Optimale
Opstelling dus,
Maar HOE dan?
Neem een normaal ingerichte, flinke woonruimte,
formaat 10x6m of daaromtrent: tapijt, gordijnen,
stoffen of leren meubels, plus de gebruikelijke
meubelstukken, dit alles opgetrokken binnen een
betonnen (nieuwbouw)constructie van om en nabij 250cm
hoogte. Dit is een basis die van
zichzelf niet vijandig hoeft te
zijn jegens kwaliteitsweergave. Als je de
luidsprekers in deze ruimte toch eens 2 meter van de
wanden af kon zetten, en zelf dan ook op eenzelfde
afstand daarvan kon gaan plaatsnemen, dan zou je zeer
waarschijnlijk een uitstekende plaatsing en
ruimtelijke presentatie kunnen realiseren, alsmede
een zeer aanvaardbare detaillering. De klankbalans in
midden en hoog zal niet overdreven uit evenwicht
hoeven te zijn en zelfs de bas zal, dankzij de vrije
plaatsing van het luidsprekersysteem, niet gekenmerkt
hoeven te worden door hele sterke pieken en dalen.
Helaas zal het zo zijn dat een dergelijke opstelling
in 90% van de gevallen onmogelijk zal zijn in een
woonsituatie. Zelden is daar de mogelijkheid om
luidsprekers op voldoende afstand van wanden te
plaatsen, en dan tegelijkertijd het predikaat 'woonruimte'
serieus uit te dragen.
In een woonsituatie mondt de
luidsprekeropstelling als vanzelf uit in een zeker
compromis.
Dat
is omdat plaatsing dichter naar de wanden toe een
navenant hoorbare en nadelige uitwerking op
ruimtelijkheid, klankbalans èn laagweergave zal gaan
hebben. Waar het dan
uiteindelijk in de woonkamer vooral nog om gaat is
het zoeken van het beste compromis in opstelling.
Een compromis waarbij de laagweergave niet
te veel aangezet zal worden
door plaatsing dicht bij wanden, en waarbij de
ruimtelijke weergave nog voldoende overtuigingskracht
overhoudt, omdat er enige ademruimte rondom
luidsprekers en luisterplaats mogelijk is gebleven.
Ook de eventuele externe helper die zou willen
inschakelen om te zoeken naar de optimale opstelling
zal evengoed gebonden zijn aan de beperkende
maatregelen die door jou -- als bewoner of
eigenaar van de ruimte -- aan de plaatsing worden
opgelegd.
Hoewel ik me, op grond van heel wat ervaringen bij
derden thuis, heel goed realiseer dat een volmaakte
opstelling bijna niet kan bestaan, zijn er toch wel een
aantal voorwaarden die telkens terugkomen als er
sprake is van "een goede opstelling".
Mocht
je evenwel in de gelukkige omstandigheid verkeren dat
je wel een
optimale opstelling kunt realiseren, bijvoorbeeld
omdat je een flinke dedicated muziekruimte ter
beschikking hebt, dan adviseer ik je om, na dit
artikel, vooral ook het andere, uitgebreidere stuk
over compromisloze luidsprekerplaatsing te lezen,
elders op deze site.
Klik HIER voor dit artikel...
Ondanks dat een woonsituatie heel vaak niet
toestaat dat alle basisregels
correct kunnen worden toegepast, wil ik ze hieronder
toch benoemen voor de 'happy few', die er middels
creativiteit en door het bewandelen van andere wegen
- zoals voornoemde dedicated luisterruimte -in willen
slagen om tenminste met een uitstekende basis te
beginnen aan het avontuur met akoestiek.
Er is echter niets nieuws aan navolgende opsomming.
Het enige dat ik wellicht iets meer dan gemiddeld
benadruk is het belang ervan, en dus ook van je eigen
verantwoordelijkheid om er het beste van te maken.
Niemand anders kan dat aspect voor je invullen,
tenzij zo iemand een tijdje bij je in komt wonen en
de situatie van binnen en buiten leert kennen.
Het belangrijkste
doel van een geoptimaliseerde opstelling van
de luisterdriehoek en de aansturende hardware
is om het geluid van de luidsprekers (het
directe geluid) meer manifest te maken,
en tegelijk om het geluidsaandeel van de
ruimte zelf terug te dringen (het indirecte
geluidsaandeel).
Het dualisme van geluid - de twee aspecten
van geluid die samen als één muzikale
presentatie worden waargenomen - ligt in deze
doelstelling besloten.
Aan dit "dualisme
van geluid",
in feite de akoestische basis, is een eigen
artikel gewijd dat wellicht ook interessant
kan zijn als aanvulling op deze
opstellingsmaterie.
