ReadScapes



Akoestiek is óók
een Component !


ThingMan -- juni 2005
herziene versie: ©2018 - 27 januari - ThingMan


Akoestiek gaat over de gedragingen van geluidsgolven en geluidsvelden
en over hoe ze te manipuleren en naar je hand te zetten.

In de praktijk van een muziekliefhebber
thuis gaat akoestiek specifiek over geluidsgolven
in een begrensde en relatief kleine ruimte - dwz in een ruimte die een vloer, wanden
en een plafond als fysieke begrenzingen heeft.

Het gedrag van geluidsgolven in een begrensde ruimte is bekend en, op bepaalde punten, voorspelbaar. Zodoende is doelgericht ingrijpen in dat gedrag goed mogelijk.
In die hoedanigheid mag je akoestiek gewoon beschouwen als één van de componenten die,
samen met de nodige andere componenten, een geluidsinstallatie vormen.

Dit artikel wil inzicht bieden aan de basis: wie begrijpt wat akoestiek inhoudt,
snapt ook gemakkelijk de noodzaak om dit component met evenveel respect en verstand
te benaderen als elk van de andere schakels.

Dit artikel is een samenvatting van een presentatie over Akoestiek-Thuis (juni 2005) door SoundScapeS, voor de "Audiovereniging Midden Nederland" (AVMN).
In de rechterkolom tref je wat foto's aan van de daar gebruikte demo-opstelling
met zelfbouw Tube Traps, meegenomen om verhaal en luistersessies kracht bij te zetten.
De geluidsapparatuur werd verzorgd door Ron Ploeger (
Callas Audio)




Componten, Schakels en Ketens

Een uitgemolken en overbekend cliché blijkt bij nader inzien toch wel gepast om direct te kunnen arriveren aan de basis van geluidsweergave in de praktijk. Dat cliché luidt:

"Een ketting is slechts zo sterk
als diens zwakste schakel."

Dit is een waarheid als een koe.



Er bestaan tegenwoordig nauwelijks nog muziekliefhebbers en audiofielen die de geluidskwaliteit van hun muziekinstallatie uitsluitend zouden toeschrijven aan een of andere "sterke schakel" in hun keten, zoals bijvoorbeeld de compromisloos gebouwde voeding in hun eindversterker, aan de fraai ontworpen analoge uitgangstrap van hun cd-speler, of aan de toegepaste units voor midden en hoog in hun (zelfgebouwde) luidsprekers. Het kenmerk van een uitgewogen en goed presterende geluidsinstallatie is zonder uitzondering het hoge kwaliteitsniveau van alle aspecten die in hun samenhang een goede weergave van muziek definiëren, van timbre tot dynamiek; van definitie van het sublaag tot ruimtelijke gelaagdheid.

Daar waar bepaalde aspecten per ongeluk of opzettelijk bevoordeeld worden, zullen andere logischerwijs in een benadeelde positie terecht moeten komen. Hoewel verschillen in smaak altijd tot uitdrukking zullen komen in een of andere voorkeur voor een zeker geluidskarakter, betekent dat nog niet dat zo'n karakter ook meteen enorm moet
opvallen of uitsteken boven het 'geluidsmaaiveld'.
Zoiets is zelden een strevenswaardig doel.
Het gaat, als het goed is, om een subtiele signatuur die heel goed
op een muzikale manier kan worden 'ingebouwd' in een correct matchende set, zonder het overkoepelende streven naar algehele neutraliteit te hoeven verlaten.

Aan de andere kant is het natuurlijk wel degelijk mogelijk dat een eindversterker met een gebrekkige voeding nadelig uitwerkt op de weergave van bepaalde luidsprekers. Slecht ontworpen schakelingen in het analoge deel van een cd-speler laten tekortkomingen horen die de weergave van een geluidsinstallatie als geheel naar beneden halen, ondanks de mogelijk onberispelijke kwaliteit van alle andere componenten, inclusief de akoestiek. Ondeugdelijke units voor midden en hoog zullen een luidsprekerontwerp niet in staat stellen om het potentieel van de set als geheel neer te zetten.

Een geluidsinstallatie is in de basis daadwerkelijk een keten van interactieve en fundamenteel verschillende componenten, die in hun samenhang één gemeenschappelijk doel dienen: een zoveel mogelijk realistische en overtuigende herschepping van een muziekopname.

De voornaamste componenten van een geluidsinstallatie zijn genoegzaam bekend:

1. Netspanning en (optioneel) Randaarde
2. Broncomponent
3. Versterker
4. Audio
rack, Luidsprekers, hun Opstelling en de Luisterplaats
5. Signaalverbindingen (bekabeling)
6. Muziekopname
en...
7. Akoestiek


Een eenvoudig experiment kan je laten horen hoe ver de macht van het zevende component reikt en wat er feitelijk onder akoestiek kan worden verstaan.


naar boven




























fraaie geluidsinstallatie van Callas Audio (BAT en Genesis dipolair)
met SoundScapeS Tubes;
demo-opstelling in een grote ruimte

Experiment met twee Ruimtes:
"Akoestisch ABX-en"


A
Neem een in alle opzichten verantwoord en succesvol gematchte set, en stel deze zo compromisloos mogelijk op in forse badkamer of in een andere ongemeubileerde, lege ruimte met keiharde wanden, plafond en vloer.
Ga er lekker bij zitten,zet een favoriet muziekje op, zink even in en luister.
Voorzie hetgeen je hoort van je waarde-oordeel, volgens je referentiekader...

B
Stel deze geluidsinstallatie vervolgens even compromisloos op in een akoestisch verantwoord geoptimaliseerde muziekruimte, die toevallig beschikt over identieke afmetingen als badkamer / ruimte - A.
Ga er lekker bij zitten,zet een favoriet muziekje op, zink even in en luister.
Voorzie hetgeen je hoort van je waarde-oordeel, volgens je referentiekader...


Need I say more?

Okee, ik zal het uitleggen... Het kan wellicht absurd lijken om een (inderdaad onnatuurlijk) grote badkamer of een ongemeubileerde maar verder normaal grote
nieuwbouw-galmbak als voorbeeld te nemen voor dit experiment. Een nadere beschouwing laat echter zien dat heel wat moderne woonkamers, op grond van hun constructie en aankleding, over weinig meer natuurlijk absorptievermogen beschikken als een willekeurige sanitaire ruimte met vergelijkbare afmetingen.
Er zijn op dat punt meer overeenkomsten dan verschillen.....

