Bouwwijze,
Vorm, Voorkomen
Vaak neemt paneelabsorptie in een akoestisch
ruimteontwerp de vorm aan van de bovenaan dit artikel
geplaatste foto van een verlaagd akoestisch
systeemplafond. Er wordt gestreefd naar toepassing
van precies dat akoestische
plaatmateriaal, dat het het absorptievermogen levert
dat nodig is. Deze absorptiebehoefte zal met metingen
moeten worden vastgesteld.
Fabrikanten als Rockfon en Ecophon leveren een
uitgebreid pakket van plafond- en wandpanelen, met
soms heel verschillende absorptiewaarden. Sommige
varianten zijn tevens in kleuren verkrijgbaar, ook in
zeer donkere tinten of zwart, speciaal voor in de
thuisbioscoop.
Het grootste voordeel van zo'n plafondsysteem is het
akoestische rendement versus de prijs: die ratio is
zeer gunstig!
Veruit de meeste akoestische
systeemplafondplaten absorberen breedbandig en zeer
krachtig alle frequenties boven
500Hz. Absorptie onder 500Hz kan
plaatsvinden als het
systeemplafond verlaagd is opgehangen, waardoor
achter de plaat de voor laagabsorptie onmisbare holle
ruimte ontstaat.
In veel gevallen is in woonruimtes reeds sprake van
voldoende hoogabsorptie,
bijv. als gevolg van tapijt en/of overige
stofferingen. Gelukkig bestaan er ook wand- en
plafondplaten die enkel het middengebied tot 3kHz
aanpakken, maar het midhoog en het hoog erboven mooi
met rust laten.
Bij de foto's rechts wordt gebruik gemaakt van een
akoestisch paneel dat geen
absorptie meer levert boven 3kHz. De functie van deze
paneelabsorber is absorptie van het midlaag (200-600Hz).
Zodoende kan de paneelabsorber onzichtbaar achter een
gordijn worden aangebracht. Lage frequenties trekken
zich van het gordijn weinig aan en brengen het
achterliggende frontpaneel van de paneelabsorber nog
prima in resonantie!
De foto's werden gemaakt bij/door Erik van Voorst.
Als materiaal voor de
voorplaat werd hier gekozen voor een
akoestisch plafondpaneel van Rockfon (destijds heette
deze plaat, "Royal Bass".
Dit paneel is primair bedoeld om alleen lage en lage
middentonen te absorberen wanneer het wordt geplaatst
voor een LEGE holle ruimte van tenminste 20cm. Het
absorbeert nauwelijks midhoog en hoog. Deze absorber
kan dus zonder problemen uit het zicht worden
geplaatst.
De paneelabsorber is redelijk makkelijk te bouwen in
een overzienbaar tijdsbestek, en bestaat in essentie
uit een stevige houten lijst of raamwerk dat tegen de
muur is verankerd en waartegen de akoestische plaat
zal worden bevestigd.
Te zien is dat het raamwerk een oppervlakte van zo'n
twee vierkante meter gaat beslaan en een holle ruimte
van 20cm zal hebben. Een paneelabsorber van dit
formaat heeft een equivalent absorptievermogen van
twee 120ocm tube traps met een diameter van 42-45cm.
Piekabsorptie van deze paneelabsorber ligt op 130Hz
en bedraagt daar rond 75%. Deze waarde loopt
geleidelijk terug, totdat er rond 40Hz geen absorptie
van betekenis meer kan zijn.
Boven 400Hz zal de absorptie ook gaan teruglopen, om
dan in het middengebied tussen 800 en 3000 Hz weer op
te lopen tot een bruikbare waarde van ruim 50%.
Rekenwerk
De resonantiefrequentie
van een paneelabsorber wordt bepaald door twee
parameters:
- Diepte
van de
resonantieruimte
- Gewicht per m2 van de
voorplaat
Het oppervlak
van de plaat heeft een zijdelingse invloed op de
resonantiefrequentie: het vrijhangend (resonerend)
oppervlak moet in correcte verhouding staan tot de
kwart-golflengte van de onderste afstemfrequentie.
Het oppervlak heeft daarnaast natuurlijk een sterke
invloed op de hoeveelheid
gegenereerd absorptievermogen,
d.w.z. op het rendement van
de absorber.
Hoe
meer oppervlak, hoe meer van dezelfde absorptie.
Hoe dieper de holle ruimte, hoe lager de
resonantiefrequentie van al die absorptie zal
liggen.
