Zelf
gaan bouwen?
Alvorens we verder gaan stoeien met de rekenmodule,
om daardoor de gevonden, veelbelovende
ratio van de voorbeeldruimte
verder te vervolmaken, is het zinvol dat je eerst
eens ruimte geeft aan het denkbeeld van een aannemer,
die straks een ruimte komt neerzetten volgens
jouw specificaties.
De vraag die je jezelf stelt
is deze:
Welke
praktische implicaties kom
ik tegen, als ik de keuze maak
om zelf een ruimte met optimale ratios te laten
bouwen?
Je wilt boven
alles dat je aannemer jouw niet-alledaagse
wensen omtrent de afmetingen en het belang daarvan
heel serieus neemt -- even serieus als jij dit alles
zelf zult nemen!
Dit onderdeel in het hele
proces kun je maar één keer uitvoeren; dan maar
beter goed...
Die aannemer zal zijn werk zodanig serieus moeten
nemen, dat hij binnen nauwe
toleranties kan en wil werken, om te voldoen aan
jouw eisen aangaande lengte,
breedte en hoogte van de
ruwbouw.
De
praktische implicaties en cruciale wetenswaardigheden
worden in de kolom rechts in detail uitgewerkt.
Je moet er zelf in elk geval alles
aan willen doen om de vooraf doorgerekende optimale
verhoudingen daadwerkelijk in
fysieke vorm over te brengen op het het bouwproject, anders krijgt al die
moeite en de extra financiële investering maar heel
weinig meerwaarde.
Het berekenen
van fraaie
afmetingsverhoudingen is één ding;
het implementeren ervan is
iets anders.
Met name een goed overzicht en
organisatietalent zijn nodig...
|
Ruwbouw in de praktijk...
De gekozen ratio waarmee je uiteindelijk je
muziekruimte wilt uitrusten is een delicate
verhouding. Een volledig geoptimaliseerde verhouding
laat in de praktijk van het
bouwen hoogstens een zeer
minieme afwijking toe.
Dit moet nog wel nader
genuanceerd worden...
Hoewel we spreken over een "ruwbouw" is ruw
bouwen niet toegestaan...
Onnauwkeurig werken tijdens het realiseren van de
ruwbouw is niet zo vergezocht als het lijkt. Bij onnauwkeurig
werken kunnen er zomaar
afwijkingen van + of - 1 cm in lengte- breedte- of
hoogtemaat sluipen. Bij de hoogtemaat onstaan zulke
afwijkingen gemakkelijk als de vloer niet volkomen
vlak zal worden gelegd...
Een maximum van 1
centimeter afwijking in één dimensie
is meestal nog
net geen probleem.
MAAR... als
er, behalve een afwijking van die ene centimeter voor
bijvoorbeeld de lengtemaat, ook nog een ogenschijnlijk
kleine afwijking van opnieuw
één centimeter in de breedte en mogelijk ook een
van 2 cm bij de hoogte zou optreden, dan kan die
combinatie van drie afwijkingen er helaas toe leiden
dat de verhouding niet meer volkomen optimaal uitvalt.
Er ontstaat dan een (hopelijk milde)
probleemfrequentie die eigenlijk niet is voorzien en
ook eigenlijk niet nodig zou zijn.
Met andere woorden:
Een centimeter afwijking in
één dimensie (L, B of
H) is niet meteen het ergste
wat je kan overkomen, maar als er in
twee of alle drie de dimensies "kleine"
afwijkingen optreden door
onnauwkeurigheid tijdens het bouwen, zal de berekende
ratio teveel gaan afwijken van het berekende doel.
Zoals gezegd is zulks vooral het geval met een maximaal
geoptimaliseerde ratio, waarin
NUL problemen met axiaalmodi optreden. Zo'n ratio is
een delicate verhouding, omdat de probleemfrequenties
zogezegd ook maar net buiten de
deur kunnen worden gehouden.
De ratio zal er niet meteen bar
slecht van worden, maar zal
zeker minder goed worden dan werd verwacht!
Dit alles betekent in de
praktijk gewoon, dat er tijdens
de bouw geen afwijkingen in de
opgegeven maatvoeringen zijn toegestaan!
Mijn 13 jaren van betrokkenheid bij en ervaring met
dit soort bouwprojecten toonde gelukkig aan dat het,
in ieder geval voor serieuze aannemers, goed mogelijk
is om binnen bouwtoleranties van ten
hoogste 3 mm te blijven.
