Wat
te doen met geluid dat WEL mag blijven?
Onder "geluid dat wel mag
blijven" moet worden
verstaan:
alle
akoestische energie die tijdens muziekweergave in
de ruimte resteert,
omdat deze niet wordt, of hoeft te worden
geabsorbeerd...
Het is in een ruimte, bedoeld voor muziekweergave
thuis, nodig om zowel in het laag en het middengebied,
maar zeker ook in het hoog, de nodige levendigheid
te behouden. Het
is dus zeker niet de bedoeling om te streven naar het
elimineren (absorberen) van alle akoestische energie. Het moet niet een
dode en ook geen reflectie-arme ruimte worden. Het
moet een levendige ruimte blijven, met
voldoende beheerste reflecties en een beheerst
nagalmkarakter!
Overmatige stoffering, zoals tapijt, in combinatie
met een akoestisch plafond, zware stoffen meubels en
de nodige veloursgordijnen, zal er onherroepelijk toe
leiden dat frequenties boven 500Hz veel te snel
uitsterven in die ruimte.
Ze worden namelijk veel te krachtig geabsorbeerd.
Het omgekeerde, overmatige levendigheid dankzij
betonnen reflecterende wanden, plafond en vloer,
is evenmin en zelfs nog minder aantrekkelijk!
In een moderne, betonnen woonkamer met strakke,
moderne inrichting komt niet of nauwelijks enige vorm
van natuurlijke laag- midden-, en hoogabsorptie voor.
Het gevolg is dat geluid, van laag tot hoog, veel te
lang blijft "hangen" in zo'n ruimte, met
name bij een realistisch geluidsvolume.
Wat speelt zich hier precies
af?
Het geluid dat je op je luisterplaats hoort is altijd
een samengesteld geluidsveld:
een zekere verhouding tussen direct
en indirect
geluid.
Akoestische optimalisatie is in feite niets anders
dan het creëren van een, voor muziekweergave,
correcte balans tussen dit directe en indirecte
geluidsveld.
Direct
geluid is het
geluidsveld dat door de luidsprekers wordt
afgestraald en je oren bereikt zonder
eerst ergens mee in aanraking te zijn geweest. Als
je je luidsprekers achter een of ander meubelstuk
zou verstoppen, zal het directe geluidsaandeel
daardoor per definitie zo goed als nul worden.
Indirect geluid is
het geluidsveld dat eveneens door de luidsprekers
werd afgestraald,
maar pas je oren bereikt nadat
het één of meer keren werd gereflecteerd door
een oppervlak.
Indirect geluid is zodoende synoniem aan reflecties.
Je begrijpt waarschijnlijk waarom er sprake moet zijn
van een goede balans
tussen direct en indirect geluid.
Het directe geluidsveld bevat alle informatie die het
mogelijk maakt dat er tussen en rondom de
luidsprekers een duidelijk te onderscheiden
afbeelding wordt neergezet, waarin de drie dimensies breedte,
hoogte en diepte een
belangrijke rol spelen. We spreken dan over "het
stereobeeld" -- de
podiumafbeelding.
Muziek die uitsluitend uit direct geluid zou
bestaan, neemt scherp omlijnde ruimte in.
Instrumenten en stemmen worden zeer duidelijk en in
drie dimensies geplaatst op een virtueel podium.
We zouden zoiets "een
gordroge weergave" noemen.
Wat hier zal ontbreken is
ambiënte informatie over de opnameruimte zelf,
waarin die muziek wordt gespeeld.
Die
informatie is afwezig, omdat ze voor het grootste
deel wordt overgedragen op de luisteraar via
het indirecte geluidsveld van
de muziekruimte, ofwel middels
gereflecteerd geluid.
Laat
over dit aspect geen misverstand bestaan:
Geluid dat je oren bereikt na eerst 2, 6 of 10
keer een oppervlak te hebben geraakt
omvat het belangrijkste geluidsaandeel van wat je
normaal gesproken altijd hoort: de
ambiance.
Onder alle omstandigheden (ook buitenshuis),
behalve in een akoestisch dode ruimte,
is muziek- of geluidsweergave voor het overgrote
deel een kwestie van
gereflecteerd geluid.
Anderzijds is het ook zo dat wanneer je muziek zou
beluisteren die (vrijwel) uitsluitend zou bestaan uit
indirect geluid, de mogelijkheid om instrumenten
scherp afgetekend te localiseren afwezig
is.
Hooguit kan de globale richting van geluidsbronnen
worden afgeleid.
Muziek is dan vooral een diffuse aangelegenheid. De
ruimtelijkheid mag misschien groot zijn, maar een
scherp afgetekend stereobeeld en het "inkijkbare"
driedimensionale podium waarop
een muzikale gebeurtenis zich normaal gesproken
afspeelt ontbreken geheel en al.
Beide
geluidsvelden -- direct en indirect -- zijn in
een goede onderlinge verhouding
volkomen essentieel voor een complete muzikale
ervaring.