In badkamers en moderne betonnen woonkamers zijn vrijwel alle wanden, het plafond en (doorgaans) ook de vloer
akoestisch keihard, waardoor ze nul tot enkele procenten absorptie leveren, maar nooit evenredig uitgesmeerd over het complete frequentiespectrum. Het maakt ook weinig of niets uit dat de wanden 2% van het opvallende geluid absorberen (badkamer) of 5% (betonnen, gepleisterde, stenen of gipsen wanden en parketvloeren). In beide gevallen is er simpelweg veel te weinig breedbandig absorptievermogen, omdat 2 resp. 5% absorptie automatisch impliceert dat 98, resp. 95% van het opvallende geluid gereflecteerd zal worden. Dat gereflecteerde geluidsveld zal een zekere tijd in de ruimte blijven 'rondwaren' --
inderdaad, dit noemen we "de nagalmtijd" of "het galmkarakter" van een ruimte.

Een lange nagalmtijd kan, afhankelijk van de inhoud van de ruimte, zomaar 2,5 seconde of meer bedragen in een flinke woon- of badkamer, terwijl 0,3, hoogstens 0,4 seconde een correcte waarde zou zijn. De galmtijd wordt in een akoestisch harde woonkamer wel enigszins verkort, omdat er meestal wel ergens een kleed of kleden liggen, en omdat er ook wat meubels en andere objecten zijn opgesteld. Dat zijn dan zaken die je in een badkamer inderdaad niet zult aantrefgen, maar je zult ze evenmin aantreffen in de dedicated luisterruimte die onder B wordt genoemd!

In de akoestische ABX-vergelijking is slechts één component gewijzigd in de totale weergeefketen, namelijk de ruimte zelf.
Hieruit volgt natuurlijk dat er ook slechts één component bepalend kan zijn geweest voor het enorme verschil in de kwaliteit van de muziekweergave -- ik ga er tenminste wel van uit dat je zonder woorden aanvoelt dat er bij dit experiment sprake is geweest van een niet te missen verschil in geluidskwaliteit en muzikaal overdrachtsvermogen.
En dat werd uitsluitend veroorzaakt door het wisselen van dat ene component,
de akoestiek van de ruimte zelf.
De hardware en de opstelling bleef in alle opzichten onberispelijk, identiek in A & B!

Deze test-zonder-woorden die niet eens feitelijk uitgevoerd hoefde worden, bewijst dat akoestiek een component is. De invloed die dit component uitoefent op de haalbare geluidskwaliteit en het muzikale overdrachtsvermogen is zo groot, dat zelfs de mooiste geluidsinstallatie in de meest compromisloze opstelling gedegradeerd zal worden tot een schreeuwerige, bonkende en aanstellerige verzameling electronica die veel te veel geld heeft gekost. Een gemiddelde waterdichte badkamerradio zou onder zulke omstandigheden mogelijk zelfs beter presteren, want pretentieloos...

Het is wat akoestiek betreft dus tamelijk basic: alle oppervlakken in de badkamer, alsmede die in de akoestisch ontoereikende muziekruimte, zullen voortdurend meer dan 90% van de geluidsenergie dat daarin wordt opgewekt reflecteren, en dus minder dan 10% ervan absorberen. Het geluidsbeeld slaat zo heel snel dicht, dankzij overmatige, ongetemde reflecties. Dit dichtlopen neemt bovendien heel snel toe naarmate het afspeelvolume stijgt. Versmering van de ruimtelijke presentatie is een logisch gevolg: meer dan 90% van de in de ruimte opgewekte geluidsenergie kan niet tijdig genoeg uitsterven en voegt zich bij de voortdurende stroom van direct door de luidsprekers afgestraald geluid uit de volgende muziekmaten.

Anders gezegd: de ruimte raakt onmiddellijk en letterlijk verzadigd met indirecte (gereflecteerde) geluidsenergie, die in een gelijkwaardige maar akoestisch gecorrigeerde ruimte tijdig zou zijn uitgestorven, daardoor plaats biedend aan de bij de huidige maat behorende boventonen en vroege reflecties.
In de badkamer of de onbehandelde luisterruimte hoor je, tegelijk met het actuele directe geluid, ook nog voortdurend de naweeën van één, twee of misschien wel drie eerdere muziekmaten...

Dit is -- inderdaad ietwat simpel gesteld -- het cruciale probleem dat nagalmtijd heet, uitgedrukt in een notendop. Het vormt het hoofdingrediënt van nagenoeg alle akoestische problemen in een gemiddelde, onbehandelde luisteromgeving!


Het direct door de luidsprekers afgestraalde geluidsveld is de meest bepalende factor voor de focus of afbeeldingsscherpte van
het stereofonisch podium -- het muzikale inkijkje -- en voor de stabiliteit, onafhankelijk van de frequentie, in het 'geprojecteerde' stereobeeld.
In een neutrale, en dus correcte akoestische luisteromgeving, is het daarnaast ook een fundamenteel doel om welbewust een goede balans te creëren tussen het directe en het indirecte (= gereflecteerde) geluidsveld.

Aan deze cruciale balans -- dit dualisme van geluid -- is niet voor niets een heel artikel
gewijd op deze website. Klik
HIER voor dit artikel.


In een editruimte
van een (thuis)studio is een krachtig en direct geluidsveld, liefst zoveel mogelijk ontdaan van vroege reflecties, een primair ontwerpcriterium, dat in de praktijk een tamelijk korte breedbandige nagalmtijd vereist van 0,25 tot 0,35 seconde, alsmede een kleine luisterdriehoek met speciaal voor dit doel ontworpen luidsprekers (nearfield- monitors).

In een tweekanaals (stereo) muziekruimte is daarnaast ook een krachtig indirect geluidsveld, liefst met zoveel mogelijk diffuus gemaakte vroege reflecties, vereist om de realistische indruk van akoestische ruimtelijkheid (ambiance) uit de opname te kunnen herscheppen. Een algehele nagalmtijd tussen 0,3 en 0,6 seconde (deze waarde is inhouds-afhankelijk) is het streven bij stereo.

In een meerkanaals thuisbioscoop is een wat kortere nagalmtijd vereist als in de tweekanaals muziekruimte, liefst met diffuus gemaakte vroege reflecties van alle 5, 6 of 7 kanalen. Door het grotere aantal geluidskanalen en luidsprekers moet er de nodige aandacht uitgaan naar een correct indirect geluidsveld. Diffusie en een doordachte verdeling van absorberende oppervlakken is cruciaal om met enige realiteitszin een meerkanaalsopname weer te geven.

