A
Neem een in alle opzichten verantwoord en
succesvol gematchte set, en stel deze zo
compromisloos mogelijk op in forse badkamer of in
een andere ongemeubileerde, lege ruimte met
keiharde wanden, plafond en vloer.
Ga er lekker bij zitten,zet een favoriet muziekje
op, zink even in en luister.
Voorzie hetgeen je hoort van je waarde-oordeel,
volgens je referentiekader...
B
Stel deze geluidsinstallatie vervolgens even
compromisloos op in een akoestisch verantwoord
geoptimaliseerde muziekruimte, die toevallig
beschikt over identieke afmetingen als badkamer /
ruimte - A.
Ga er lekker bij zitten,zet een favoriet muziekje
op, zink even in en luister.
Voorzie hetgeen je hoort van je waarde-oordeel,
volgens je referentiekader...
Need I say more?
Okee, ik zal het uitleggen... Het kan wellicht absurd
lijken om een (inderdaad onnatuurlijk) grote badkamer
of een ongemeubileerde maar verder normaal grote nieuwbouw-galmbak
als voorbeeld te nemen voor dit
experiment. Een nadere beschouwing laat echter zien
dat heel wat moderne woonkamers, op grond van hun
constructie en aankleding, over weinig meer
natuurlijk absorptievermogen beschikken als een
willekeurige sanitaire ruimte met vergelijkbare
afmetingen.
Er zijn op dat punt meer
overeenkomsten dan verschillen.....
In badkamers en moderne betonnen woonkamers zijn
vrijwel alle wanden, het plafond en (doorgaans) ook
de vloer akoestisch keihard, waardoor
ze nul tot enkele procenten absorptie leveren, maar
nooit evenredig uitgesmeerd over het complete
frequentiespectrum. Het maakt ook weinig of niets uit
dat de wanden 2% van het opvallende geluid absorberen
(badkamer) of 5% (betonnen, gepleisterde, stenen of
gipsen wanden en parketvloeren). In beide gevallen is
er simpelweg veel te weinig breedbandig
absorptievermogen, omdat 2 resp. 5% absorptie
automatisch impliceert dat 98, resp. 95% van het
opvallende geluid gereflecteerd zal
worden. Dat gereflecteerde geluidsveld zal een zekere
tijd in de ruimte blijven 'rondwaren'
-- inderdaad, dit noemen we
"de nagalmtijd" of "het galmkarakter"
van een ruimte.
Een lange nagalmtijd kan, afhankelijk van de inhoud
van de ruimte, zomaar 2,5 seconde of meer bedragen in
een flinke woon- of badkamer, terwijl 0,3, hoogstens
0,4 seconde een correcte waarde zou zijn. De galmtijd
wordt in een akoestisch harde woonkamer wel enigszins
verkort, omdat er meestal wel ergens een kleed of
kleden liggen, en omdat er ook wat meubels en andere
objecten zijn opgesteld. Dat zijn dan zaken die je in
een badkamer inderdaad niet zult aantrefgen, maar je
zult ze evenmin aantreffen in de dedicated
luisterruimte die onder B wordt genoemd!
In
de akoestische ABX-vergelijking is slechts één
component gewijzigd in de totale weergeefketen,
namelijk de ruimte zelf.
Hieruit volgt natuurlijk dat er ook slechts één
component bepalend kan zijn geweest voor het
enorme verschil in de kwaliteit van de
muziekweergave -- ik ga er tenminste wel van uit
dat je zonder woorden aanvoelt dat er bij dit
experiment sprake is geweest van een niet te
missen verschil in geluidskwaliteit en muzikaal
overdrachtsvermogen.
En dat werd uitsluitend veroorzaakt door het
wisselen van dat ene component, de
akoestiek van de ruimte zelf.
De hardware en de opstelling bleef in alle
opzichten onberispelijk, identiek in A & B!
Deze test-zonder-woorden die niet eens feitelijk
uitgevoerd hoefde worden, bewijst dat akoestiek
een component is. De invloed die dit component
uitoefent op de haalbare geluidskwaliteit en het
muzikale overdrachtsvermogen is zo groot, dat
zelfs de mooiste geluidsinstallatie in de meest
compromisloze opstelling gedegradeerd zal worden
tot een schreeuwerige, bonkende en aanstellerige
verzameling electronica die veel te veel geld
heeft gekost. Een gemiddelde waterdichte
badkamerradio zou onder zulke omstandigheden
mogelijk zelfs beter presteren, want
pretentieloos...
Het is wat
akoestiek betreft dus tamelijk basic: alle
oppervlakken in de badkamer,
alsmede die in de akoestisch ontoereikende
muziekruimte, zullen
voortdurend meer dan 90% van de geluidsenergie dat
daarin wordt opgewekt reflecteren, en dus minder dan
10% ervan absorberen. Het geluidsbeeld slaat zo heel
snel dicht, dankzij overmatige, ongetemde reflecties.
Dit dichtlopen neemt bovendien heel snel toe naarmate
het afspeelvolume stijgt. Versmering
van
de ruimtelijke presentatie is een logisch gevolg:
meer dan 90% van de in de ruimte opgewekte
geluidsenergie kan niet tijdig genoeg uitsterven en
voegt zich bij de voortdurende stroom van direct door
de luidsprekers afgestraald geluid uit de volgende
muziekmaten.
Anders gezegd: de
ruimte raakt onmiddellijk en
letterlijk verzadigd met
indirecte (gereflecteerde) geluidsenergie, die in een
gelijkwaardige maar akoestisch gecorrigeerde ruimte
tijdig zou zijn uitgestorven, daardoor plaats biedend
aan de bij de huidige maat behorende
boventonen en vroege reflecties.
