Zelf
Tubes Bouwen
Voor de liefhebber die tubes zou willen toepassen en
tegelijk zelfbouw niet schuwt, zijn hieronder de
benodigde aanwijzingen voor het maken van eenvoudige,
maar doeltreffende zelfbouwtubes geplaatst.
De Basis
Als basis voor een tube dient
een zgn. 'industrieschaal' --
een glas- of steenwol buis die bedoeld is voor de
thermische isolatie van industriële leidingen.
Zelf maakte ik in de jaren tussen 2000 en 2005 altijd
gebruik van de Rockwool
Industrieschaal 850.
Dat ging in die jaren nog uitstekend...
In de loop van 2005 werd
echter de homogeniteit van de
persing geleidelijk aan minder.
Delen van de buis konden duidelijk slapper en van
mindere densiteit zijn dan de rest.
Dit was destijds één van de
twee redenen om op te houden met de kleinschalige
productie in eigen beheer, ten behoeven van derden.
Een goed alternatief voor de
850-schaal bleek destijds voor
een kleinverbruiker niet
voorhanden...
Een stevige buis maken
De
schaal is af-fabriek meestal over de hele lengte
opengesneden.
Dat is nodig als de schaal om
een leiding moet worden
aangebracht.
Het is een nadeel als de schaal voor tubes moet
worden gebruikt, want de naad zal moeten worden
gedicht...
De naad is een
nadeel dat op 2 manieren
opgelost kon worden.
In de eerste plaats waren de schalen, op verzoek, ook
naadloos leverbaar.
De minimale afnamehoeveelheid hiervoor was dan wel 15
meter (= 15 losse schalen).
De tweede manier is om zelf de
naad maar weer dicht te kitten. Dat zal met goed
hechtende siliconenkit moeten gebeuren, want er
behoort een stabiele en stevige cylinder te ontstaan.
Het nadeel van deze maatregel tov de eerste is de
meerprijs voor kit: elke naad is 1m lang, en er is
best flink wat kit nodig om 'm goed hechtend aaneen
te 'smeden'...
Het is de bedoeling dat het eindproduct een stevige,
geheel gesloten cylinder zal worden. Deze stevigheid
wordt voor het grootste deel ontleend
aan de perskwaliteit / homogene densiteit van de
schaal, en voor een kleiner deel door de goed
aangebrachte kitnaad die verband schenkt, en ook nog
door de eindpanelen, verderop.
Wanddikte, buisdiameter en
folie
De geschikte wanddikte heeft
een relatie tot de diameter van de buis.
De diameter is in hoofdzaak bepalend voor het
frequentiegebied waarbinnen bruikbare laag- en/of
midlaagabsorptie kan plaatsvinden.
De wanddikte (en daarmee de stromingsweerstand)
behoort toe te nemen bij dalende frequentie.
En dus: hoe groter de
buisdiameter, hoe groter ook de wanddikte moet worden.
- voor
een buisdiameter van 22cm geldt een wanddikte
tussen 25 en 30mm
- voor
een buisdiameter van 30cm is een wanddikte
van 30mm het meest geschikt
- voor
een buisdiameter van 40cm is een wanddikte
tussen 35 en 40mm geschikt
- voor
een buisdiameter van 50cm is altijd een
wanddikte van 40mm aan te raden
De schalen in de voorgaande
foto'zijn af-fabriek reeds
halfzijdig met reflecterende folie uitgevoerd.
Industrieschaal 850 wordt echter zonder
folie geleverd.
Die zul je dus zelf op één
helft moeten (laten) aanbrengen.
Dat werd gedaan met een zelfklevende folie, zoals bij
de foto onder.
Die folie werd door de leverancier van de buizen
aangeboden, want mede bedoeld voor dit type buizen.
Eindpanelen erop
Een
eindpaneel van plaatmateriaal naar keuze wordt nu
boven en onder aangebracht.
Afdichtmiddel en lijm is hier wederom siliconenkit.
Dit dient uiteraard voor afdichting van de ingesloten
luchtkolom.
Wees niet zuinig met siliconenkit!
