niet die welke
eerder als positief werden aangemerkt, boven
verdenking worden geplaatst. In
elk geval niet totdat de oorzaak boven water is
gekomen.
De twee luidsprekers zijn zogenaamde elektromechanische
componenten. Op
hen rust de uitdagendste taak van alles, namelijk om
een elektrisch audiosignaal om te zetten in een
mechanische replica ervan, meestal middels 'trillend
vetvrij papier' (de
luidsprekerconussen), al
of niet geplaatst in een kastbehuizing.
Dynamische luidsprekers worden ook puntbron
genoemd, omdat ze het geluid vanuit een klein of heel
klein punt in de driedimensionale ruimte afstralen,
en niet zoals een dipoolluidspreker of lijnbron
gelijkelijk vanaf een groot oppervlak in de
ruimte.
De linkse en rechtse geluidsbronnen moeten exact op
dezelfde plaats in de driedimensionale luisterruimte
opgesteld staan, want het geluidsbeeld (ruimtelijk en
klankmatig) van een puntbronstraler in een begrensde
ruimte wordt sterk bepaald door de driedimensionale
plaats van die geluidsbron in de ruimte. Zo sterk dat
symmetrische afwijkingen van meer dan 1 centimeter in
de oppstelling van luidsprekers echt moeten worden
vermeden!
Vooral in relatie tot
de fysieke luidsprekeropstelling ontstaan er
maar al te gemakkelijk de zwaarst wegende
asymmetrische fouten die je, als gebruiker, zelf
in de keten kunt inbrengen.
Zomaar, en zonder het echt te willen!
Dat komt omdat luidsprekers
die enkel 'op het oog'
identiek werden opgesteld eigenlijk helemaal niet zo
identiek staan opgesteld in elk geval niet
symmetrisch genoeg om high-end prestaties te
waarborgen, indien de luidsprekers die kwaliteiten
bezitten.
Afwijkingen
van enkele centimeters kunnen,
door visuele plaatsing 'uit de losse pols',
gemakkelijk ontstaan, en dat is gewoon genoeg
om hoorbare verschijnselen
van asymmetrie te veroorzaken
onder goede akoestische omstandigheden.
Met name bij opstellingsgevoelige luidsprekersystemen,
zoals dipolaire luidsprekers en gesloten dynamische
systemen, kan zoiets gemakkelijk gebeuren, waarna je
jezelf vervolgens gaat afvragen waarom die
luidsprekers eigenlijk zo unaniem geroemd werden in
de audiogemeenschap!
Het loont daarom de moeite om de opstellingsratios
heel goed uit te werken door met het meetlint te
meten, alvorens deze definitief te markeren of in te
stellen. De identieke
waterpasopstelling van beide luidsprekers
is van essentieel belang voor een geheel
gelijkvormige, en daardoor zeer overtuigende,
driedimensionale weergave van de muziek.
Identieke waterpasopstelling
heeft een directe invloed op de linker- en
rechterhoek van afstraling in het directe geluidsveld,
en is als zodanig primair
bepalend voor symmetrie in de
directheid, impact en geloofwaardigheid van de
ruimtelijke presentatie.
In veel gevallen, met name in woonsituaties, zal de
ruimte zelf de grootste invloed uitoefenen op de
introductie van ongelijkheden of afwijkingen die vele
dB's bedragen. Dat is normaal en onvermijdelijk.
Ook in heel fraaie dedicated luisterruimtes kunnen
nog sterkteverschillen van 10dB aanwezig zijn... maar
dan liefst wel behoorlijk identiek bij elk kanaal!
Gelukkig
kan muziek onder
zulke omstandigheden nog steeds heel erg goed en
overtuigend klinken.
Daarom is de moraal van dit verhaal tegelijk ook,
dat je je niet volledig moet blindstaren
op kanaalongelijkheden die NA
de luidsprekers zelf nog
worden opgewekt door de ruimte zelf.
Dat is vooral ook zo, omdat zulke fenomenen zich
hoe dan ook zullen voordoen
in ELKE situatie, waarin muziek akoestisch of
versterkt wordt opgevoerd!
Elke ruimte introduceert een eigen signatuur,
maar bij goede ruimtes heeft men die zowel weten
te minimaliseren als
weten te 'ontstoren'.
naar boven
|
|