Als de
nagalmtijd T60 op 160Hz zonder
toegevoegd absorptievermogen op
1,8 seconde ligt en met
toegevoegd absorptievermogen terugvalt
tot 1,2 seconde, dan zal verdubbeling van het plaatoppervlak
tweemaal zoveel absorptie inbrengen waardoor in
theorie een T60 van 0,6 seconde gerealiseerd kan
worden met twee van
dergelijke absorbers.
De formule voor het zelf
berekenen van een plaatabsorber:
waarbij:
- F
= gewenste frequentie voor piekabsorptie
(afstemfrequentie / resonantiefrequentie)
- M
= Gewicht van de voorplaat in kg/m2
- D
= Diepte van de holle ruimte
(in meter)
Een
parameter die wat moeilijk te achterhalen kan zijn is
het gewicht per vierkante meter
van het materiaal van de voorplaat.
Als materiaal voor de voorplaat kan hier een nuttig
gebruik worden gemaakt van veelal goedkope, in de
bouwmarkt verkrijgbare plaatmaterialen zoals triplex,
mdf, hardboard, zachtboard, kunststofplaten, vinyl,
rubber.
Alles wat luchtdicht kan worden toegepast is in
principe toepasbaar, zolang het gewicht per vierkante
meter nauwkeurig genoeg kan worden vastgesteld.
Op de downloadpagina van deze site is een
informatiepakketje over paneelabsorptie te vinden,
met daarin o.a. een tabel met een aantal gangbare
plaatgewichten.
Een paneelabsorber heeft, zoals gezegd, een zeker minimaal
vrij bewegend frontaal oppervlak nodig.
De afstemming is zodoende mede van de afmetingen van
het frontale oppervlak afhankelijk.
Dit frontale oppervlak dient altijd vrij te kunnen
bewegen over de volledige oppervlakte. Qua
constructie zal het frontpaneel dus uitsluitend
helemaal buitenom ondersteund worden. Onderverdeling
van een groot en vrij trillend oppervlak zal de
afstemfrequentie zomaar kunnen verdubbelen, maar in
elk zal deze zich sterk wijzigen door zulke
constructieve maatregelen.
Het vrijhangend (resonerend)
oppervlak moet in een juiste verhouding staan tot de
kwart-golflengte van de beoogde afstemfrequentie
ervan.
Paneelabsorbers die een grote,
akoestische harde frontplaat hebben, zoals hout, zijn in
bepaalde situaties niet goed toepasbaar. Hogere
frequenties zullen gereflecteerd worden door het
oppervlak van de plaat, want voor hogere frequenties
is de plaatabsorber niet meer dan een hard,
reflecterend oppervlak, zoals iedere andere muur of
deur. Hiermee moet rekening worden gehouden, met name
als er meer van dergelijke grote oppervlakken
tegelijkertijd worden ingezet.
Het is toegestaan om de voorplaat van de absorber met
akoestische tegels of schuimmateriaal te beplakken,
om zodoende aanvullende absorptie in midden en treble
te kunnen realiseren. Daarbij
moet het gewicht van de tegels of het schuimmateriaal
worden opgeteld bij
het gewicht van de voorplaat!
Een paneelabsorber kan ook met een flexibele of zeer
dunne voorplaat worden uitgevoerd, zoals vinyl (vloerzeil),
rubber, een verduisteringsgordijn of akoestisch
schuim, op voorwaarde dat de ingesloten holle ruimte
helemaal lekvrij gemaakt kan worden.
Aangezien alle materialen verschillende gewichten
hebben, zal ook de resultante van de formule sterk
kunnen verschillen. Dit ondanks gelijkblijvende
dieptemaat! De formule is gemakkelijk onder te
brengen in een excelsheet, zodat het leuk
experimenteren is met verschillende materialen,
alvorens er daadwerkelijk een te gaan toepassen.
Paneelabsorptie aan het plafond en langs de wanden in
de ruimte hierboven is bedoeld om de hogere regionen
van het midlaag te bewerken, zo tussen 200 en 400Hz.
In dat gebied spelen staande golven en
ruimteresonanties geen rol meer, maar komen
akoestische problemen nog wel tot uiting in de vorm
kleuring van timbre of body van muziekinstrumenten en
stemmen die in dat "donkerbruine"
frequentiegebied hun
harmonischen en klanksignatuur hebben.
naar boven
|
de basis voor een doeltreffende paneelabsorber:
het begint met een houten raamwerk op de wand...
de diepte van de holle ruimte
en het gewicht van de voorplaat:
de twee parameters die samen
de resonantiefrequentie bepalen...
hier worden akoestische panelen
van bekend fabrikaat gebruikt,
omdat je dan uit kunt gaan van
officieel vastgestelde absorptiewaarden...
Klaar.....
het equivalent van 2x een 42cm
tube trap, onzichtbaar achter een gordijn...
|