|
|
Theorie en praktijk ontlopen elkaar in een diffuser op een wijze die, praktisch gezien, uitpakt als een enorm voordeel ! |
Navolgende
overwegingen zijn bedoeld om een praktisch
bruikbaar inzicht te geven in de
akoestische eigenschappen van QRD-diffusers. Daardoor
zullen specificaties, bouwplannen en besprekingen van QRD-diffusers
meer betekenis krijgen. Het fundamentele gegeven is dit: het praktisch werkgebied van een willekeurige QRD-diffuser blijkt ongeveer 1,75x zo groot als de theoretisch berekende grenzen ervan. Dit is natuurlijk een welkome bijkomstigheid! Theorie en praktijk ontlopen elkaar hier op een zeer voordelige en zinvolle manier. Dit fenomeen, door gebruikers van meet af aan opgemerkt en gemeld, werd uiteraard ook door diffuserfabrikant RPG opgemerkt en onderzocht, en vervolgens beschreven in hun standaardwerk over diffusers uit 1990. Conclusie: het is geen 'gehoorsbedrog'. Een QRD met voldoende maximale segmentdiepte (MSD) heeft een daadwerkelijk waarneembare en zinvolle uitwerking op de laag- en midlaagweergave. Dit frequentiegebied valt deels ook nog buiten de specificaties van de betreffende diffuser. Een bruikbare bonus dus, duidelijk geworden door praktische toepassing! Het realiseren van een rendement van 100% (verderop meer hierover) behoort voor een klassieke QRD-diffuser vanzelfsprekend te zijn. Er zijn geen beperkende omstandigheden mbt de te kiezen afmetingen, zoals die daar juist wel zijn wanneer de diffuser met een gevouwen diepste segment moet worden uitgevoerd. Het rendement kan beschouwd worden als een kwaliteitsaanduiding voor de betreffende diffuser, maar dan alleen indien in de juiste context en verhouding bezien. Lees dus gerust verder! Er komt niet zoveel, maar het is cruciaal om er je weg mee te vinden in diffuserland. Na het lezen van dit artikel zal vooral de zelfbouwpagina over QRD-diffusers gemakkelijker te behappen zijn. Die pagina kun je HIER vinden. Datzelfde geldt voor de zelfbouwpagina over diffusers met gevouwen segment, die je HIER kunt vinden. |
Werkgebied
-- theoretisch en praktisch |
de vier parameters van een QRD zijn te zien in bovenstaande afbeelding je ziet de symmetrische en asymmetrische variant van een klassiek QRD-7 ontwerp |
Theoretisch Werkgebied Het theoretisch werkgebied van een diffuser is een fundamenteel gegeven, dat op voorhand kan worden bepaald. Het werkgebied kan een bepalende factor zijn voor de keuze van een diffuser, maar evengoed kan dat een andere factor zijn, die in een gegeven context van groter belang is. Zo'n factor kan periodiciteit zijn (later meer). Bij een QRD-7 bestaat één periode of paneelbreedte uit 7 segmenten, van elkaar gescheiden door relatief dunne scheidingswandjes (ze mogen 'oneindig dun' zijn...). QRD's zijn meestal symmetrisch ontworpen. Dat betekent dat het oneven 7e (onverdiepte) segment in twee gelijke helften wordt verdeeld. Deze twee halve segmenten worden dan de twee zijwanden plus halve zijsegmenten van de diffuser, samen het 7e segment. De ontwerper kan, bij klassieke QRD-ontwerpen zoals linksonder getoond, altijd kiezen uit meerdere dieptesequenties in relatie tot hetzelfde N-getal. Bij diffusers met een gevouwen segment is in principe alleen de ongemodificeerde dieptesequentie praktisch bruikbaar. Hieronder zie je een overzicht van alle dieptesequenties voor QRD-diffusers t/m N=31. Dat wil zeggen: QRD-7 / 11 / 13 / 17 / 19 / 23 / 29 & 31.
MSD
definieert de theoretische ondergrens van
het werkgebied
De
ontwerpformule zorgt ervoor dat een MSD van bijv. 25cm, in
een QRD-7, een duidelijk diepere
onderste grensfrequentie oplevert
dan in een QRD-13!
Hier geldt weer
hetzelfde als bij de MSD: een gegeven SB levert in een
QRD-7 een lagere bovengrens
van het werkgebied op dan bij een QRD-17 met diezelfde SB.