Onderstaande
aandachtspunten zijn cruciaal
en spelen hun rol uit in het eindplaatje dat 'opstelling'
heet:
Afstand
tot de voorwand
(dat is de wand achter
je luidsprekers)
Een
minimale afstand van 80-100cm tot de voorwand is
meestal wel cruciaal, tenzij het om heel kleine
systemen gaat zoals een mini-monitor op stands. In
dat geval kun je vanaf 60cm voor de voorwand al goede
resultaten verwachten.
Meer afstand
is soms zinvol, maar soms ook niet! Nog
meer afstand geeft niet automatisch nog meer
ruimtelijkheid.
Minder
afstand is zelden gunstig voor de opbouw van de
ruimtelijke eigenschappen die het systeem te bieden
kan hebben. De krachtigste reflectie - of liever
gezegd een compleet front van
reflecties - bereikt je via reflectie op de voorwand.
Hoe dichter de luidsprekers bij die wand - behandeld
of onbehandeld maakt dan niet uit - worden neergezet,
des te groter de invloed van het gereflecteerde
geluidsfront, en hoe meer het (bijna) samenvloeit met
het directe geluid.
De som van dit alles is een versmeerd en onrustig
geluidsbeeld, met in het bijzonder een middengebied
dat erg ver van de realiteit afstaat qua
overtuigingskracht. Details, zelfs de minst subtiele,
worden gesluierd. Low-level informatie is bijna
geheel afwezig. Het timbre kan niet echt tot uiting
komen (wordt ondergesneeuwd door kleuring).
Spelen met de afstand tot de achterwand,
is allereerst spelen met de
klankbalans in het laag,
en dan met de ruimtelijkheid van
de muzikale afbeelding!
Er zijn plaatsen in de ruimte waar het laag veel
zwaarder wordt aangezet dan op andere locaties. Bij
het bepalen van een optimale, minimale
afstand tot de achterwand, zou
nadrukkelijk naar een zo correct mogelijk laag en
midlaag moeten worden gestreefd; laat de presentatie
van het midden en hoog op dit punt nog gerust even
buiten beschouwing! Midden en hoog laten zich
achteraf makkelijker compenseren en reguleren dan het
laag en midlaag. Het is niet ondenkbaar dat er aan
het eind van je experimenten maar één relatief
klein fysiek gebied blijkt te zijn, waarbinnen het
laag maximaal juist is.
De midden- en hoogweergave kan evenwel vanuit
nagenoeg elke opstelling worden
verfijnd, zolang de afstand tot de achterwand maar
niet te klein wordt.
naar boven
|
Hulpmiddel bij Opstellen:
probeer eerst een uitgangspunt
te vinden
Het uitwerken van een optimale opstelling voor de
luidsprekers is meestal een tijdrovende aangelegenheid.
De meeste tijd zal gaan zitten in de
verfijning van het gevonden uitgangspunt
waarmee je het experiment aanving.
Mij werd vaak (op afstand) gevraagd wat het
beste uitgangspunt zal zijn voor
een opstelling in een gegeven ruimte. Zelfs als de
opstellingsruimte geen strenge
beperkingen heeft, zoals in een
dedicated muziekruimte vaak het geval is, kan het
vinden van het juiste uitgangspunt op
zichzelf al een hele uitdaging zijn!
Daarom hierbij een klein beetje hulp-op-afstand...
Formule
Er bestaat een eenvoudige en toch zinvolle formule
waarmee een goede uitgangspositie kan
worden gevonden in een gegeven ruimte, waarin het proces
van optimalisatie (verfijning) nog
moet aanvangen.
Die formule houdt rekening met de afmetingen van de
betreffende ruimte en zal zo min mogelijk storende
resonantiemodi plegen aan te stoten.
Het is echter wel een vereiste om over opstellingsruimte
zonder beperkingen te kunnen
beschikken, aangezien formule uitgangspunten levert die
de luidsprekers altijd ver de ruimte in brengen.
Twee formules
De eerste is bedoeld als uitgangspunt voor normale,
dynamische luidsprekers.
De tweede beoogt hetzelfde voor dipolaire luidsprekers.
1. Dynamische speakers
a. afstand tot de zijwand =
0,276 x kamerbreedte in cm.
b. afstand tot de voorwand =
0,447 x kamerbreedte in cm.
2. Dipolaire speakers
a. afstand tot de zijwand =
0,276 x kamerbreedte in cm.
b. afstand tot de voorwand =
0,618 x kamerhoogte in cm.
Let op:
alle afstanden worden gehanteerd vanuit
het hart (midden) van de wooferunit / het woofermembraan.
Dus niet vanaf de zijkant of
voorkant van de luidsprekerbehuizing zelf!
Onderstaande afbeelding laat dit zien...
|