Klik HIER
voor een artikel dat dit dualisme
in geluidsweergave verder
uiteenzet.
In het begin van dit artikel werd al gesteld dat een
gegeven ruimte in staat altijd is om een
bepaalde hoeveelheid akoestische energie per
tijdseenheid te verwerken --
dat is dan de factor nagalmtijd.
Alle energie die dat absorptievermogen van een ruimte
overstijgt gaat een eigen leven leiden in die ruimte.
Ze blijft dat in feite zo lang doen, dat ook de
muziek uit de volgende maten er hinder van gaat
ondervinden. Naarmate je het volume hoger zet neemt
ook het probleem van energie die niet door de ruimte
kan worden geneutraliseerd snel toe.
Een
ruimte heeft altijd een zeker vermogen om
akoestische energie om te kunnen zetten.
We kunnen dit "het absorptievermogen van een
ruimte" noemen.
Wanneer meer energie in de ruimte ingebracht
wordt dan deze kan omzetten,
ontstaat een fenomeen dat je "akoestische
verzadiging" kunt noemen.
Het uit zich als "een te lange nagalmtijd";
het indirecte geluidsaandeel is veel te groot.
Het is weliswaar mogelijk om dit fenomeen middels de
volumeregelaar op je versterker enigszins te sturen,
maar dan is er per definitie sprake van een compromis. Immers, in een
ruimte waarin de balans tussen direct en indirect
geluid correct is, zal het akoestische
verzadigingspunt pas worden bereikt als de gekozen
geluidssterkte beduidend hoger is dan realistisch
gezien gewenst zou zijn.
Ofwel: het volume zal dan
al veel harder zijn dan voor een muzikale realiteit
nodig is.
In een ruimte met een ontoereikend absorptievermogen
wordt het verzadigingspunt bereikt,
lang voordat er van een realistische geluidssterkte
sprake is.
Ofwel: er kan niet zo luid
worden gespeeld als wenselijk zou zijn om een
muzikale realiteit na te bootsen.
Zodoende is de steeds
terugkerende neiging om het volume naar beneden toe
bij te stellen wel een belangrijke indicator van een
onnatuurlijke eigenschap in de muzikale presentatie.
In de praktijk is deze neiging meestal terug te
voeren op het absorptievermogen van de ruimte,
alsmede op diens vermogen om reflecties te beheersen.
Het zijn die reflecties die snel heel sterk gaan
opspelen wanneer het volume omhoog gedraaid wordt.
Soms kan dit ook het gevolg zijn van gebrekkige
hardware, maar dit komt in principe minder vaak voor
bij muziekliefhebbers die hun hobby al geruime tijd
beoefenen.
Overigens is de neiging om het volume hoger
te zetten ook een indicator,
doorgaans een positieve!
Verzadiging die via de volumeregelaar van de
versterker kan worden gestuurd kan aanvankelijk, bij
lage volumes, geheel afwezig zijn. Muziek kan op lage
sterkte dan nog uitstekend klinken!
Samen met het toenemen van het geluidsvolume komen
echter ook de akoestische onhebbelijkheden van een
ruimte tot uiting. Het
gaat hier dan om eigenschappen die niet tot de
oorspronkelijke muziekopname behoren, maar die door
de akoestiek zelf worden ingebracht. Bij toenemend volume
nemen dan typische fenomenen toe, zoals onrust
en versmering in het
geluidsbeeld, kleuring van het
timbre (door "schreeuwerigheid"
in het middengebied), en met name ook een gebrek aan
controle in het laagfundament, dat weliswaar veel
energie bevat, maar dit vooral concentreert in een
klein stukje frequentieband.
Daardoor zal dit deel van het spectrum sterk
overheersend zijn tov de rest van het basgebied.
|
nagalmbeheersing (boven):
de cylindrische vormen zijn niet
alleen gunstig voor beheersing van
reflecties,
maar ze absorberen vooral ook lage
frequenties;
ook de schuin verlopende en verlaagde plafondconstructie
is hiertoe in staat
reflectiebeheersing (boven):
in deze repetitieruimte zijn veel
geluidsverstrooiende oppervlakken (diffusers) aanwezig,
maar ook zijn de nodige basstraps verwerkt in het plafond;
deze ruimte zou daarom ook als stereo luisterruimte zeer
geschikt zijn!
gebrek aan juiste verhoudingen
(boven):
Tussen de gebruikte luidspreker en
de ruimte bestaat in zekere zin een verhouding:
de ruimte moet in een juiste verhouding staan tot de
luidsprekers die er worden gebruikt.
Je ziet hier een werkelijk compromisloze
geluidsinstallatie,
opgesteld in een ruimte die hiermee op
meerdere manieren geheel uit
verhouding is.
Voor deze audioset werd uiteindelijk een compromisloze
dedicated ruimte gebouwd.
Klik HIER voor een
compleet fotoverslag van die bouw...
|