In een flinke ruimte die voor woondoeleinden wordt gebruikt zal een binnenhuisarchitect er van uitgaan dat een nagalmtijd van ongeveer 0,5 seconde in het spraakgebied een aangename atmosfeer oplevert voor wonen en/of werken. Dit streven wordt tijdens de bouw van de meeste huizen, schoollokalen of werkomgevingen helaas zelden actief in overweging genomen.

Zo blijkt de na te streven balans tussen indirect en direct geluid deels afhankelijk te zijn
van het gebruiksdoel van die ruimte.

Het correct en tijdig uitsterven van geluiden, van laag tot hoog, is hoogst zelden een toevallig gevolg van de inrichting, maar het resultaat van een welbewuste en doordachte aankleding van die ruimte. Zelfs bij hoge luistervolumes zal het indirecte geluidsaandeel nooit de overhand krijgen, omdat de ruimte in staat is om de akoestische energie die erin wordt opgewekt snel genoeg 'af te voeren' middels absorptie.


Het fenomeen van
"versmering van het geluidsbeeld", met name sterk manifest wanneer het volume wat hoger wordt gezet, is vaak
recht evenredig aan de nagalmtijd van de ruimte. Het komt ook weleens voor dat de kwaliteit van de hardware zelf, vooral die van de luidsprekers, een rol gaat spelen bij dit fenomeen. Niet alle luidsprekers willen zo hard spelen als ze kunnen...

Een lange nagalmtijd van meer dan 0,6 sec. in een huiselijke omgeving zal maken dat het indirecte geluidsveld - de reflecties - snel de overhand krijgen. Rust in de weergave, zoals bij lagere volumes nog wel mogelijk is, zal dan onmogelijk blijken te zijn, ook bij toepassing van de meest compromisloze geluidsapparatuur en opstellingen! Dynamiek en microdetail delven het onderspit in de restverschijnselen die twee maten geleden nog actueel waren. Het geluid klinkt dan niet
"schoon" en veel opnamen krijgen dan -- volkomen onterecht -- het predikaat "ondraaibaar" of "slecht".

De kwaliteit en overtuigingskracht van de muziekweergave in de kale reflecterende ruimte van het ABX-experiment is vanzelfsprekend droevig. Diezelfde geluidsinstallatie klinkt, in een ruimte met een correcte nagalmtijd, hemels wanneer het een goed gematchte en dito opgestelde set betreft. De kwaliteit van de apparatuur kan hier evenwel niets aan veranderen, omdat het probleem niet door die hardware wordt veroorzaakt. Ze komt volledig voor rekening van het 'vergeten component' akoestiek.
Een oplossing kan zodoende ook alleen maar uit de akoestische hoek komen.


naar boven





























zelfbouw tubes in een vrij grote ruimte

geprobeerd werd om een "ruimte-in-een-ruimte" te creëren
door de tubes rondom op te stellen
































Componenten zijn "Tweakbaar"...


Componenten en randvoorwaaden in een geluidsinstallatie blijken allemaal, in elk geval in zekere mate,
"tweakbaar" te zijn. Over het proportionele nut van tweaks ga je beter niet twisten, maar feit is wel dat de weergave van een audioset op talloze manieren nog wat verder kan worden verbeterd door kleine of grotere externe en interne ingrepen.
Echt spectaculaire upgrades worden in het leven van de gemiddelde muziekliefhebber geleidelijk aan steeds zeldzamer, maar subtiele verbeteringen die door tweaken en matchen kunnen worden teweeggebracht maken het leven van diezelfde liefhebber -- en ook van de audiofiel, eeuwig op zoek naar de "perfecte match" -- wel steeds aangenamer.


Ik heb persoonlijk de tijd nog meegemaakt (1980 tot 1993) dat ik soms hartelijk werd uitgelachen, alleen maar vanwege
het ter sprake brengen van tweaks, die vandaag de dag totaal ingeburgerd zijn. Het is heus niet zo lang geleden (rond 1987) dat er van spikes, cones en dempers gezegd werd dat ze "onmogelijk invloed kunnen uitoefenen op de geluidskwaliteit".
Wat je (toen ook al) niet kon meten kon je dus ook niet horen...

Audioracks bestonden nog uit wiebelige kastjes met spaanplaat boards en een rookglazen deurtje -- in feite even degraderend voor audio als moderne designracks met dikke glasplaten als soundboards! Dit alles stond destijds op handige zwenkwieltjes... Interlinks, luidsprekerkabels en netkabels liepen gezellig een eindje met elkaar op. Ze waren voor het gemak samengebonden! Over Siltech kabels deden rond 1990 nog heel geheimzinnige verhalen de ronde en Monster Cable was in Nederland en België de top, als je geen standaard roodzwarte luidsprekersnoertjes en zgn. "dropveters" wilde gebruiken. Zuurstofvrij koper was een juist op de markt verschenen toverwoord. Vergulde rca-connectoren en zilversoldeer waren alleen op speciale bestelling en na heel veel moeite en zoeken te koop...

Inmiddels weten veel muziekliefhebbers wel hoezeer de zaken in audioland in bijna 40 jaar zijn veranderd. Een liefhebber staat niet meer raar te kijken van een netsnoer of een interlink met een prijskaartje van wel vier cijfers -- of hij het ervoor over heeft is natuurlijk punt-2. Idem dito van audioracks waar zelfs vijfcijferige bedragen voor neergeteld moeten worden! Het modificeren van geluidsapparatuur is aan de orde van de dag. En vier- of vijfcijferige bedragen worden zonder blikken of blozen neergeteld voor het aanleggen van 1, 2, 3 of meer audiogroepen die opgeschoonde netspanning leveren aan de audiocomponenten.
De tijd heeft hoe dan ook geleerd dat audiocomponenten en randvoorwaarden (netspanning, bekabeling, fysieke opstellingshulpjes) voor verbetering vatbaar zijn. En dit uiteraard
los van het feit dat lang niet iedereen die zich hiermee bezighoudt ook meteen een gezond gevoel voor verhoudingen aan de dag weet te leggen. Modificaties van apparatuur zijn niet alleen aan de orde van de dag, maar veel apparaten worden zonder ooit te hebben gespeeld al direct stevig gemodificeerd.
Je kunt inderdaad ook te ver doorslaan...













grote ruimte met een proefopstelling van zelfbouw tubes rondom

...en dus is Akoestiek ook Tweakbaar

Ook de stelling dat akoestiek daadwerkelijk een component in de keten van muziekweergave is komt me tegenwoordig niet meer op hoongelach te staan.