Je zult de aannemer wel op voorhand al heel sterk
moeten overtuigen van de noodzaak tot dit soort
nauwkeurigheid, en ook proberen te 'zien' of dit echt
bij hem binnenkomt en serieus genomen wordt! Alleen
beleefd "ja meneer" horen
zeggen is geen garantie voor succes.
Fouten en gevolgen van onnauwkeurigheid kunnen niet
meer ongedaan worden gemaakt...
Kies bij twijfel over
competenties gewoon maar voor een andere aannemer!
Bruto en Netto binnenmaten
Wanneer er een optimale ratio is gekozen die
bouwtechnisch met voldoende maatnauwkeurigheid kan
worden gerealiseerd, zul je van meet af aan
onderscheid moeten maken tussen
bruto en de netto binnenmaten.
Bruto binnenmaten...
... verwijzen naar de
inwendige maatvoeringen van de ruwbouw zelf.
Netto binnenmaten...
... verwijzen naar de inwendige maatvoeringen van
de voltooide binnenruimte,
dus compleet met de beoogde bouwtechnische en
akoestische eindafwerking.
Een geoptimaliseerde ratio
definieert de NETTO binnenmaten van
een voltooide muziekruimte,
maar niet (persé) de bruto binnenmaten van de
ruwbouw zelf!
Dit heeft als consequentie dat de
bruto binnenmaten van je
ruwbouw groot genoeg moeten zijn om,
pas na implementatie van de
eindafwerking, de beoogde
optimale verhoudingen op te leveren.
Bruto / Netto -- een voorbeeld
met de hoogtemaat
De optimale hoogtemaat -- we gaan uit van 320 cm --
moet in de netto binnenruimte ontstaan,
nadat het
plafond van een eindafwerkingslaag is voorzien, en
nadat de vloer op de
definitieve woonhoogte werd gebracht.
Dat betekent dat de gezamenlijke
dikte van bijvoorbeeld een
natuurstenen of houten vloer, alsmede die van de
stuclaag of andere eindafwerking van het plafond van
de bruto binnenhoogte van de ruwbouw afgetrokken
moeten worden.
Omdat de optimale binnenhoogte uiteindelijk 320 cm
moet zijn, en er een natuurstenen vloer van 4cm dikte,
alsmede een stuclaag van 1,5cm tegen het plafond zal
worden aangebracht in de bruto binnenruimte, dient
die bruto binnenhoogte ook minstens 6cm hoger te
worden gebouwd dan de berekende ratio zelf
voorschrijft.
Bij het uitvoeren van de juiste kamerhoogte hoeven in
principe nooit afwijkingen te
ontstaan. Door de vloer van de bruto ruwbouw
professioneel te laten storten, kan deze volkomen
vlak komen te liggen, waardoor elke hoogte door de
juiste storthoeveelheid kan worden gerealiseerd. Ook
het plafond zelf kan, dankzij moderne techniek,
volkomen vlak komen te liggen.
Dit stadium komt tot uiting in de foto links.
Uiteraard zijn bovenstaande opmerkingen ook van
toepassing op alle eindafwerkingen die de lengte en
de breedte van de netto ruwbouw betreffen.
Alleen massieve
eindafwerkingen zullen de bruto
afmetingen verkleinen.
De overblijvende
maten zullen na eindafwerking
moeten corresponderen met de optimale ratio.
Bruto / Netto -- maar
niet alles telt mee!!!
Om de navolgende opmerkingen goed te interpreteren
kun je het beste de "plattegrond-voor"
(van de voorbeeldruimte) in
ogenschouw nemen.
Die kun je in de linkse
kolom hieronder vinden.
In een volledig voltooide muziekruimte worden
regelmatig akoestische
eindafwerkingen voor
plafonds en wanden toegepast die niet zozeer een
massieve constructie bezitten, zoals de stenen wanden
en de betonnen vloer en het plafond, maar die "zacht"
zijn en behoren tot de zgn. buigslappe
constructies.
Een verlaagd opgehangen akoestisch
systeemplafond behoort
bijvoorbeeld tot deze categorie van buigslappe
constructies, evenals vrij in de ruimte opgehangen
stoffen afscheidingen.