In
de badkamer of de onbehandelde luisterruimte hoor je,
tegelijk met het actuele directe geluid, ook nog
voortdurend de naweeën van één, twee of misschien
wel drie eerdere muziekmaten...
Dit
is -- inderdaad ietwat simpel gesteld -- het
cruciale probleem dat nagalmtijd heet, uitgedrukt
in een notendop. Het vormt het hoofdingrediënt
van nagenoeg alle akoestische problemen in een
gemiddelde, onbehandelde luisteromgeving!
Het direct door de luidsprekers afgestraalde
geluidsveld is de meest bepalende factor voor de
focus of afbeeldingsscherpte van het
stereofonisch podium -- het
muzikale inkijkje -- en voor de stabiliteit,
onafhankelijk van de frequentie, in het 'geprojecteerde'
stereobeeld. In een neutrale, en
dus correcte akoestische luisteromgeving, is het
daarnaast ook een fundamenteel doel om welbewust een
goede balans te creëren tussen het
directe en het indirecte (=
gereflecteerde) geluidsveld.
Aan
deze cruciale balans -- dit dualisme
van geluid -- is niet voor
niets een heel artikel
gewijd op deze website. Klik HIER
voor dit artikel.
In een editruimte van een (thuis)studio
is een krachtig en direct
geluidsveld, liefst zoveel
mogelijk ontdaan van vroege
reflecties, een primair
ontwerpcriterium, dat in de praktijk een tamelijk
korte breedbandige nagalmtijd vereist van 0,25 tot 0,35
seconde, alsmede een kleine luisterdriehoek met
speciaal voor dit doel ontworpen luidsprekers (nearfield-
monitors).
In een tweekanaals (stereo)
muziekruimte is daarnaast ook een krachtig
indirect geluidsveld, liefst
met zoveel mogelijk diffuus gemaakte vroege
reflecties, vereist om de realistische indruk van
akoestische ruimtelijkheid (ambiance) uit
de opname te kunnen herscheppen. Een
algehele nagalmtijd tussen 0,3 en 0,6 seconde (deze
waarde is inhouds-afhankelijk) is het streven bij
stereo.
In een
meerkanaals thuisbioscoop is een wat kortere
nagalmtijd vereist als in de
tweekanaals muziekruimte, liefst met diffuus gemaakte
vroege reflecties van alle 5, 6 of 7 kanalen. Door
het grotere aantal geluidskanalen en luidsprekers
moet er de nodige aandacht uitgaan naar een correct
indirect geluidsveld. Diffusie en een doordachte
verdeling van absorberende oppervlakken is cruciaal
om met enige realiteitszin een meerkanaalsopname weer
te geven.
In een flinke ruimte die
voor woondoeleinden wordt gebruikt zal
een binnenhuisarchitect er van uitgaan dat een
nagalmtijd van ongeveer 0,5 seconde in
het spraakgebied een aangename
atmosfeer oplevert voor wonen en/of werken. Dit
streven wordt tijdens de bouw van de meeste huizen,
schoollokalen of werkomgevingen helaas zelden actief
in overweging genomen.
Zo
blijkt de na te streven balans tussen indirect en
direct geluid deels afhankelijk te zijn
van het gebruiksdoel van die ruimte.
Het
correct en tijdig uitsterven van geluiden, van
laag tot hoog, is hoogst
zelden een toevallig gevolg van de inrichting,
maar het resultaat van een welbewuste en
doordachte aankleding van die ruimte. Zelfs bij
hoge luistervolumes zal het indirecte
geluidsaandeel nooit de overhand krijgen, omdat
de ruimte in staat is om de akoestische energie
die erin wordt opgewekt snel genoeg 'af te voeren'
middels absorptie.
Het fenomeen van "versmering
van het geluidsbeeld", met
name sterk manifest wanneer het volume wat hoger
wordt gezet, is vaak recht
evenredig aan de nagalmtijd van de ruimte. Het komt ook weleens
voor dat de kwaliteit van de hardware zelf, vooral
die van de luidsprekers, een rol gaat spelen bij dit
fenomeen. Niet alle luidsprekers willen
zo hard spelen als ze kunnen...
Een lange nagalmtijd van meer dan 0,6 sec. in een
huiselijke omgeving zal maken dat het indirecte
geluidsveld - de reflecties - snel de overhand
krijgen. Rust in de weergave, zoals bij lagere
volumes nog wel mogelijk is, zal dan onmogelijk
blijken te zijn, ook bij toepassing van de meest
compromisloze geluidsapparatuur en opstellingen!
Dynamiek en microdetail delven het onderspit in de
restverschijnselen die twee maten geleden nog actueel
waren. Het geluid klinkt dan niet "schoon"
en veel opnamen krijgen dan -- volkomen
onterecht -- het predikaat
"ondraaibaar" of "slecht".
De kwaliteit en overtuigingskracht van de
muziekweergave in de kale reflecterende ruimte van
het ABX-experiment is vanzelfsprekend droevig.
Diezelfde geluidsinstallatie klinkt, in een ruimte
met een correcte nagalmtijd, hemels wanneer het een
goed gematchte en dito opgestelde set betreft. De
kwaliteit van de apparatuur kan hier evenwel niets
aan veranderen, omdat het probleem niet door die
hardware wordt veroorzaakt. Ze komt volledig voor
rekening van het 'vergeten component' akoestiek.
Een oplossing kan zodoende
ook alleen maar uit de akoestische hoek komen.
naar boven