Wat dat betreft zijn de tijden verandert, al hebben we hier in Nederland en België altijd wel een beetje achtergelopen op het gebied van integratie van akoestische hulpmiddelen, vergeleken met de Verenigde Staten en het Verre Oosten. Met name de inzet van
akoestische diffusers, hier rechts op de foto te zien, kon pas na 2005 een beetje op gang komen. Een voorsprong van 15 jaar moet je ze op dat punt nageven. Bijna elke muziekliefhebber die een tijdje meedraait leert vanzelf het belang van akoestiek in het totaalplaatje onderkennen, al blijft de drempel naar een doelgerichte aanpak onverminderd hoog ondanks het sinds 1988 verrichte pionierswerk op dit gebied.

Omdat akoestiek een prima tweakbaar component blijkt te zijn gedraagt het zich op dit punt ook als elk ander component in de keten. De ABX-vergelijking tussen de twee ruimtes, in het begin van dit artikel, maakte duidelijk dat akoestiek, geheel onafhankelijk van de hardware zelf, volledig bepalend kan zijn voor de uiteindelijke kwaliteit van muziekweergave, waardoor het uit de aard der zaak al een component is geworden. Zelfs zonder het zo te benoemen.
Het is een component tegen wil en dank, ondanks dat het zonder enige twijfel en na enige zorgvuldige overdenking gewoon
een van de meest 'tweakbare' schakels in de weergeefketen blijkt te zijn! Een beetje onbekend maakt nog steeds erg onbemind, met name in een tijdsgewricht waarin alles objectief bewezen dient te worden in de beleving van angsthazen, die vergeten zijn dat niet de meetresultaten maar het luisteren en de muzikale beleving zelf het doel zijn van alle inspanningen. The proof of the pudding is in the eating...

Nadat ik ergens in 1969 was begonnen met
bewust muziek te beluisteren en als gevolg daarvan de weergave steeds verder te willen optimaliseren, neig ik er uiteindelijk toe om de opstelling als het meest tweakbare component van een geluidsinstallatie te karakteriseren, hand-in-hand met het nagalmkarakter van een muziekruimte...

Het akoestische advieswerk van SoundScapeS speelde zich destijds voor een belangrijk deel af bij klanten thuis. Bij 95% van die bezoeken bleek de hardware simpelweg van onberispelijke kwaliteit te zijn. De fysieke opstelling ervan,
niet te verwarren met de luidsprekeropstelling hieronder, is iets minder vaak in orde, maar heeft met name het laatste decennium een hoge, positieve vlucht genomen.
Design audioracks met glasplaten blijken helaas nog al te vaak de standaard...

Maar wat feitelijk veel alarmerender was en is:
bij ongeveer de helft van alle bezoeken bleek de opstelling van de luisterdriehoek min of meer ernstig gecompromitteerd te zijn, zodat een duidelijke verbetering van de kwaliteit van de weergave, althans in theorie, volledig gratis mogelijk zou zijn. Alleen in de dedicated muziekruimte blijkt het meestal mogelijk te zijn om voorrang te geven aan een optimale opstelling van luidsprekers en luisterplaats. In de gemiddelde woonsituatie is in 50% van de gevallen een min of meer ernstig compromis hiervan blijkbaar onvermijdelijk.

Het is natuurlijk in de allereerste plaats van belang dat de eigenaar zich dit realiseert,
zodat niet hardware of de akoestiek de schuld krijgt
van wat feitelijk opstellings-gerelateerde problemen zijn!


Tenslotte bleek in 75% van de bezoeken dat ook de akoestische infrastructuur niet in staat bleek om recht te doen aan de fraaie hardware, zelfs niet als er een optimale opstelling kon worden gerealiseerd. Dat was op zichzelf dan weer geen verrassing, aangezien het diagnosticeren en optimaliseren van die infrastructuur altijd het belangrijkste doel was van een bezoek door SoundScapeS...

Daarom even terug naar het begin van het artikel:
"een keten is zo sterk als de zwakste schakel"...

Afgezien van de wens tot verbetering van de problemen, is het ook nodig om te weten
WELKE nu precies die zwakste schakel is in een gegeven situatie.
Door de zwakste schakel bij je thuis te kunnen herleiden naar één, twee of alle drie de hoofdgroepen (hardware, opstelling of akoestiek), is er al heel wat gewonnen!
Het komt namelijk vaak voor dat de hardware onterecht de schuld krijgt
van akoestische of opstellings-gerelateerde problemen.
En omgekeerd.

Een juiste diagnose is altijd cruciaal om het juiste medicijn voor te kunnen schrijven!


De meeste muziekliefhebbers en audiofielen hebben reeds een lange weg afgelegd of zijn hier volop mee bezig - een weg waarop men de hardware doorgaans zo snel mogelijk op een zo hoog mogelijk plan probeert te brengen en waarbij het persoonlijke budget de limiet bepaalt. Desondanks is structurele ontevredenheid, om niet te zeggen, frustratie, in veel gevallen eerder nog regel dan uitzondering!
Het probleem dat al of niet met veel moeite erkend of onderkend moet worden is, dat de invloed van de totaal glamourloze akoestiek of opstelling minstens even groot is als die van de fraai glimmende en met knopjes uitgevoerde glamour hardware.
Het is dan misschien geen echte badkamer waarin geluisterd wordt, maar de nadelige invloed van de ruimte is niettemin dermate groot, dat aan de weergave een signatuur wordt opgelegd waar je geen goed gevoel van kunt krijgen tijdens het luisteren. Het begrip
'akoestische signatuur' is de polaire tegenstelling van 'akoestische neutraliteit', die terecht hoog gewaardeerd wordt.

De vervorming van en in de weergave, door allerlei akoestische anomaliteiten geïntroduceerd, is in werkelijkheid vele malen groter dan die waarmee zelfs de slechtste hardware de eigenaar opzadelt!

Akoestische vervorming komt tot uiting in een hoor- en meetbare klankverkleuring en in een aantasting van het timbre van muziekinstrumenten. Ook komt het tot uiting in een vervlakking van de dynamiek en in de sensatie die "luistermoeheid" heet, als gevolg van een voortdurende onrust in het geluidsbeeld dat voor je heen en weer zwabbert en een overdaad aan vroege en late reflecties over je uitstort.