Voor één zijnaad en twee deksels heb je bij een 50cm
schaal ongeveer driekwart tube kit nodig.
Na het lijmen van de deksels moet je de buizen
voorzichtig wegzetten om te drogen.
De deksels kunnen nog een hele tijd goed gecentreerd
worden, voordat de kit weerstand gaat bieden.
Ik liet de schalen minimaal twee etmalen met rust, om
de dikke kitverbindingen de gelegenheid te geven
volledig uit te drogen.
Na
het drogen van de kit onstaat als het goed is een
stevige cylinder, die veel gewicht kan hebben op de
lengte-as.
Het is altijd belangrijk om ervoor te zorgen dat
gekitte naden
helemaal luchtdicht en kiervrij zijn!!
Wanneer de buis lek blijkt te
zijn zal het rendement van de tube als absorber
daardoor verminderen, zonder dat dit nu echt nodig
zou zijn geweest.
Stofferen
De laatste, meest tijdrovende en ook meest lastige
klus is het stofferen van
de schaal.
De eerste eis die
aan de stoffering moet worden gesteld is dat ze
vezeldicht is, maar toch nog enigszins
luchtdoorlatend is geweven.
Er blijkt eigenlijk maar één echt nette manier te
zijn om een schaal te stofferen, en dat is met een rondom
dichtgestikte hoes - een kokerrokje dus...
De naad van de doorgestikte hoes is links op de foto
te zien (bovenste tube).
Een koker van stof,
met een omtrek die net
iets kleiner is dan de buis zelf.
De twee eis die
aan de stof moet worden gesteld is dat ze enigszins
rekbaar is, maar zeker niet teveel (geen stretchstof!)
Maar wat je boven alles ook wilt vermijden is stof
zonder enige rek.
Niet doen; dat wordt een ramp...
Het
stofferen zal een techniek zijn die je redelijk snel
onder de knie gaat krijgen, als je methodisch te werk
wilt gaan.
Dat betekent in elk geval dat
je niet lukraak begint met ergens nieten in het
deksel te schieten.
Je kunt de omtrek beter eerst verdelen en vastnieten
in kwarten, dan in achtsten, en vervolgens zestienden.
Hierbij zo regelmatig en symmetrisch mogelijk nieten.
Tegelijkertijd zul je, bij
het tweede en laatste eindpaneel,
ook de rekspanning rondom zo
gelijkmatig mogelijk moeten zien te houden.
Stof die met een motief of
streep is uitgevoerd zal lastiger zijn om mooi haaks
en egaal te spannen,
zodat effen stof -- in elk geval in het begin --
sneller een beter resultaat zal opleveren.
Een electrische of pneumatische tacker is onmisbaar
om met voldoende kracht twee- of driedubbele lagen
stof met voldoende lange nieten vast
te tacken in de eindpanelen.
Voor een goed
eindresultaat is de pasvorm van de stofhoes erg
belangrijk.
Als deze te strak is ben je zomaar 20 min. bezig om 'm
alleen al goed over de buis heen te trekken... als
dat al heelhuids lukt bij een buis waarin ergens een
densiteitsprobleem in zou zitten....
In elk geval zal het eindresultaat nu zijn dat de
hoes meteen al lekker strak zit.
Bij een correct passende hoes duurt het ongeveer 1
minuut om deze over de buis heen te trekken...
Ik zocht altijd zelf de stof uit, maar liet er
vervolgens door een vakvrouw hoezen van maken.
De omtrek van een hoes moet 1
tot 1,5cm kleiner zijn dan de omtrek van de buis zelf.
Vanzelfsprekend moet de hoes als een geheel
symmetrische koker in elkaar zijn genaaid.
Als een hoes wat los zit is dat niet erg. Door de (minimale)
rek in de stof, plus een
goede techniek van stofferen komt die te losse hoes
er vanzelf toch hartstikke strak omheen te zitten!
De
eventuele rest mag / kan je zelf waarschijnlijk
bedenken...
Veel succes en plezier met het bouwen,
en vooral met beluisterbare resultaat !
Toine Dingemans, 28
februari 2018.
naar
boven