Buigslappe voorzetwanden met daarachter holle ruimtes,
zoals je die in de plattegrond links kunt zien, horen
ook tot de akoestische eindafwerking van een
muziekruimte. Via de eerder genoemde fotoreportage
van deze compromisloze
muziekruimte zie je dat in de eindafwerking
dergelijke staande voorzetwanden en basstraps zijn
toegepast.
Dergelijke
constructies zullen NIET de netto binnenmaten
van de ruwbouw, en dus ook niet die van de
bedoelde ratio aantasten!!!
Een buigslappe voorzetwand
vertegenwoordigt geen barrière voor
de daarop vallende laagfrequente geluidsgolven. Om
die reden heeft zo'n constructie ook geen
fysieke invloed op de beoogde
afmetingsverhouding, die nog altijd door de
begrenzende stenen muren van de ruwbouw zelf wordt
gedefinieerd!
Alleen echte begrenzende
oppervlakken van de ruwbouw
definiëren de netto binnenmaten, en dat zijn in
laatste instantie de harde, voor alle geluidsgolven (nagenoeg)
ondoordringbare buitenmuren van de ruwbouw zelf.
Overwegingen rondom kwesties die "bruto / netto"
afmetingen betreffen hebben vergaande
implicaties die al in het
ontwerpstadium van de ruimte moeten worden meegenomen
om een 'mislukking' bij het realiseren van de
juiste ratio na eindafwerking te
voorkomen.
In de plattegrond links is
bijvoorbeeld te zien dat de beoogde netto binnenmaat
-- tevens de berekende optimale breedtemaat -- 676 cm
moet zijn. In de beide bovenhoeken van de tekening
zie je echter afgestemde basstraps en een schuin
verlopende midbasabsorber ingetekend. Tussen deze
elementen is daardoor een minimale breedte ontstaan
van 530 cm.
Maar omdat het hier om buigslappe constructies gaat
zal, vanuit het oogpunt van de optimale ratio, de
beoogde breedtemaat van 676 cm op die plek blijven
gelden. Deze constructies voor bass-management
verstoren ter plaatse NIET de
optimale en beoogde breedtemaat van de ruimte.
Hieronder som ik een aantal
typische situaties op die je zult tegenkomen als je
zelf een ruimte gaat ontwerpen en bouwen, en waarmee
je op een goede manier moet zien om te gaan:
Wanneer in
een ruwbouw als
eindafwerking een akoestisch
systeemplafond,
of -- God verhoede het --
een gipsplaten plafond van de bouwmarkt, onder
het bestaande plafond wordt opgehangen,
waarbij dan tevens een
leeg plenum (holle
ruimte) van 30cm diepte
achter die platen wordt aangehouden, dan zal
het plafond van de ruimte alleen
optisch met ongeveer 31cm
worden verlaagd.
De feitelijke hoogtemaat
van de ruwbouw zal NIET
veranderen
vanuit het oogpunt van de beoogde ratio!
Laagfrequente geluidsgolven gaan namelijk
zonder problemen door de buigslappe
constructie heen en de bruto binnenmaat
blijft tegelijk ook de netto binnenmaat,
ondanks de optische plafondverlaging!
Als gevolg van deze plafondverlaging gaat er
dus geen 31cm verloren van de bruto
kamerhoogte, behalve in optische zin. Dat is
ook precies de bedoeling van met name een
verlaagd akoestisch
systeemplafond. Dankzij
deze verlaagd opgehangen plafondconstructie
zal er heel veel bruikbare laag- en
midlaagabsorptie kunnen optreden, waardoor
het galmkarakter van de ruimte voor wel 80%
onder controle kan worden gebracht.
Bij het alsjeblieft
altijd te vermijden gipsplafond ontstaat
ook een zekere laag- en midlaagabsorptie,
maar dat is niet op een manier die gewenst of
goed te anticiperen is. In
elk geval is de absorptie dan veel te
selectief en smalbandig.
Zoiets zal in principe een akoestisch
foutieve plafondkeuze zijn,
waarbij achteraf nog een heleboel
nagalmcorrectie nodig gaat zijn die net zo
makkelijk vermeden had kunnen worden door wat
meer uit te geven aan een verantwoord
akoestisch systeemplafond.
Wanneer in
een ruwbouw-ruimte (zelfgebouwde) afgestemde basstraps
of paneelabsorbers
moeten worden
geïntegreerd, dan mag je deze op dezelfde
manier benaderen als de buigslappe wanden
hierboven. Paneelabsorbers ontlenen hun
werking volledig aan dit principe. De
afgestemde basstrap heeft een "ademende
voorplaat".