Verbetering van de akoestiek is als de aanschaf van een nieuw en hoogwaardig component, maar dan anders... Voor een bedrag waarvoor je tegenwoordig nauwelijks een set
"high-end bekabeling" kunt aanschaffen kan ook de akoestiek van de complete ruimte worden geoptimaliseerd. Anders gezegd: de kosten van het component 'akoestiek' zullen in de orde van grootte van 1000 tot 3000 euro liggen, hoewel een hele luxe (design) aankleding uiteraard kostbaarder zal zijn. Design is evenwel niet automatisch beter dan de goedkopere oplossing. In verhouding tot de totale aanschafprijs van de gemiddelde geluidsinstallatie van een echte liefhebber is het bedrag voor het nieuwe component, akoestiek geheten, uitstekend te rechtvaardigen.


naar boven





























Akoestiek is altijd "meer van hetzelfde"...


Het is inderdaad een feit, dat elke ruimte waarin muziek geluisterd moet worden akoestisch gezien
uniek is. Er bestaan niet snel twee volkomen identieke ruimtes, aangezien akoestiek zoveel meer omvat dan alleen de verhouding van lengte, breedte en hoogte.
Alle materialen waaruit de ruimte is opgebouwd en waarmee deze is aangekleed bepalen de mate van aan- of afwezigheid van een akoestische signatuur.


Ondanks dit fundamentele gegeven -
iedere ruimte is volstrekt uniek - wordt elke ruimte tegelijkertijd ook altijd gekenmerkt door "meer van hetzelfde", akoestisch beschouwd...

Er zijn in essentie slechts vijf akoestische parameters, die in ELKE ruimte in hun samenhang
bepalend zijn voor de aan- of afwezigheid van een akoestische signatuur:

1. De ratio of afmetingsverhoudingen van de ruimte;

2. De invloed van begrenzende oppervlakken (wanden) van de ruimte op de laagweergave;

3. Het breedbandige nagalmkarakter van de ruimte;

4. Het gedrag van de zgn. vroege en late reflecties;

5. De gekozen opstelling van luidsprekers en luisterplaats.


Gelukkig is het dus niet zo dat verschillende ruimtes ook steeds totaal nieuwe en
onbekende akoestische kenmerken introduceren. De akoestiek ter plaatse is altijd
een mengvorm van de invloeden van de vijf bovenstaande parameters. Alle denkbare mengverhoudingen zijn echter mogelijk en in essentie gaat het uitsluitend om ingrediënten die in het nadeel plegen uit te werken.

"Een gebrekkige akoestiek" kan bijvoorbeeld uitsluitend door problemen met het nagalmkarakter worden veroorzaakt terwijl er met de overige vier parameters helemaal niets mis hoeft te zijn. Zoiets komt in de praktijk niet gauw voor, maar het zou wel kunnen bestaan!
Maar diezelfde gebrekkige akoestiek kan evengoed ook het gevolg zijn van problemen op elk van de vijf gebieden. Ook dat komt in de praktijk niet zo snel voor, maar het kan bestaan...

Een correcte diagnose van een akoestisch adviseur benoemt niet alleen het probleemgebied of de probleemgebieden die manifest zijn, maar definieert eveneens hun onderlinge mengverhoudingen.

Voordat er een gedegen plan van aanpak voor je akoestische optimalisatie kan worden uitgewerkt, zal er dus eerst wel een goede diagnose
van de problematiek voorhanden moeten zijn.

Elk van de vijf parameters kan
in de praktijk worden aangepast of bijgesteld. Bij bepaalde parameters gaat dat uiteraard veel gemakkelijker dan bij andere: het spreekt vanzelf dat
het wijzigen van de ratios van een ruimte een ingrijpende aanpassing zal zijn. Er zal dan verbouwd en gebouwd moeten worden, dat wil zeggen, er zal tenminste 1 muur moeten worden gewijzigd.
Aan de andere kant van het spectrum is de parameter
opstelling in principe het gemakkelijkst te tweaken onderdeel, en bepaald niet het minst lonende aspect bovendien! Niettemin blijkt het in de praktijk juist vaak de grootste uitdaging te zijn om een optimale opstelling te realiseren. Er moet immers vaak ook gewoond of gewerkt worden in diezelfde ruimte...













de nadrukkelijke aanwezigheid van tubes en diffusers achter de luidsprekers
is niet toevallig en zeer lonend:
het betreft hier deels dipolaire luidsprekers (Genesis 501)







Infrastructuren


Beheersing van nagalmtijd en reflecties (de punten 3 & 4 bovengenoemd) zijn vaak
"grote onbekenden" voor de overigens wel degelijk zeer gepassioneerde muziekliefhebber.
Niettemin is de invloed daarvan volkomen bepalend voor het eindresultaat.

Het worden door die onbekendheid vaak de
verwaarloosde en vergeten factoren binnen de weergeefketen. Ze worden hoogstens als allerlaatste redmiddel aangepakt.

Dat gebeurt dan veelal vanuit een vorm van radeloosheid, omdat men uiteraard al een hele tijd relatief tevergeefs bezig is geweest met het optimaliseren van de andere randvoorwaarden, en voor dit doel reeds honderden of misschien wel duizenden euros meer heeft uitgegeven dan ooit de bedoeling is geweest!


Wanneer iemand die in een ontwikkelingsland woont mooie en snelle auto's als hobby heeft, kan er een zeker probleem ontstaan voor deze liefhebber, zeer zeker naarmate hij steeds harder zou willen rijden met zijn auto's, die dit in principe ook best zouden kunnen.
Het punt is dat het ontwikkelingsland in kwestie de benodigde infrastructuur mist voor het autoplezier.
Het geschikte wegennet is niet aanwezig!

Maar
met de auto zelf -- de hardware -- is niks mis... Die wordt waarschijnlijk onberispelijk onderhouden en is zonder twijfel in staat tot grootse prestaties! Maar niet op een hobbelige zandweg. Nou okee... met iets andere bandjes eronder gaat het net iets beter, maar tegelijk zijn het luchtfilter en het inlaatsysteem van dit voertuig niet echt berekend op zandhappen. En echt lekker doorrijden is er gewoon nooit bij.

In de context van dit verhaaltje is het logisch dat de infrastructuur volkomen essentieel is voor het kunnen leveren van de bedoelde prestaties van de auto. Zonder een passend wegennet is het voor een liefhebber van snelle auto's verrekt slecht toeven in zo'n ontwikkelingsland.

Akoestiek verhoudt zich tot een geluidsinstallatie als het wegennet zich verhoudt tot een snelle auto.
Hoewel het in beide gevallen een externe factor betreft, is deze in beide gevallen wel onontbeerlijk voor het kunnen neerzetten van de beoogde prestaties! Zonder wegennet geen snelle autopret; zonder akoestische infrastructuur geen muziekgenot. In ieder geval kan er bij lange niet het genot zijn dat in aanleg mogelijk zou zijn.