Ook door een andere dieptesequentie te kiezen zal
eenzelfde SB toch steeds weer een andere bovengrens
opleveren. |
een asymmetrische QRD-13 in het echt, en op tekening Bij een QRD-7 ontwerp waarbij sprake is van een optimale verhouding tussen SB en MSD en bij een ongemodificeerde dieptesequentie omvat het theoretisch werkgebied ALTIJD 2,75 oktaaf ongeacht de gekozen SB of MSD |
De optimale verhouding tussen SB
en MSD kan op twee manieren worden gecompromitteerd:
Overschrijding...
|
QRD-7:
max. 2,75 oktaaf |
het praktisch werkgebied van 4 allround diffusers blijkt steeds 1,75 x zo groot te zijn als het theoretische werkgebied |
Het werd duidelijk dat hooguit een
QRD-11 nog maakbaar zal zijn in een versie met gevouwen
segment. De hogere N-getallen lenen zich niet voor deze
truc. Op zich is dat niet erg. Meer dan een QRD-7 heb je in essentie niet nodig voor goede diffusie in de thuissituatie, en binnen het frequentiegebied waarin 't er het meest op aankomt, namelijk in het grondtonenbereik tot ±4000Hz (t/m c5 octaaf). Links zie je een schema waarin de SB en MSD (in centimeters) van 4 allround QRD-7 diffusers wordt getoond. Hoewel de maten voor SB niet echt veel van elkaar verschillen, omvatten ze toch allemaal min of meer wel het complete gebied waarbinnen diffusie doorgaans gewenst is. Diffusers met hoge N-getallen komen snel in fysiek conflict met het principe van periodiciteit of herhaling van hetzelfde patroon. Zie hiervoor de volgende sectie "Homogene Diffusie en Periodiciteit" . Het is tenslotte ontwerptechnisch ook ingrijpend om het werkgebied van diffusers met hoog N-getal voldoende diep door te laten lopen aan de onderzijde. Voor eenzelfde ondergrens van het werkgebied dient een QRD-11 beduidend dieper te zijn dan een QRD-7, om niet te spreken van een QRD-17 of 19... Praktisch Werkgebied Tot nu toe is steeds gesproken over het theoretisch werkgebied van de diffuser. Bij alle QRD7-4/7 mod.-0 modellen is dat 2,75 oktaaf, hetgeen correspondeert met een rendement van 100% voor een optimale QRD-7. Onder- en bovengrens van het werkgebied worden gedefinieerd door resp. de MSD en de SB, en zij vormen de belangrijkste ontwerpparameters op de tekentafel, aangezien zij de target definiëren voor het diffuserpaneel. In de praktijk rond het gebruik van diffusie -- een praktijk die overigens pas na de uitvinding van de QRD-diffuser door Manfred Schroeder in 1972 op gang is gekomen -- is gebleken dat het werkgebied significant ruimer is dan de ontwerpformule (theoretisch werkbereik) aangeeft. Zoveel ruimer dat het niet zomaar een extraatje is... Onder specifieke omstandigheden zijn de prestaties van een diffuseroppervlak goed meetbaar, en deze metingen ondersteunen de gehoormatige bevindingen.
Daarmee omvat
het praktisch werkgebied van een QRD-7 met optimale SD /
MSD verhouding ruim 4 oktaven. Dat is in de praktijk
voldoende om het meest klank- en ruimtebepalende deel van
het midlaag en het middengebied te omvatten, en om soms
ook nog een stuk van het hoge middengebied te kunnen
insluiten (bij een diffuser met een relatief smalle SB
tussen 3 en 5 cm), ofwel om ervoor te kiezen een extra
stuk aan de onderkant van het werkgebied te winnen, door
juist voor een wat dieper paneel te kiezen met een
grotere MSD dan 15 of 20cm. Die variabelen zijn goed te
zien in het schema linksboven. |
Homogene
Diffusie en Periodiciteit |
opklimmende graden van homogene diffusie, visueel geïnterpreteerd |
De praktijk is
net wat abstracter, want homogene diffusie is niet
makkelijk meetbaar of inzichtelijk te maken.
De oplossing is vrij simpel en in principe onafhankelijk van het N-getal:
|
links: periodiciteit (5 x QRD-7) rechts: non-periodiciteit (1 x QRD-19) |
Een
gegeven diffuseroppervlak, ongeacht diens locatie of doel,
wordt in het ideale geval dus 'bedekt' door tenminste
drie of vier aaneengesloten periodes van een gegeven
diffuserpaneel. Vaak is de voor diffusie beschikbare fysieke breedte beperkt. Maar zelfs als dat niet het geval is, dan omvat behandeling van een vroege reflectiezone, in de meeste thuissituaties, niet heel veel meer dan 1,5 meter diffusiebreedte.
|
Rendement |
een hoog rendement zegt niet altijd iets over de kwaliteit van de diffusie die het ontwerp kan leveren; het rendement zegt wel alles over het succes van de verhouding tussen de MSD en de SB |
Als je het voorgaande over "Werkgebied" en "Periodiciteit" hebt gelezen weet je al hoe het rendementscijfer van diffusers op waarde te schatten.