Opnieuw geldt dus dat ook deze akoestisch
actieve elementen in de ruwbouw de ratios van
de oorspronkelijke ruimte NIET
verkleinen!
De afstanden tussen de harde wanden, vloer en
plafond van de ruwbouw blijven de afmetingen
die de ratio bepalen.
De zijwanden, de voorwand en de achterwand in
nevenstaande plattegrond van de
voorbeeldruimte zijn volledig voorzien van
dergelijke elementen, in combinatie met (verderop
te bespreken) akoestische diffusers.
Het is niet denkbeeldig dat er aan de
achterzijde 80-100cm diepe basstraps worden
ingebouwd, en aan de voorzijde (zie links)
eveneens 60-80cm diepe modules. Er gaat in
dat geval dus niet 180cm
of daaromtrent verloren
van de totale lengtemaat van de ruimte door
toepassing van deze basstraps.
Geluidsgolven behoren bij deze elementen juist
zonder veel problemen de voorzijde te
passeren, om dan door
de harde begrenzingen van de ruwbouw zelf te
worden gereflecteerd. De lengtemaat blijft
behouden met basstraps!
Wanneer, in
een eenmaal voltooide ruimte, akoestische
diffusers
aan de wanden
en/of het plafond worden aangebracht, zoals
ook links te zien is, dan gaan deze hoogstens
een te
verwaarlozen invloed uitoefenen
op de bestaande ratios van de ruimte. Een
diffuser heeft voor geluidsgolven een dikte
die correspondeert met de dikte van zijn
achterwand. Dat zal 12mm
zijn.
Diffusers veranderen de ratios van de ruimte ENIGSZINS
en alleen
voor wat betreft het oppervlak waar zij
worden ingezet.
Bij toepassing van enkele vierkante meter
diffusie op de daarvoor bestemde locaties aan
zij-, voor- en achterwand zal dat niet tot
problemen leiden voor wat betreft aantasting
van de optimale beoogde verhoudingen.
Toepassing van een kamerbrede
diffuserconfiguratie op voor- en/of
achterwand veroorzaakt WEL
een kleine
verandering van de ratio -- de dikte van de
achterwand van de diffuser. Hiervoor moet
worden gecompenseerd: de bruto lengte van de
ruwbouw moet met 1x12 of 2x12mm worden
vergroot als één, resp. twee uiteinden van
de ruimte kamerbreed met diffusers worden
afgewerkt.
Dit kan het geval zijn in een ruimte waarin
dipolaire luidspreker worden opgesteld.
Vlakke
absorptiepanelen,
zelfs al zouden ze 15 of 20cm dik zijn,
beïnvloeden de ratios NIET.
Je weet nu zelf waarom: geluidsgolven dringen
hier moeiteloos in door, en dat is precies
ook de gedachte achter deze vorm van
absorptie.
MAAR...
alle MASSIEVE
materialen die
tegen de wanden en het plafond, alsmede op de
vloer worden aangebracht, zullen WEL
de ratios
wijzigen en daarmee moet dus vooraf rekening
worden gehouden bij het verschil tussen bruto
en netto binnenmaten!
Een lambrizering,
bijvoorbeeld, bestaat meestal uit massief
plaatmateriaal van een gegeven dikte, en dit
wordt direct op de
bestaande wand aangebracht.
Geluidsgolven zullen hier niet
in kunnen doordringen,
maar zullen hierdoor worden gereflecteerd. De
ruimte wordt er dus iets kleiner door gemaakt...
Indien lambrizering wordt aangebracht op
zijwanden, zul je dus tweemaal
de dikte ervan in
mindering moeten gaan brengen op de bruto
breedtemaat. Ofwel: de bruto breedtemaat van
de ruwbouw moet iets breder worden gebouwd,
om straks met lambrizering op de juiste netto
binnenmaat van de beoogde ratio uit te komen.
Een ruwbouw, waarbij als eindafwerking de
wanden zullen worden gestuct zal 2 tot 3cm
smaller en/of korter kunnen worden door dit stucwerk
en ook 1 tot
2cm lager. Ook dit fenomeen moet dus van
tevoren worden ingecalculeerd, omdat het WEL
een
begrenzende maatregel is, waardoor de ratio
zich enigszins zou wijzigen als er niet op
voorhand rekening mee werd gehouden.
naar
boven
|