Het ontwerpen van infrastructuren is altijd werk voor specialisten, maar tegelijkertijd is het altijd ook weer
"meer van hetzelfde": opritten, afritten, knooppunten, fly-overs, stil asfalt, vangrails, geluidswallen...
Het ontwerpen van akoestische infrastructuren is ook werk voor specialisten, en omvat altijd "meer van hetzelfde": absorptie, resonantiebeheersing, reflectiebeheersing, bass-management, akoestische diffusers, afmetingsverhoudingen... En elke situatie vraagt om zijn eigen unieke combinatie van maatregelen, waarin telkens dezelfde basisprincipes samenkomen in een bepaalde en unieke onderlinge verhouding.

De infrastructuur voor geluidsgolven heet "akoestiek".
Deze infrastructuur is een grondvoorwaarde voor de goede muzikale prestaties
van een op zichzelf onberispelijke audioset,
zoals een passend wegennet een grondvoorwaarde is
voor het leveren de bedoelde goede prestaties van een snelle auto.










infrastructuren...


De audiofiel rommelt in de marge ?


De beginnende muziekliefhebber / audiofiel maakt meestal meerdere grote vorderingen in relatief korte tijd door zijn budget steeds wat uit te breiden en nieuwe aankopen te doen. Dit is gewoon het logische gevolg van de start van een nieuwe hobby, en in dit geval eveneens van een toenemende passie voor goede muziekweergave thuis.

Toch nadert hij op een gegeven moment ook
'zijn plafond': je bent onderhand klaar met het kopen van steeds hoogwaardigere hardware omdat het budget meestal het financiële plafond is! Intussen konden we dan op eigen kracht ontdekken wat we eigenlijk al wisten en wat ons al door anderen werd gezegd, namelijk dat de aanschaf van nóg duurdere hardware niet meer tot zulke spectaculaire verbeteringen zoals in het begin gaan leiden. Dat is zeker zo als eenmaal "de euforie van het nieuwe" is geweken. Het wijken van de euforie neemt doorgaans een maand of drie in beslag, en is op zichzelf een proces dat door de liefhebber beter maar kan worden herkend en onderkend.

Maar een beetje
liefhebber wil tegelijk ook altijd verder komen en zal dus gaandeweg en noodgedwongen genoegen moeten gaan nemen met steeds marginalere verbeteringen in ruil voor steeds meer geld. Dit proces kan zich op een bepaald moment zelfs een tijdlang voortzetten met grotendeels ingebeelde verbeteringen.

We zijn ook maar gewoon mensen en geen machines. De bereidheid om wakker te blijven en open te staan versnelt evenwel deze laatste fase van het proces, zodat je snel je audiofilie kunt inwisselen voor pure passie voor muziek en voor hoe muziek wordt weergegeven, en niet te blijven hangen in een overmatige concentratie op de geluidsweergave en de daarvoor benodigde electronische hardware.


Op den duur daagt dus (meestal) vanzelf het besef dat je jezelf -- in elk geval toch een klein beetje -- voor de gek aan het houden bent... Je hebt dan al een paar keer kunnen horen dat een 5x duurdere audioset soms ook duidelijk beter klinkt, maar soms hoorde je ook dat zo'n set echt
nauwelijks beter klonk, en soms ook ronduit slechter dan die van jezelf, ondanks het enorme prijskaartje. Tegen die tijd zit jezelf vaak al diep in de hobby en investeringen, en bent werkelijk gegrepen door wat er in principe mogelijk is. Je hebt dat immers zelf weleens gehoord samen met, vooral, heel veel shit-geluid, vooral op beurzen en shows. Het is inmiddels ondenkbaar geworden om er nog mee te willen stoppen. Upgraden kan op dat punt dan als een koorts worden:
audiofiele rust en werkelijk muzikale genietingen dreigen voor een zeker periode zelfs buiten bereik te raken. Lees in dit verband het artikel "Tussen de Oren" maar eens, om te begrijpen wat zich in die ruimte tussen de oren allemaal kan afspelen, vooraleer je daar de boel akoestisch hebt geoptimaliseerd...

Oplossingen worden nog teveel gezocht in de verkeerde hoeken en gaten.
In die waarvan je meent dat ze met een dikkere portemonnee te vullen zijn...


Het is vanuit zo'n
'toestand' dan niet vreemd als frustratie letterlijk om de hoek op de loer ligt.
Bijvoorbeeld zoals laatst,
bij de buurman om de hoek, op dat leuke feestje...
Buurman heeft best wel een aardig setje, maar verder niet iets audiofiels, laat staan met zulke pretenties! Hij doet er zelf ook niet moeilijk over en heeft het er zelfs nooit over. Hij heeft het toevallig wel hartstikke leuk opgesteld staan, en bovendien het geluk om over een zodanig
warme inrichting te beschikken, dat het daar gewoon geweldig goed klinkt. Zeker als je er eens objectief en eerlijk naar luistert, zoals je op dat feestje even hebt gedaan.
Het klinkt daar zo goed, dat je eigen veel duurdere audioset thuis niet of nauwelijks beter klinkt, maar zeker niet overuigender, ondanks de nieuwe interlinks van 500 euro per stuk en de recentelijk op advies van je dealer aangeschafte, heel dikke eindversterker die alles onder controle zou hebben. Sterker nog... als je echt heel eerlijk zou zijn tegenover jezelf, dan klinkt die 'flutset' van buurman op een aantal muzikaal belangrijke punten simpelweg beter dan de jouwe thuis! Neem bijvoorbeeld het laag! Lekker los, diep en zonder de hoekige kleuring die je er thuis steeds bij krijgt.

Vergeet bijvoorbeeld ook niet die ene audiovriend, die pas anderhalf jaar geleden echt ging warmlopen voor deze hobby en die je laatst heeft uitgenodigd om ook eens te komen luisteren naar zijn spullen.
"Tuurlijk, 't is nog lang niet wat jij thuis hebt staan, maar kom eens luisteren!", zei hij er nog bij...