Want
ook bij een diffuser met een rendement van 50% kan er
sprake zijn van volkomen homogene diffusie, al is het dan
binnen het tot 50% gereduceerde werkgebied. Het
werkgebied omvat dan theoretisch 1,4 oktaaf, terwijl het
er 2,8 hadden kunnen zijn. Maar
binnen die 1,4 octaaf is er
evenveel homogene diffusie aanwezig als bij een perfect
ontworpen diffuser met 100% rendement!
|
een rendement, lager dan 100% doet geen afbreuk aan de kwaliteit van de diffusie zelf, maar beperkt enkel nodeloos het maximaal haalbare werkbereik |
Bij
het fysiek ontwerpen van een diffuser met gevouwen
segment moeten SB en MSD "kloppend"
gemaakt kunnen worden door de toepassing van
verschillende paneeldiktes en "opvulling". Dat
is lang niet altijd mogelijk, d.w.z. niet met alle gewenste
maten voor SB, aangezien niet alle
paneeldiktes commercieel verkrijgbaar zijn in MDF. naar boven |
Veelgestelde
Vragen |
Er zijn niet veel, maar wel een paar belangrijke, veelgestelde vragen... |
stofferen leidt ertoe dat de diffuserwerking zelf voor een groot deel om zeep geholpen wordt, doordat onbedoelde membraanabsorbers worden gecreëerd, en dat is natuurlijk heel kwalijk |
De
belangrijkste is deze: Mag
je diffusers stofferen ? Regelmatig wordt er gevraagd of diffuserpanelen mogen worden gestoffeerd. Hierdoor kunnen ze op een relatief gemakkelijke wijze aan het gezicht worden onttrokken. De vraag is ook heel logisch, want het vooruizicht om een verzameling diffuserpanelen te moeten gaan schilderen of spuiten is meestal niet aanlokkelijk.
Door de
voorzijde van de diffuser met stof te bekleden verandert
ieder verdiept segment in een afgestemd absorberend
elementje. Er worden in feite heel kleine maar krachtige
membraanabsorbertjes gecreëerd, en aangezien er een
herhalend patroon is in de terugkerende segmentdieptes,
is er ook een zich herhalend patroon van identieke
selectieve, krachtige en afgestemde absorptie. Onbedoelde
absorptie bovendien, zo kon RPG op grond van metingen
vaststellen en beschrijven.
Wèl zal de
diffuserwerking zelf gecompromitteerd raken, ongeacht hoe
'transparant' de stof is. Kortom, een compromis waarmee
misschien nog wel te leven valt, en waarvan je kunt
zeggen dat het dan zeker beter is dan geen diffusie. Dat
kan van de eerste methode van stofferen, direct op de
voorzijde van het paneel, niet worden gezegd. |
|
het schilderen van diffusers wordt doorgaans niet als prettig ervaren diffusers in MDF met lakdragende folie brengen het schilderwerk terug tot één laklaag schilderen is nog steeds een crime, maar u mag zich tenminste realiseren dat het eenmalig is... |
De
Logische Vervolgvraag: Hoe
kun je diffusers dan WEL goed afwerken ? In alle opzichten is de beste afwerking schilderen of spuiten. Dat is eenmalig, maar dat is de aanschaf van diffusers als het goed is ook. Die behoren een audiofiel leven lang mee te kunnen gaan. Veel gebruikers hebben aangegeven dat ze die eenmalige arbeidsinvestering meer dan de moeite waard vonden, en zetten zich ertoe een lang weekend (of twee) te gaan schilderen in het voorjaar. Anderen hebben het traject met de spuiter ervoor over. Duurder en in principe fraaier, alhoewel ik ook fraaie staaltjes zag van huisvlijt met kwast-en-roller. Niet-afwerken is eigenlijk geen optie. In dedicated luisterruimtes met een wat donkere stemmingsverlichting en bruinachtige en andere aarde-achtige kleuren, oogt een onbehandeld, maar verder netjes uitziend MDF-paneel ongetwijfeld niet verkeerd. Maar als er veel onbehandeld mdf in de ruimte aanwezig is zullen midhoog- en hoogweergave daar duidelijk onder gaan lijden. De levendigheid gaat uit het geluidsbeeld, en dat is niet nodig. In zo'n geval zullen de diffusers gewoon moeten worden geschilderd! In thuisbioscopen is de kwaliteit van de eindafwerking-in-het-zwart soms wat minder kritisch. Ik zag bijvoorbeeld uitstekend afgewerkte diffusers, die geschilderd waren met zwarte latex van de Kwantum. Bij onbehandeld MDF is een grondlaag onontbeerlijk, als later lakverf gebruikt zal worden; vaak moeten dat zelfs twee lagen zijn, alhoewel dat in het geval van diffusers veel gevraagd is... Een eindafwerking met keiharde parketlak (Glitsa) is ook mogelijk, al of niet over een laklaag in kleur heen. Hoe harder het diffuseroppervlak, hoe beter de werking van de diffuser ! Kortom: afwerken is eigenlijk een must, ook in akoestisch opzicht! naar boven |