Zo gezegd zo gedaan, en het onmogelijke lijkt mogelijk: dat setje van hem, dat nog geen derde heeft gekost van jouw set, speelt zowel de sterren van de hemel als de jouwe helemaal weg. Goed, zijn luidsprekers komen niet zo laag en zijn cd-speler heeft geen buisjes in de uitgangstrap, maar kippenvel wekt het spul wel op!
Als je dan ietwat verbluft rondkijkt in zijn ruimte zie je meteen dat er dingen zijn gedaan met de wanden en het plafond:
hij heeft blijkbaar meteen al het advies ter harte genomen om op alle deelgebieden tegelijk te proberen om vooruitgang te boeken, en om niet helemaal leeg te lopen op de blingbling-kant van de hobby -- op de dozen zelf!
Dankzij een geoptimaliseerde akoestiek kan de goedkopere set een overtuigender geluids- en ruimtebeeld afgeven. Je zou willen dat het ook zo klonk bij jou thuis, en neemt je nu voor om definitief iets te gaan doen met en aan akoestiek... Het zou tijd worden ook!

Zoals je ziet kan deze hobby je -- in elk geval tijdelijk -- ronduit ongelukkig of gefrustreerd maken. Het inzicht dat het niet slechts een kwestie is van de portemonnee trekken wordt nergens pijnlijker duidelijk dan in de twee voorbeelden hierboven, die in het geheel niet vergezocht zijn en zo uit de praktijk van alledag zijn gehaald.
Ze worden vooral veroorzaakt in de doodlopende steeg van de aloude dozenschuiver, die elk probleem met nieuwe hardware meent te kunnen tackelen. Zelfs de akoestische!

De confrontatie met het gegeven dat er geluidsproblemen kunnen bestaan die zich onafhankelijk van de hardware ontwikkelen is pijnlijk, want "de gemakshalve vergeten schakels" (akoestiek en opstelling) spelen een rol, waarvan het belang bepaald niet onderdoet voor dat van de hardware.

Ik wil je die confrontatie besparen, of 'm hier en nu tot een goed eind brengen met je!


naar boven




















opgesteld en geoptimaliseerd voor de demo;
er waren zo'n 45 bezoekers aanwezig




De gemakshalve vergeten schakel


Akoestiek - iedere liefhebber weet eigenlijk best wel dat het erg belangrijk is,
maar weinigen maken er vervolgens chocola van!

Eierdozen, gouden ratios, kleedjes, kussens, noppenschuimpjes en steenwol...
Zoveel weet men vaak wel, hoewel je van die laatste twee meestal ver moet zien te blijven.
En dan heb je nog de tegenstrijdige adviezen...


Benadering van akoestiek is,
alleen in laatste instantie, een exacte en tamelijk rekenkundige aangelegenheid. Succes berust uiteindelijk vooral op ervaring en expertise, op het diagnostisch vermogen èn op de nodige productkennis die voor particulieren van toepassing is en niet voor grote bedrijven.


Beheersing van het nagalmkarakter is een kwestie van de toepassing van een min of meer doorberekende combinatie van absorberende materialen, om zodoende het uitsterven van frequenties - laag, midden en hoog - gelijkmatig en gelijktijdig te laten plaatsvinden.
Klik
HIER voor een uitgebreid artikel over nagalmtijd, nagalmkarakter en over hoe ermee om te gaan in de thuissituatie.

Beheersing van reflecties is juist een kwestie van het toepassen van de juiste harde oppervlakken (akoestische diffusers), om daarmee het gereflecteerde geluidsveld dat in de ruimte mag blijven, zowel in tijd als ruimte te verstrooien.
Je kunt op de pagina
"Praktijk en Doe-het-Zelf" heel veel lezen over verschillende soorten akoestische diffusers. Je kunt ze zelfs gemakkelijk zelf bouwen; alle informatie is er voorhanden...

Het zoeken en vinden van betere afmetingsverhoudingen (ratios) voor je ruimte vereist veel berekeningen met op zichzelf simpele, bovendien geautomatiseerde formules. Bestaande ongunstige ratios kunnen met een relatief simpele ingreep zomaar veranderen in goede verhoudingen! Dat gaat ten koste van enige bruto inhoud van je ruimte, maar ideale ratios in een wat kleinere ruimte zijn veruit te verkiezen boven ongunstige ratios in een grote.
Je kunt het artikel,
"Optimale Afmetingsverhoudingen" lezen en zien of er mogelijkheden voor je zijn in deze richting.

Opstelling van luidsprekers en luisterstoel is ZO belangrijk, dat het wat mij betreft niet vaak genoeg herhaald kan worden.
Op de hoofdpagina,
"Audio, Algemeen" tref je daarom niet voor niets drie artikelen aan die dit onderwerp van meerdere kanten willen belichten. Misschien komt het omdat aandacht voor de opstelling niets kost, behalve misschien de nodige tijd, dat het eveneens een vergeten schakel kon worden...:

WAT er staat lijkt vaak belangrijker te zijn
dan
HOE het er staat...
(zie ook de foto rechts)


Een groot deel van de winst die op het enige terrein waarop we dit
echt willen realiseren kan worden geboekt, namelijk een toename van de muzikale overtuigingskracht die we thuis kunnen beleven, wordt verkregen door onverdeelde en deskundige aandacht te schenken aan het component akoestiek. Die aandacht is qua impact vergelijkbaar met die welke ontstaat door het realiseren van een perfecte hardwarematch in een geluidsinstallatie, of het eindelijk aanboren van de optimale opstelling, die maakt dat er ineens nog veel meer kan gebeuren voor je oren.

Het gaat niet alleen over dingen die goed klinken,
maar vooral over dingen die overtuigend genoeg voor je oren
gebeuren!


De prijs van zulke upgrades is vaak niet doorslaggevend voor het resultaat. Het is echter wel het gevolg van
een goede diagnose van aanwezige problemen, in combinatie met het zoeken van oplossingen die hiermee doeltreffend kunnen afrekenen. Die kunnen kostbaar zijn, maar dat hoeft helemaal niet. Die kunnen kant-en-klaar zijn, maar ook dat is geen noodzaak; heel veel akoestische hulpmiddelen en maatregelen kunnen desgewenst ook zelf gebouwd worden.

Akoestiek verwaarlozen en tegelijkertijd doorgaan met het koesteren van audiofiele high-end ambities is als het aanschaffen van die fraaie, snelle sportwagen in een land waar nog nauwelijks verharde wegen zijn aangelegd. Iedereen snapt dat zoiets onverstandig is, omdat je in zo'n land eigenlijk veel beter een tractor of een 4x4 kunt kopen. Toch vinden doorgewinterde audiofielen met heel veel kennis van zaken en hele goede oren het vaak volkomen aanvaardbaar om een erg kostbare audioset op te stellen in een ruimte die ronduit vijandig is ten opzichte van het daarin opgewekte geluid.

Men lijkt zonder morren gewoon maar te accepteren dat akoestiek
een soort van toevallig en vaststaand gegeven is,
waarmee een audiofiel maar moet zien te leren leven...


Soms, als zo iemand verhuisd, heeft ie ineens geluk. Hij krijgt toevallig een aardige akoestiek.
Maar meestal - en zeker in de moderne nieuwbouwwoning - is het wachten op gelukkige akoestische omstandigheden net zoiets als het wachten op een winnend lot.










tubes achter dipolaire luidsprekers op de eerste reflectiepunten
en in het fysieke midden-achter




Vooroordelen

Rondom akoestiek bestaan nog altijd wel de nodige vooroordelen.

Akoestiek zou vooral lelijk zijn!


Klik
HIER voor een uitgebreid artikel dat die vooroordelen wil omzetten in kennis.
Hieronder worden er enkele aangestipt, maar zeker niet verder uitgediept...

In de jaren '70 en '80 meenden velen oprecht dat er voor het verbeteren van akoestiek niet meer nodig zou zijn dan wanden, volgeplakt met eierdozen en tapijt. Dat idee heeft heel lang stand kunnen houden en doet dat in feite nog steeds, met dien verstande dat "eierdoos" en "tapijt" intussen zijn vervangen door de nieuwe toverwoorden :
"noppenschuim" en "akotherm".

Ne als eierdozen en tapijt zijn ook noppenschuim, akotherm en steenwol producten
die zowel erg goed als erg fout kunnen uitpakken bij het optimaliseren van je akoestiek.

Er bestaan nog steeds geen allround hulpmiddelen die altijd en overal goed uitwerken,
terwijl ook de meest gemaakt
'fout' -- precies zoals vroeger -- nog steeds dezelfde is:
akoestiek aanpassen = grove overdemping toepassen...


In de jaren '80
leek de kwaliteit van elektronische hardware ineens zodanig te verbeteren, dat echte 'high-end' ambities voortaan ook gerealiseerd konden worden door mensen met meer aardse budgetten.

Opnieuw had akoestische optimalisatie het nakijken...


Akoestiek zou opnieuw een heel decennium lang buiten het gezichtsveld van de gemiddelde consument blijven. Er spoelden voortdurend nieuwe golven van hardware-euforieën over de consument heen, met name dankzij de opkomst en de glorie van de digitale techniek, maar zeker ook dankzij het niet-aflatend pogen van de immer meer populair en commercieel wordende audiotijdschriften.

In de jaren '90, toen de hardware-euforie wat afzwakte onder invloed van gezond verstand en stijgende prijzen, vielen ook de meeste audiotijdschriften genadeloos door de mand als zijnde de broodschrijvende verlengstukken van importeur en detailhandel.
Eindelijk kreeg akoestiek dan toch de aandacht die het altijd al verdiende, met name ook door de inspanningen van enkele Amerikaanse bedrijven en fabrikanten zoals ASC (van de tube traps) en RPG (van de diffusers en de basstraps). Helaas moest ook deze ontwikkeling grotendeels voorbijgaan aan
Europese consumenten (maar niet aan professionele studio's), maar toch zeker aan de nuchtere noordwesterlingen op dit continent die het niet over hun hart konden verkrijgen om meer dan 100 euro uit te geven aan iets dat niet blinkt en niet is voorzien van knopjes en een netsnoer.

Het is waar: de prijzen voor import van Tube Traps en vooral van akoestische diffusers waren extreem hoog. Op zichzelf verklaarbaar door het grote gewicht van met name die laatste producten. Dit heeft er bepaald geen goed gedaan aan het bevorderen van de populariteit ervan bij de integratie van dergelijke hulpmiddelen bij de gemiddelde muziekliefhebber in de thuisomgeving.

Dat hierin gelukkig nu ook verandering is gekomen blijkt o.a. uit de mogelijkheid om via deze site heel wat kant-en-klare bouwplannen en instructies voor zelfbouwdiffusers, tube-traps, basstraps en paneelabsorbers te downloaden.
Klik
HIER om naar de downloadpagina te gaan.

Een ander vooroordeel dat momenteel met zijn laatste stuiptrekkingen bezig lijkt te zijn is:
"Akoestiek is altijd erg lelijk".

Dit beeld wordt door sommigen in stand gehouden door telkens weer voorbeelden aan te dragen van dedicated muziekruimtes en studioruimtes die met behulp van modulaire, verplaatsbare en heel technisch uitziende middelen werden geoptimaliseerd.
Waarna men,
inderdaad terecht, mag opmerken dat "je zoiets echt niet in je woonkamer wilt."

Volledige akoestische optimalisatie van een muziekruimte
kan prima onzichtbaar geschieden,
als dit tenminste het doel is van de eigenaar van zo'n ruimte.


Zo simpel is het.
Er zijn meerdere manieren waarop integratie van diverse akoestische hulpmiddelen naadloos en visueel volkomen onzichtbaar kan plaatsvinden in een ruimte. Er is tegenwoordig geen dwingende reden meer te bedenken waarom je je nog zou kunnen of mogen verschuilen achter
"het lelijkheidsargument", om zo je akoestische aandacht legitiem te kunnen ontlopen vanuit een of ander woontechnisch oogpunt.






Conclusie

Als dit inleidende artikel erin is geslaagd om de rol van akoestiek enigszins uit de nevelige sfeer van vooroordeel en
"van weleer" te kunnen halen, dan is dat al heel wat!

Op deze website zijn veel bruikbare aspecten van akoestiek uitgewerkt, en wel in zoveel mogelijk begrijpbare en theorie-arme bewoordingen. In lekentaal zelfs, soms tot ergernis van bepaalde professionals, die mij van akoestisch populisme wilden betichten.

Ook zijn er de nodige foto's beschikbaar gekomen van talloze klanten, die het resultaat van hun thuisprojecten vastlegden en zo vriendelijk zijn geweest om het mij op te sturen voor publicatie.
Dit alles werd gebundeld in een aantal albums op de pagina met
"Beeldmateriaal".

De kern van dit artikel,
"akoestiek is een component", zou nu niet langer een "aardige hypothese" moeten zijn. Het behoort een sterk uitgangspunt te zijn, dat nieuwe mogelijkheden tot verbetering van de geluidskwaliteit en muzikale overtuigingskracht thuis kan open leggen!


Toine Dingemans, 27 januari 2018.


naar boven








akoestiek is niet altijd lelijk